Discuits J V..ONCURREERENDED $ft tcis dooi Jtadeüand. Maurice Deadson. »•- r> 1364 VRIJDAG 24 MAART 1933 No. 43 arold Dean liep op dien winderigen Maartschen dag tijdens 't middaguur in Hyde Park. Het was geen liefde voor de ontluikende natuur, die hem daar gebracht had. Jarold Dean, zoon van Philip Dean, fabrikant van Dean's biscuits - „Zij Smel ten In Uw Mond" was daar gekomen om rustig na te denken en een beslissing in het probleem te nemen. Zijn probleem was eenvoudig dit zou hij doorgaan met het monotone leven van thans, dat hem zoo tegenstond, en biscuits blijven ver- koopen of was zijn talent als tooncelschrijver groot genoeg hij meende van wel en kon hij in die qualiteit genoeg verdienen, om zonder hulp van zijn vader verder op de been te blijven. Hij ging, in gepeins, op een bank zitten. Meteen schoot hij weer overeind. Aan zijn jas plakte boter op de bank lagen een paar platgedrukte boterhammen op een papier. Geërgerd streek hij de boter van zijn jas, en smeet het papier met het brood in het gras. Maar er klonk 'n verontwaardigde stem naast hem. „Waarom gooit u m'n lunch weg Jarold keek opzij, en zag een knap meisje, in een donkerblauwe mackintosh gestoken, naast zich. In haar hand hield zij een krant. Jarold stotterde 'n verontschuldiging. „Waarom gooit tl mijn twaalfuurtje weg, terwijl ik even m'n krant naloop, die weggewaaid was?" vroeg een meisje. „Ik.... het spijt me," stamelde Jarold. ,,lk had ze niet gezien. Heusch niet." Hij trok zoo'n ongelukkig gezicht, dat het meisje onwillekeurig begon te glimlachen, zelfs al moest zij het nu zonder lunch stellen. Want een tweede te koopen, dat zou voor haar te duur zijn. Die glimlach gaf Jarold moed. „Mag ik even bij u komen zitten vroeg hij. „En mag ik" hij maakte zijn monsterkoffertje open „een pakje van mijn biscuits aanbieden, als vergoeding voor uw twaalfuurtje Hier, neem deze, die zijn niet al te hard." Het meisje keek er hongerig naar. Toen zij den titel las op het pakje „Philip Dean's theckoekjes no. 5", schoot plotseling belangstelling in haar oogen. „Reist li voor die firma vroeg ze. „Helaas ja, maar ik hoop niet lang meer." Het meisje at de koekjes op en begon aan een tweede pakje. „Ik ben blij, dat ze u smaken," begon Jarold. „Zelf kan ik ze niet luchten of zien. Dat komt mis schien, omdat ik er tusschen groot gebracht ben." Het meisje zag hem aandachtig aan. „Zoo," zei ze. „Moet ik daaruit opmaken, dat u verwant is aan de firma „Biscuits," antwoordde Jarold, „zijn mijn noodlot, omdat mijn vader de man is, die ze maakt. Te zijner tijd erf ik het heele zaakje, terwijl ik er nu al beu van ben." Het meisje keek hem nieuwsgierig aan. „Ik zou me dan maar niet zoo bezorgd maken," zei ze, „want ik heb gehoord, dat een concurreerende firma dezelfde biscuits veel goedkooper levert en dat Dean achteruit gaat, zoodat u misschien over een tijd niets te erven heeft in de biscuitbranche." Jarold keek verrast op. „Dat is waar," zei hij. „Maar hoe weet u dat U is toch, hoop ik, ook niet in deze branche „Ik ben heelemaal in geen branche," was het antwoord. „Ik ben zonder betrekking en zocht juist in de krant naar iets." „Zonder betrekking?" Jarold's gezicht lichtte op. „Nee maar, dan zal ik den ouden heer eens vragen of hij Zij schudde het hoofd, ,,'t ls heel vriendelijk van u, maar dat kan ik niet accepteeren. Ik houd niet van die branche. Vraagt u asjeblieft niet verder. Ik heb iemand gekend, die voor uw vader werkte. Zij kon niet met hem opschieten en ik geloof niet, dat ik dat wel zou kunnen." „Maar u zoekt toch een betrekking, nietwaar vroeg Jarold, meer en meer verbaasd. „Ja, die heb ik hard noodig. Ik ben al drie maanden zonder." Errnelo. door „Goeie hemel, dat is langer dan ik gewerkt heb. Ik ben pas tien weken bij den ouden heer in de zaak." Hij zag toe, terwijl het meisje aan een derde pakje begon. Zij moest half verhongerd zijn geweest. Toen zij eindelijk verzadigd was, sloot hij zijn kof fertje. Drommels, hij moest zorgen, dat hij dit meisje niet uit het oog verloor. „Weet u wat zei hij. „Mag ik u in een restaurant een kop koffie aanbieden Ik heb een schitterend idee voor werk voor u. Dat kunnen we dan bepraten." Het meisje keek hem weifelend aan. „Als het een baantje bij uw vader is...." „Dat is het, maar hij behoeft er niets van te weten. Mijn idee is dit," zei Jarold enthousiast, „waarom zou u niet onofficieel in mijn plaats werken Salaris en provisie deelen we. Nu kan ik zelfs mijn baantje houden om geen herrie te krijgen met den ouden heer. 