f 1 No. 43 Zij betrapten er zichzelf telkens op, dat zij luisterden en benieuwd waren. Toen zij Fred Feene uit zijn kelder naar boven hoorden komen, nam hun verwondering toe. Toen zij verdere tochten hoorden, de keldertrap op en af, stegen hun verbazing en nieuwsgierigheid tot het kookpunt. Toen zij in den klank van alle drie de stemmen een verandering hoorden geen zakelijk- beleefden toon meer, maar een toon van gezelligheid kookte hun nieuws gierigheid over en brandde hen. Rob en zijn moeder keken elkaar aan, met stomme vragen op de lippen, en dan zagen ze weer een anderen kant op, zich geneerend voor hun goedkoope nieuwsgierigheid. Eindelijk ging de voordeur dicht. Effie deed de deur van de huiskamer open en keek hen stralend aan. „Zoo, schattenJullie zijn zoo zoet geweest als lammetjes. Kom nu maar weer te voorschijn. Louise zal de thee brengen." „Nu luister je eens goed, Effie." Rob kwam voor zijn vrouw staan en keek naar haar met een zwart gezicht. „Ik heb me een massa laten welge vallen, maar nu wil ik weten, wat dat voor 'n kennis is. 't Zal me natuurlijk wel niet aangaan, omdat ik je mén maar ben.. „Precies, lieveling," zei Effie zoetsappig. „Daarom zal ik 't je ook niet vertellen „Ik hoop, dat je 't prettig gehad hebt," meende Clara te moeten zeggen. „Als ik geweten had, dat er iemand kon komen, had ik Louise vanochtend stof laten afnemen Effie schoot in den lach. „Arme schatten 1 Waarom vragen jullie 't pap niet? Die zou 't wel vertellen. Hij wil al beginnen, geloof ik. Vooruit maar, pap, kom op met 't nieuws Fred Feene was al dien tijd midden in de kamer blijven staan. Hij scheen In een soort rooskleurige duizeling te verkeeren. Zijn hand ging gestadig langs zijn kale kruin, terwijl hij naar het strookje papier keek, dat hij in de hand hield. Effie moest hem aan den arm schudden, voor hij haar verstond. „O, j-ja," zei hij droomerig. Toen kwam er een glans over zijn gezicht. Hij ijlde plotseling op zijn vrouw toe, de hand uitstrekkend om te toonen, wat hij vasthield. „Kijk eens, Clara!" ,,'t Is een cheque „Ja, dat is 't „Maar hoe.... wat...." „Porterfield," zei Feene, alsof dat eene woord alles verklaarde. Clara keek alleen maar verbaasd. Maar Rob riep uit „Zeg U wilt toch niet zeggen, dat die guit Carl Porterfield was D e Carl Porterfield Feene straalde. „Die is 't, jongen." „Mag ik even -zieiT die cheque Rob nam het strookje papier uit de slappe vingers van Clara. „Toe maar!" riep hij uit. „Duizend smakkers! Een mille Da's genoeg om het huis en alles te houden Zoo, teekent hij zóó z'n cheques.... Huh.... nou, vader, al stond er een millioen, dan zou Carl Porterfield nog niet eens merken, dat er iets van zijn bankrekening af was. „Dat heb ik tenminste wel eens gehoord, Rob. Meneer Porterfield is rijk. De film, geloof ik „Of die rijk is „Fred," sprak zijn vrouw, „ik heb nooit geweten, dat je dien meneer Porterfield kende." „Ik kénde hem ook niettot vanmiddag, 't Is een vriend van Effie. „Een kennis," verbeterde Effie. „Ik heb hem leeren kennen, toen ik aan de Warburton-Galery was. Toen heb ik wel eens met hem gepraat...." „Maar die cheque Ik begrijp 't niet goed. Hoe heb je Carl Porterfield er toe gekregen, om je duizend dollar te leenen. ,,'t Is niet geleend, Clara, 't Is van mij." Feene lachte welzalig en nam Clara's handen in de zijne, ,,'t Is heelemaal van mij, eerlijk verdiend. Ik weet wel, dat 't onmogelijk lijkt, Clara! Ik begrijp 't zelf nog maar half. Maar hier heb ik 't, is 't niet zoo. „Misschien deugt die cheque niet," viel Rob uit. „Misschien was 't Porter field niet. 't Kan wel een zwendelaar zijn, die een wagen en een chauffeur gehuurd heeft, en „Wees niet kinderachtiger dan je groot bent, Rob riep Effie uit met gemoedelijke ergernis. „Ik zeg je toch, dat ik den man ken!" „Waar heb je dat geld dan voo«r drong Clara. „Voor één van m'n scheepsmodellen, Clara. Voor de „Glorie der Golven". Meneer Porterfield heeft 'm gekocht en meegenomen.. „Fred Heb je datEerbiedig raakte Clara de cheque aan. „Voor je je.... modelschip?" „Ja, en dat is nog niet eens erg goed betaald," zei Effie. „Pap had mij een beetje moeten laten pingelen. Carl Porterfield is op den penning, ziet uHij gooit geen cent weg...." „Maar hij had er zoo'n zin in riep