E ERVARINGEN VAN 'N ONSCHULDIG VERBANNENE KORTE INHOUD VAN HET VOORAFGAANDETijdens de bezetting van het Duitsche stadje Kehl door de Fransche troepen wordt de daar woonachtige leeraar AI [ons Paoli Schwartz gearresteerd. Hij wordt er van beschuldigd. Fransch- man zijnde (hij is op Corsica geboren), in 't Duitsche leger gediend te hebben. Schwartz, wiens ouders Duitschers waren, en die altijd in Duitschland leefde, was onbekend met de bepaling, dat ieder die op Fransch grondgebied wordt geboren als Franschman wordt beschouwd. Na twee jaar in voorarrest te hebben gezeten, wordt hij veroordeeld tot verbanning naar Guyana. Tijdens het transport maakt hij kennis met Germaine Leroux, die van spionnage beschuldigd is. Schwartz wordt overgebracht naar St. Martin de Ré. Vandaar wordt hij aan boord gebracht van het schip, dat hen naar Guyana voert. Zijn definitieve bestemming blijkt ten slotte het Duivelseiland te zijn, waar ook Dreyfus eens gevangen zat. Na eenigen tijd op dit eiland te hebben doorgebracht, probeert Schwartz met enkele andere bannelingen te ontvluchten. Hun poging mislukt echter. De eenige troost in zijn ballingschap is een correspondentie tusschen hem en Germaine Leroux, die echter na eenigen tijd sterft. In 1928 wordt Schwartz naar het vasteland, naar Cayenne, overgebracht. Hier vindt hij werk in een smederijlater wordt hij in het bacterio logisch instituut geplaatst. XXVIII. DE MAN IN NIEMANDSLAND. was wapenbroederschap in den oorlog. Er lagen gewonden in het troostelooze Niemandsland, hul peloos, verlaten. Zij werden gezien, of hun gejammer werd gehoord, hier of daar in een loopgraaf en aanstonds sprongen er tien, twintig, honderd man nen uit hun veilige dekking, om de kameraden (al waren 't wildvreemden) te halen en in de loopgraaf te trekken. Wapenbroederschap was er ook na den vrede. Dat was de strijd om de kameraden, die door den vijand werden vastgehouden. Na de onderteekening van den vrede keerden de krijgsgevangenen naar het vaderland terug, voor en 11atot er nog maar weinigen waren, die niet terugkwamen, de stakkers, die door de Fransche krijgsraden tot zware straffen werden veroordeeld menschen, die wegens twijfelachtige nationali teit of schijn van spionnage voor de rechtbank werden gesleeptjuridische slachtoffers van den oorlog. De overheid, verschillende vereenigingen en afz.onderlijke personen spanden zich in, om ook die „krijgsgevangenen" naar huis te krijgen. Op verzoek van den Duitschen gezant te Parijs ging prof. dr. Grimm uit Essen, die de Duitsche belangen moest behartigen voor het Fransch-Duitsche scheidsgerecht te Parijs, zich die moeilijke gevallen speciaal aantrekken. Tot de allermoeilijkste gevallen behoorde de zaak Schwartz. De hulp van den Parijschen advocaat Abrami stelde prof. Grimm in staat, verschillende zaken te bepleiten bij president Poincaré en den minister van oorlog Maginot. Voor menigen gevangene had zijn optreden in 1922, '23 en '24 succes alleen het geval Schwartz leverde steeds nieuwe moeilijk heden op. De chef der militaire justitie, Philippini, was bijvoorbeeld zelf Corsicaan. Hij vond het een onvergeeflijke misdaad, dat een Corsicaan tegen Frankrijk gestreden had en dan nog wel een Corsicaan, die den naam Paoli droeg Grimm echter hield vol. Het ..ene verzoekschrift na het andere diende hij in, en herhaaldelijk kwam hij op het minis terie van oorlog, om de zaak te bespreken. Einde December 1923 werd Grimm door Poincaré ontvangenbij iedere am nestie probeerde hij de vrijlating der laatste krijgsgevangenen door te zetten maar alles mislukte. Alles mislukte althans, toen het nog maar één man gold Alfons Paoli Schwartz Van alle kanten kreeg Grimm medewerking en