't ls heel eenvoudig, u gaat bij de klanten rond, terwijl ik mijn stuk schrijf. Laten we nu naar een restaurant gaan daar zal ik tl het heele plan uitleggen." Jarold voelde zich opgewekt, terwijl hij den volgenden morgen naar het kantoor van zijn vader ging. Hij en Letty zouden elkaar straks terug zien, maar eerst moest hij op kantoor nieuwe mon sters en prijslijsten halen. De overeenkomst be viel hem, bepeinsde hij. Het had hem veel moeite gekost haar over te halen; zij scheen een merk- waardigen tegenzin te hebben om voor zijn vader te werken, maar het was toch gelukt. Het vak zou ze gauw genoeg kennen; 't was trouwens op merkelijk, zooveel als ze van biscuits afwist. Hij had haar vast zijn eigen orderboek, monsters en adreslijsten gegeven; straks zou hij haar op een afgesproken plaats ontmoeten. Hij kende alleen haar voornaam; haar adres had zij niet willen opgeven. Meer moeite nog had het hem gekost om haar een voorschot op haar salaris te geven hij had er al zijn overredingskracht voor noodig gehad. Maar het meest nog moest hij voortdurend denken aan het knappe gezichtje met het prach tige goudbruine haar. Hij had er zelfs slecht van kunnen slapen. De oude Philip Dean keek verrast op, zijn zoon reeds zoo vroeg te zien. Bij hem stond mr. Park, een schraal heerschap met een arrogant uiterlijk. Hij was de meest succesvolle reiziger van de firma. „Ah zoo, Jarold, jongen," begon mr. Philip Dean goedgehumeurd. „Ik heb goed nieuws voor je. Je hebt al zoo vaak gezeurd om op kantoor zelf te mogen werken in plaats van in den buiten dienst, dat je het wel prettig zult vinden, dat 't nu kan. Hier, mr. Park, die pas van zijn reis in het Noorden is teruggekomen, zal jouw district overnemen. Jij gaat dan naar de reclame- afdeeling." Het duurde een paar secon den, vóór deze woorden tot Jarold doordrongen. Dat mocht niet; dat zou alles bederven. Lieve help. Letty had de adressen; zij en Park zouden elkaar tegen 't lijf loopen. Park zou merken, dat 'n vreemde voor de firma reisde. „Nou, je kijkt niet erg vroolijk," onderbrak zijn vader zijn gedachtengang. „Jawel, maar ik begrijp niet...." „Ik begrijp, dat het onmogelijk is, jou een ple zier te doen. Ik snap je niet. Enfin, alles is al geregeld. Geef mr. Park je orderboek en adres lijst en laat jij je dan op de reclameafdeeling op de hoogte brengen." Jarold schoof zijn vinger tusschen boord en hals heen en weer. „Ik.... ik heb ze niet." „Heb je ze niet?" Mr. Dean keek verbijsterd. „Geen orderboek en adreslijst Wou je zeggen, dat je die verloren hebt „Nee vader, ik bedoel ja. Ik zal ze wel weer terug vinden." De oude heer werd purper. „Wel verdraaid, jon gen Verlies jij je papieren Je orderboek en de adressen Veel heb je nog niet ingebracht, maar dit is het toppunt. Verloren! Waar? Wanneer? En hoe wou je dan vandaag gaan werken „Ik dacht niet, dat ik vandaag.... ik bedoel, ik weet veel adressen uit mijn hoofd." Mr. Philip Dean werd razend. „Hoor je dat, Park Die wil in een up-to-date zaak uit zijn hoofd gaan werken Mr. Park keek plichtsgetrouw verontwaardigd. „Zeer ongebruikelijk, mijnheer. Maar ik twijfel er niet aan, of het zal in de reclameafdeeling wel beter gaan. En nu, mijnheer, als uw secretarfesse mij een andere lijst kan geven, zal ik maar begin nen. Ik kan m'n eigen orderboek gebruiken." „Mijn secretaresse? Neen, die hoef ik het niet eens te vragen," antwoordde mr. Dean, zijn zoon nog woedend aanziend. „Ga maar naar Thomson. Die kan je wel helpen." „Maar," vloog Jarold opeens op, toen mr. Park het vertrek wilde verlaten; „ik kan toch zoo maar mijn baantje niet over laten nemen." „Laat mr. Park door, Jarold," beet de oude heer. „Je hebt je volslagen onbekwaam getoond." „Ja maar Jarold liep op heete kolen, terwijl de chef der reclame-afdeeling hem alles uitlegde. Het was al over half tien. Zou Letty jiog staan wachten „Als u nu deze modellen van advertenties eens op uw gemak doorkijkt, mr. Dean," besloot de stem naast hem„dan heeft u eenig idee in welke richting wij gaan. Ik ga dan aan mijn eigen werk. Vanmiddag zal ik u dan de rest vertellen." j H

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 20