Feene. „Hij vond 't zoo mooiIk heb graag, dat mijn schip in handen komt van iemand, die 't waardeert, 't lsj;en eer, als je een schip hebt in de verzameling van Porterfield. Hij heeft de mooiste modellen, die er bestaan. Ik heb er laatst een paar in 't museum gezien Effie merkte wijsgeerig op ,,'t Doet er niet toe. We zullen hem voor 't volgende exemplaar méér rekenen heel wat meer Clara had zich een paar stappen verwijderd van haar man. Zij stond naar hem te kijken met een nieuwe, grootere belangstelling, die naderde tot respect. Ze zei „Fred, dat heb ik nooit kunnen denken. Al die jaren, dat je aan 't knut selen bent geweest in den kelder.was je iets aan 't maken, dat een massa geld waard was. Die kleine bootjes...." „Modellen, moeder," zei Effie lachend. „Een scheepje', waar Carl Porter field geld voor geeft, is een model en geen speelgoed. Dat wil zeggen, dat 't een kunstwerk is. En pap is een kunstenaar. Ik heb het direct geweten, toen ik zag wat hij deed. En toevallig wist ik, dat Porterfield en nog twee van die lui speciaal werk maken van modellen van oude Amerikaansche klippers. Toen heb ik hun alle drie een telegram gestuurd. Porterfield was toevallig in stad, dus die heeft 't ontvangen." Effie lachte. „Waarschijnlijk komen de twee tetó dooi Jladetland. De Binnenpoort of Lanksmeecpooct te Culemborg aan den Zuidkant van 't oudste gedeelte der stad. De poort, die vroeger als gevangenis dienst deed, werd omstreeks 1550 gebouwd. Op den achtergrond ziet men het stadhuis (1534). anderen volgende week of zoo aanzetten, zoo nijdig als een spin, omdat ze geen kans gekregen hebben om te bieden „Ik zal nieuwe voor hen bouwen," zei Feene dapper. „Die net zoo goed zijn, of nog beter." „Natuurlijk, schatEn trots vertelde Effie verder aan Clara„Hij heeft al een bestelling voor de Nell en Susan, den walvischvaarderdien wil Porterfield hebben, zoo gauw ie af is. Als dat eenmaal bekend wordt onder de verzamelaars, heeft pap meteen naam...." „We hoeven hier ons huis niet uit, Clarazei Feene gelukkig. „Maar ik neem nooit meer een baantje." Zijn stem trilde van overtuiging. Er was waardigheid gekomen bij zijn stralende vreugde. „Ik ga scheepsmódéllen bouwen. Daar heb ik mijn heele leven naar verlangd, en nu ga ik 't doen. 't Betaalt trouwens ook beter." Clara raakte nederig zijn mouw aan. „Fred, wat ben ik toch dom geweest. Ik wist niet, dat 't zóóveel voor je beteekende en ik dacht, dat 't niets was dan tijd vermorsen. Ik wou je helpen, om vooruit te komen...." „Je zült me helpen om vooruit te komen Want zonder jou kan ik niets beginnenantwoordde Feene. „Jeje bent zoo'n kraan, Clara „Nee, jij bent een kraan, en ik ben zoo trotsch op je, Fred Een beroemd kunstenaar ga eens na beroemd Zelfs Rob keek eerbiedig. „Oeizuchtte hij. „Nu zal ik er een schepje op moeten gooien, als ik vader bij wil houden. Ik ga morgen werk maken van dat delicatessen-idee, Effie. Ik ben geen artist, maar er moet toch geld komen uit die kaas- en worst geschiedenis." Na de thee, toen Effie en Rob waren gaan wandelen en Fred in een blijden roes zijn huis rondliep, hoorde hij Clara spreken aan de telefoon. Clara hield een uitvoerig gesprek met mevrouw Enoch Brown. En in den loop van dat gesprek zei Clara „Die meneer, die met dien grooten auto gekomen is O, dat was meneer Porterfield Carl Porterfield, je weet wel. Ja, da's een vriend van Fred. Ja, ik begrijp wel, dat je dat interessant vindt. Ze hebben elkaar leeren kennen door hun liefhebberij, 't verzamelen van scheepsmodellen. En nu we 't er toch over hebben, zal ik je een geheimpje vertellen Fred en meneer Porterfield zijn samen aan 't zaken doen." Fred Feene luisterde naar die schaaintelooze opsnijderij van Clara. Hij wendde zich af met een breeden lach en een nevel van tranen in zijn oogen. Hij wist, dat hij iets had bereikt, waar hij zijn heele leven naar gesnakt had. Clara was trotsch op hem. Deze ontdekking zat hij alleen te genieten, in stilte, een gezet mannetje van middelbaren leeftijd, met een blij, jongens achtig gezicht. Zijn hand ging verstrooid naar de kale plek op zijn kruin en hij lachte opgetogen. Clara was trotsch op hem. Fred Feene was trotsch op zichzelf. EINDE

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 31