O I No. 43 VRIJDAG 24 MAART 1933 1359 gevoel in het lichaam, en het hart klopt weer regelmatig. Den volgenden dag stelt de dokter vast, dat het inderdaad een „piaii" wès dat men Schwartz inderdaad heeft willen vergiftigen. Maar het ergste is al voorbij met een paar inspuitingen zijn de laatste gevolgen der vergiftiging verholpen. Sinds dien tijd heeft Schwartz geen enkele uitnoodiging meer aangenomen. Hij ging nooit meer buitenshuis eten, dronk zelfs geen glas water meer buiten de deur. Rahel bleef in de stad, kocht alle levensmiddelen voor hem in, en bereidde alle maaltijden voor hem. Als die vrouw met haar donkere huid zich niet zoo trouw alle moeite voor hem had getroost, had misschien een tweede „piaii" zijn werk ten volle gedaan. Eerst op den dag, dat Schwartz als vrij man scheep ging naar Europa, keerde Rahel terug^naar haar familie. XXVII. HET LAATSTE WOORD DER WET p de kanonloopen van het oude Pruisische leger stonden de woorden„Ultima ratio regis Het laatste woord des konings." Of er op de guillotine te St. Laurent du Maroni ook iets staat, is niet met zekerheid te zeggen, want „het hout der gerechtigheid", zooals het schavot in regeeringstaal heet, werkt alleen in den bleeken dageraad, tusschen de duisternis en den dag, en dan kan men een opschrift niet zoo precies lezen. In ieder geval, èls er iets op de bloederige flanken der guillotine staat, zou het dit moeten zijn „Het laatste woord der wet." En als er gesproken wordt over het „hout der gerechtigheid", moet men meteen denken aan „meneer van St. Laurent". Meneer van St. Laurent, de beul, heet Ladurelle en is een heerschap, dat wegens moord tot levenslangen dwangarbeid veroordeeld werd. Hij was in een of ander nest in Oost-Frankrijk schoenlapper, en in een aanval van jaloezie vermoordde hij zijn meisje. De volgende jaren van zijn leven zou Ladurelle een onbekende gebleven zijn, niets meer dan een nummer, als niet plotseling de betrekking van beul vrij was gekomen. De toenmalige functionaris, Isidor Hespel, had een sleutel drager doodgestoken wegens verklikkerij natuurlijk. Sleuteldragers léven van verklikkerij. Precies negenenveertig hoofden had Isidor Hespel, op bevel der overheid, afgesneden het zeldzame jubilé zijner vijftigste terechtstelling mocht hij echter niet beieven want het vijftigste hoofd, dat onder de valbijl viel, was zijn eigen hoofd. Er meldde zich een groot aantal sollicitanten voor het vrijgekomen postje, want daar waren tal van voordeelen aan verbonden. Het is op zichzelf al een voorrecht, buiten aan den eenzamen oever van de Maroni te mogen wonen-— daar kan men heerlijk smokkelen, over de rivier heen, van en naar den Hollandschen oever. In velden of wegen geen toezicht te bekennen want niemand wil bij den beul in de buurt wonen. Hij leeft verlaten, geschuwd, gevreesd en veracht. De andere bagno-menschen haten hem, zouden hem wel willen vermoorden alleen omdat hij de scherprechter is, de man van het laatste woord der wet. Uit de vijfenzeventig candidaten kiest men Ladurelle, den man met de forsche wreede kaken en de sterke spieren. Die zal ongetwijfeld zijn taak volbrengen zonder blikken of blozen, zonder overbodig menschelijk gevoel Tot assistent krijgt hij den veertigjarigen Elzasser Gartner, die in 't Fransche leger gediend heeft en een boer neerstak, wijl die hem op diefstal betrapte. Voor iedere terechtstelling krijgt Ladurelle honderd frank, en zijn knecht vijftig frank. Na de uitoefening van zijn functie is „meneer van St. Laurent" altijd flink dronken. Misschien wil hij de herinnering aan het afschuwelijke wegwisschen met wijn en taffia. Misschien moet hij dan weer denken aan zijn eerste slachtoffer, aan zijn meisje Er is nu weer een terechtstelling op handen de achtste onder 't bewind van meneer Lidurelle. De gevangene Messadaii Moussa ben-Drahim, een Maroccaan, heeft in een gevecht een lotgenoot gedood, en zelfs een bewaker, die er zich mee bemoeide, zwaar verwond. Dat hij zijn kameraad neersloeg, had hem twee, hoogstens vier jaar tuchthuisstraf op het eiland St. Joseph kunnen op leveren. Maar hij had de hand niet mogen opheffen tegen de overheid. Dat vergeeft men nooit in het bagno. Overmorgen, zoo komt Schwartz ter oore, zal de Maroccaan op de Markt te Cayenne het leven ver liezen. Dat hoort hij uit den mond van „meneer van St. Laurent" zeiven. Men heeft Ladurelle en zijn assistent Gartner