steun, en begin 1925 diende hij een nieuw verzoek om gratie in want een andere weg ter bevrijding van Schwartz was er voorloopig niet. Ookde pers begon zich voor het geval te interesseeren, en professor Grimm vond een nieuwen helper in den advocaat Eugène Frot, lid van de Fransche Kamer. Van alle kanten werd betoogd, dat Schwartz onmoge lijk anders had kunnen handelen, dan hij gehandeld had. De Fransche wet verklaarde hem tot Fransch onderdaan op grond van een bepaling, die in het Duitsche recht onbekend was een bepaling, die in 1889 gemaakt werd. Maar Schwartz was De Oranje Nassau", waarmede Alfons Paoli Schwartz de thuisreis maakte. daarvóór, in 1886 al, geboren Hoe kon hij weten, dat de Fransche wet hem tot Franschman stempelde Toen de oorlog uitbrak, woonde hij in Kehl, Duitschland. Als hij geen dienst had genomen, zou hij toch al gauw opgeroepen zijn. Als hij zich aan den dienst onder het Duitsche vaandel onttrokken had, was hij voor een Duitschen krijgsraad gekomen, wegens desertie. Met volle recht. En nu trof hem de zelfde slag van den Franschen kant 1 Gruwelijk is het recht, als het 't recht van de letter wordt, dat geen acht slaat op persoonlijke, subjectieve schuld Schwartz weet, dat de strijd om zijn bevrijding ontbrand is en hij weet 1111 ook, waarom men hem tot Franschman verklaard heeft. De gevangen schap gaf hem tijd genoeg, om den juridischen kant van zijn geval te bestu- deeren. Maar men had zijn ouders buitenlanders 1 moeten inlichten, dat er een schriftelijke keuze van nationaliteit voor hun zoon door Frankrijk werd geëischt en als men dat niet deed, was dan zijn Duitsche opvoeding, zijn verblijf in den Duitschen Elzas geen bewijs genoeg, dat de keuze op Duitschland gevallen was? „Hier in de ballingschap krijg ik mijn vaderland des te warmer en inniger lief," schrijft hij naar Kehl. Professor Grimm ondervond intusschen veel vriendelijkheid van den minister van oorlog, Painlevé, en hoopte het beste maar 29 November 1926 kwam het teleurstellende antwoord op het jongste verzoek „De president draagt mij op, u mede te deelen, dat na inzage der acten begenadiging van Schwartz niet mogelijk is." Dit was de zevende afwijzing. In 1927 stijgt de hoop en dan komt de Temps met een opgewonden schandaal-artikel tegen Schwartz en zijn familie. Wie toch die krachten zijn, die steeds weer op 't laatste oogenblik iedere kans bederven Maar de verdediging laat zich niet ontmoedigen. Men verzamelt nieuw bewijsmateriaal. Alle gegevens over de familie Schwartz worden met zorg bewerkt. In een open brief aan den Franschen minister van oorlog teekent Fritz Ibrügger het heele geval Schwartz aan den Franschen minister van oorlog, en een aantal bladen drukken dien brief na. Mei 1928 verneemt Grimm van Frot, dat nu eindelijk het ministerie van oorlog zélf heeft voorgesteld, aan Schwartz gratie te verleenen. En toch, als het 1930 wordt, is het resultaat van die jarenlange moeite nog maar zeer mager. De levenslange deportatie is namelijk verkort tot een twintigjarige die echter eerst in 1930 begint te tellen En dan komt er de zoogenaamde „verdubbeling" nog bij, die hatelijke bepaling van het Fransche recht, dat een veroordeelde, na afloop van zijn straf, nog een even langen tijd als „vrijgelatene" in de kolonie verblijven moet. De verbanning zou dus nog moeten duren tot.. 1970 Schwartz zou naar huis terug mogen, als hij 84 jaar oud was Er komt een interpellatie in den Duitschen Rijksdag de pers roert zich weer. Wat Nog steeds een man in handen van den voormaligen vijand Nog altijd een man in Niemandsland Maar men weet niet goed, wat men beginnen moet. „Gratie" is een

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 12