No. 42 y VRIJDAG 17 MAART 1933 1321 Daar werd juist een varken in een zak gestopt. die juist een varken in een zak stopten. „Moet dat over?" vroegen we, als waren we ingewijden. Maar ze moesten van déze ingewijden niets hebben, en verdwenen vlug in de schuur, niet wetende dat we ondertusschen ons plaatje al hadden gemaaktOntelbare menschen komt men om en bij de grens tegen. Bijna ieder draagt zijn pakje, of heeft dat op de fiets. Of het allemaal smokkelaars zijn Wie zal het zeggen Maar bijna de geheele grensbevolking smokkelt, en ze be schouwt dit als haar goed recht. En de contróle is niet gemakkelijk, vooral niet, omdat er in de grensgebieden zoo veel huizen staan. Sommige dorpen loopen geheel in elkaar. En men weet, dat er verscheidene huizen zijn, die gedeeltelijk op Hol- landsch, gedeeltelijk op Belgisch gebied staan. We zochten troost en tijdverdrijf (want lang was de dag, en groot was de spanning) in vele café's,Tlie hier langs den weg zijn gezaaid. Overi gens behoeft men uit die vele bezoeken geen gevolg trekkingen te maken Overal lachten ons de fiere koppen van de populaire coureurs tegen, die in elk café een eere plaats innemen. We bezochten ook nog een Belgischen douane post, de gemoedelijkheid zelve. Daar hoorden we, dat de veesmokkel eerder nog toe- dan afneemt, ondanks de strenge contróle. Waar de Hollandsche beambte ons had medegedeeld, dat misschien één op de tien koppen gesmokkeld vee werd aange houden, daar sprak zijn Belgische collega van één op vijftig. In ieder geval blijkt wel, dat getallen moeilijk te bepalen zijn. Maar veel gaat de grens over. Daar is de koning- varkenssmokkelaar, die zijn zaken in het groot drijft, en in een soort auto-trein (dien we niet voor de lens konden krijgen) in een enkelen keer 150 varkens de grens overbrengt, en dien men tot op heden nooit gesnapt heeft. Bovendien kunnen we hier een denkbeeld omtrent de hoeveelheden vormen, als we even de oorzaak van den veesmokkel willen nagaan. De beperkende bepalingen, vooral ten aanzien van de koeien, hebben er toe geleid, dat, wanneer deze langs wettelijken weg worden vervoerd, er voor den veehandelaar geen winst meer is te behalen. Afgezien van de invoerrechten worden de heesten Door de Belgische douanen worden de sporen der smokkelaars soms uren lang gevolgd, tot zelfs in den stal, waar het gesmokkelde vee werd binnengeloodst. Onder zorgvuldige bewaking wordt het achterhaalde gesmokkelde vee door de Belgische douaniers gestald, totdat het publiek wordt geveild. langen tijd in België in quarantaine gehouden, wat zeer kostbaar is. Door de beperkende bepalingen is dan ook met een enkelen klap een einde gemaakt aan her bedrijf van den veekoopman. En dat zegt wel iets. Want men kan rekenen, dat er alleen in Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen een paar honderd veehande laren zijn. Dezen dreigden broodeloos te worden. En hoeveel zijn er in België Want onder de smok kelaars zijn zeer veel Belgen, die vanuit Holland iets ondernemen. Alleen de smokkelhandel liet een mogelijkheid, en wie zal hen er hard over vallen, dat ze daarvan gebruik maken We hoeven dit niet sentimenteel te bekijken, en ook willen wij geen pleidooi houden voor den smokkelhandel. Maar wel willen we in dit verband naar voren brengen dat we verscheidene veehandelaars heb ben getroffen, die niet met hart en ziel smokkelaar wa ren geworden, den smokkel zelfs af keurden, maar er toch aan deelna men, omdat zij nu eenmaal moesten leven. De beperkende bepalingen hebben de streep precies gezet aan de winst marge, en langs wettelijken weg is er aan den veehan del geen cent te verdienen. En aan den smokkelhan del Naar wat we zagen en hoorden, gelooven we met een van onze zegslieden, dat nog niemand met den veesmokkeJ rijk is geworden, en dat velen er met groote risico's nog slechts een karig stuk brood mee verdienen. Daarvan zouden we spoedig meer hooren. Want voor we het wisten, was het al weer avond gewor den, en daarmee was het tijd om onze smokkelaars te gaan opzoeken. Dus sloegen wij den landweg in, die naar het boerderijtje voerde. Het was al donker. Er woei een scherpe Oostenwind en het begon lang zaam te sneeuwen. We naderden het erf, liepen naar de deur en klopten zachtjes aan. (Wordt vervolgd) In de café's hier lach u overal de fiere kopp der coureurs (wielrt ners) tegen, die er een eereplaats innemen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 9