naar Cayenne laten komen. Zij hebben hun gereedschap meegebracht, en dat voor 't moment in de gevangenis opgeborgen. De beul Ladurelle wil van zijn vrijen tijd ge bruik maken, om zich op 't Instituut eens terdeeg te laten onderzoeken. Er hapert iets aan zijn maag, zijn spijsvertering is erg slecht. Weet de laborant daar geen middeltje tegen Tusschen twee haakjes wil de laborant het zeldzame schouwspel van een onthoofding niet eens meemaken En de juffrouw - die is natuurlijk ook nieuwsgierig, hoe 'n mensch uit het leven in den dood gebracht wordt. Goed hij zal er wel even met zijn knecht over spreken ze zullen voor meneer Schwartz en mademoi selle Rose een mooi plaatsje openhouden Neen, Schwartz heeft geen lust, getuige te zijn van het treurig uiteinde van den Maroccaan en ook mademoiselle Rose bedankt met afschuw voor de Onder een zengende zon bewerker, de bannelingen het hout. eer. Zij geven den beul een paar maagpoeders, en zijn blij, als hij eindelijk heengaat. Mademoiselle Rose begint dan met een grooten handdoek door de kamer te wuiven, om de lucht, de ademtucht van den beul, weg te waaien, en Schwartz staat zich als een razende de handen te wasschen. Den volgenden dag komen er burgers, die gewichtig en geheimzinnig beginnen te fluisteren. Meneer Schwartz moet heel in de vroegte bij hen thuis komen. Door 't raam van de keuken kunnen ze alles zien. Dat moet je gezien hebben, zoo'n terechtstelling 1 Goed de Duitscher zal gaan hij wil dèt ontzettende schouwspel ook nog meemaken, om het bagno heeleméal te leeren kennen van den tocht in het stinkende doodenschip tot het laatste woord der wet. De zon staat op het punt op te komen. Midden op het marktplein staat de guillotine, en aan den bovenbalk, tusschen de hoog gestrekte armen van het bruine toestel, glanst mat en geniepig het scherpe, scheeve mes. Ladurelle en Gartner hebben den heelen nacht gewerkt, en zijn pas een uur geleden klaar gekomen. 't Is geen kleinigheid, zoo'n schavot op te bouwen moet je handig en geoefend voor wezen 1 Een troep kolonialen heeft in wijde bogen het plein afgezet, en vooraan, dicht bij het apparaat, staan eenige gendarmen. Nu brengen de bewakers een afdeeling veroordeelden, die van de terecht stelling getuigen moeten zijn. Zoo wil het de wet. Zoo eischen het de regels van het bagno. „Ter afschrik en ter verbetering", zoo heet het. De gevangenen worden in een kring rondom het toestel geplaatst. Zij moeten precies kunnen zien, hoe alles gaat. Het slachtoffer wordt naar voren geleid. Hij ziet den officier van justitie en wil dien te lijf. Zijn gezicht is bleek van woede, zijn tanden knarsen. Het doodvonnis wordt voorgelezen, en dan volgt de gebruikelijke vraag „Veroordeelde, hebt u nog een wensch Ja, hij heeft nog twee wenschen ten eerste zijn celgenoot Arribot moet zijn kleeren hebben ten tweede of de hooge vergadering zoo goed wil zijn, hem met rust te laten De officier van justitie geeft een teeken. Een hoofdopzichter comman deert „Alle gevangenen op de knieën I Hoeden af Naar den veroordeelde kijken 1" Gartner duwt den Maroccaan de drie treden van het trappetje op. Ladurelle wringt hem tegen de plank. Met twee klemmen wordt de man, staande, geboeid. Dan wordt de plank omgekiept, en ze schuiven een houten juk over het achterhoofd van den veroordeelde. Nu is geen beweging meer mogelijk, niets meer. Alleen de mond is nog vrij, en die klaagt, klaagt zacht, op den huilerigen toon van een kind. En dan trekt Ladurelle aan de kruk. Als de bliksem suist het scherpe mes naar benedenhet kinderlijke grienen wordt afgekaptFel trekt het lichaamLadurelle bukt zich, grijpt het hoofd bij het rechteroor, toont het en roept met een schallende stem „In naam der republiek is gerechtigheid geschied 1" Het laatste woord der wet is gesproken. En dan springt een der gevangenen, zenuwachtig, overspannen, op naar het schavot toe hij spuwt naar den beul en schreeuwt „Een zwijn ben je, Ladurelle, een goor, melaatsch zwijn 1" Tromgeroffel rolt over het plein. Twee bewakers trekken den razenden gevangene weg van het moordapparaat. Gartner sluit snel de mand, waarin het lijk op zaagsel ligt. Vier gevangenen komen door de afzetting heen, met volle kuipen water, om de guillotine en de straatsteenen af te spoelen. Op de koningspalmen strijken de pekzwarte duivelvogels neer. (Slot volgt.)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 15