IN SMORKELAARSLAND No. 43 VRIJDAG 24 MAART 1933 1353 De zware straffen hebben echter velen afge schrikt, vooral de kleine ondernemers. Daardoor zijn veel overbrengers werkloos geworden, ook in dit vak, en daarmee doet het verraad zijn in tree Het komt voor, dat deze werkloozen 's nachts 'n transport aanhouden, de begeleiders, die in den waan verkeeren, dat zij door de com miezen worden overvallen, op de vlucht jagen, en het vee inpikken Zal er sneeuw komen onderbreekt de smok kelaar, en hij gaat buiten kijken. Ja, er valt sneeuw. En dat is goed, mits het blijft doorsneeuwen, den heelen nacht, want dan zullen den volgenden mor gen de sporen onzichtbaar zijn. Om één uur zullen we vertrekken. Tot zoolang kunnen we een kaartje leggen, dat doodt den tijd. En zoo gaan we aan het biejen, het inheemsche spel, dat we gelukkig verstaan. Ondertusschen vertellen we van wat we hebben gezien, van de aankomst van groote kuddèn 'vee (volgens de smokkelaars allemaal bestemd voor den smokkel; het komt uit overig Zeeland en uit Holland, en onder de beestjes die hier in den stal staan, zijn Het transport stelt zich in alle stilte op. Commando's worden op zachten toon gegeven We zijn de z.g. vrije straat gepasseerd, een weg tnsschen Belgisch en Hollandsch grond gebied. en aan de grens nemen we nog een derde foto van 'n gedeelte van dit uitgebreide smokkeltransport. Menschen met tasschen pakjes langs de grens. En zoo nemen we nog een derde foto, aan de grens. We zijn de z.g. vrije straat gepasseerd, een weg tusschen Belgisch en Hollandsch grondgebied. Dan wordt het gevaarlijk. De stoet houdt aan het Belgisch gebied halt. Daar wordt gewacht op de voorloopers, die het terrein moesten verkennen. Ze duiken eindelijk op in den zwarten nacht. Alles veilig.weer zet de stoet zich in beweging, nu echter met groote onderlinge afstanden. De voorloopers zijn al weer verdwenenEen hond op een hofstee begint te blaffen; dat is een gevaarlijke vijand, deze dieren verraden. Maar gelukkig nemen andere honden het over en nu weten de commiezen nog niets. Dit denken we, en we betrappen er ons op, dat we thans heelemaal meeleven met de smokkelaars, en van harte hopen dat de expeditie slagen zal Een eindweegs vergezellen we den stoet dwars door de velden. Dan verdwijnt plotseling onze fotograaf in een sloot, en we besluiten om na dit ongeval maar terug te keeren. Onze gastheer smokkelaar gaat mee. Na terugkeer drinken we een glaasje aan den ouden haard, op de jongens, en met de hoop dat ze veilig mogen overkomen. En als we eindelijk, om half ier, naar kooi gaan, hebben we geen schoten gehoord, wat beteekent, dat de gevaarlijk ste zone ongehinderd is gepasseerd (Wordt vervolgd °to. er zelfs uit Leeuwarden), van een verkooping van gesmokkeld vee in een grensplaats, van een auto, dien we in razende vaart zagen rijden langs de besneeuwde wegen, van menschen met tas schen en pakjes langs de grens: ach ja, iedereen doet aan smok kelEn we leggen ons kaar tje, en ondertusschen komen een voor een de overige 17 smokke laars binnen, die zich vrij moedig als zoodanig voorstellen. Ze hebben zware knuppels bij zich, maar zijn heel ongevaarlijk. Om één uur worden de mannen ernstig. Een voor een gaan we naar buiten. Het is aarde-donker, de wind is koud, en er valt een zware sneeuw. Men moet wat over hebben voor zijn 60 francs. Als de beesten uit den stal zijn gehaald, komt voor ons een groot mo ment. Het toestel is ingesteld, het blitz- licht is gereed vuur en het moment is vereeuwigd. We hebben de smokkelaars en ditmaal is het geen in elkaar gezet tafereeltje, maar bittere werkelijkheid. Het transport stelt zich in alle stilte op. Commando's worden op zachten toon gegeven,en de stoet zet zich in beweging. Wij Ioopen vooruit, struike lend door sneeuw en modder, en als de stoet ons passeert, ne men we een tweede foto. Onbe grijpelijk, dat de smokkelaars dit alles lachend toelaten. Och, me- nier, iedereen kent ons toch als smokkelaar, en de commiezen kunnen ons hier nog niets doen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 9