1 No. 44 De onafzienbare menigte die zich vóór het stadhuis te Kehl verdrong bij de aankomst van Schwartz aldaar. schamel middel gebleken herziening van proces is uitgesloten een proces over de nationaliteit van Schwartz kan niet baten, wijl Frankrijk zich strak aan het beroemde wetsartikel houdt. En dan vindt de verdediging dezen uitweg een verzoek, om Schwartz uit het Fransche staatsverband los te maken. Dit wordt de redding. Professor Grimm wendt zich tot het ministerie van justitie, dat in deze bevoegd is. Hij krijgt verlof, 'n brief aan Schwartz te schrijven, waarin hij dezen op de hoogte brengt. Want Schwartz moet beslissen, of hij Duitscher of Franschman zijn wil. En Schwartz beslist. Hij aarzelt geen seconde 1 Den 9en Mei 1931 schrijft Schwartz aan den minister van justitie „Hiermede verklaar ik opnieuw, dat ik voor mijzelf aanspraak maak op het Duitsche staats burgerschap. Voor mij heeft hieromtrent nooit twijfel bestaan. Ik verzoek ontslagen te worden van alle plichten van trouw, die Frankrijk gemeend heeft, van mij te mogen eischen, terwijl ik te goeder trouw en met heel mijn hart Duitscher wés en blijven wil." En eindelijk, ein delijk, den 13en Au gustus 1931, krijgt Frot bericht van den Franschen minister van justitie, dat de president der repu bliek op 2 Augustus 1931 aan Alfons Paoli Schwartz, wo nende te Cayenne in Fransch Guyana, verlof heeft gegeven de Duitsche nationa liteit te behouden. De Duitsche na tionaliteit behouden, staat er in dat officieele stuk. Wat een tragedie 1 Als Franschman heeft men hemveroordeeld en naar 't Duivels eiland gebracht en nu wordt er gezegd, dat hij het Duitsche staatsburgerschap behouden mag dus dat hij dit nooit verloren had I Wat er daarna komt, vult in de acten nog vele bladzijden, maar nu streeft iedere zin naar de overwinning. Nog zijn niet alle moeilijkheden over wonnen maar het zijn zuiver bureaucratische moeilijkheden tusschen de eene regeering en de andere. Ook deze bezwaren worden eindelijk uit den weg geruimd. Den 9en Maart onderteekent de president der republiek 't decreet tot gratie. De strijd om den man in Niemandsland is ten einde. In den oorlog duurde de verbeten kamp om een infanterist, die hulpeloos vóór de draadversperring lag, maar drie nachten, of misschien vieren dan waren de strijders, die hun kameraad daar weg wilden hebben, bijna wan hopig van de zenuwen. Hier echter heeft de strijd om een mensch jaren en jaren geduurd. Een duizend vijfhonderd folio-bladzijden beslaat het „geval Schwartz", nu zijn verdediger de papieren eindelijk terzijde kan leggen. Vijftienhonderd bladzijden vertellen den strijd om dezen man in Niemands land. Vijftienhonderd bladzijden.1 XXIX. TERUG 1 Nen elfden April 1932 ontvangt Schwartz een I J telegram van het Duitsche gezantschap te IN 'T LEVEN. Parijs Dit telegram, waarin hem bericht wordt, dat hij nu absoluut vrij is, werd den negenden Maart afgegeven. En op 9 Maart werd Schwartz zesenveertig jaar oud. Een mooier verjaarscadeau had hij niet kun nen ontvangen. Het groote nieuws kwam niet heelemaal onverhoopt, want sinds Sep tember 1931 reeds had de balling gewacht, er met vaste hoop gedurig op zit ten wachten. Want reeds in December was er in het laboratorium een opvol ger voor hem aangesteld, de vrijgelatene Fièvez. Aan boord van de „Oranje Nassau", na de aankomst te Rotterdam. En intusschen had aan den overkant van den oceaan, zevenduizend vijfhonderd kilometer ver van Cayenne, een menschenhart opgehouden te kloppen. De stokoude moeder van den balling Alfons Paoli Schwartz was den 26en Februari 1932 kalm overleden. Haar laatste woorden waren „Nu komt mijn zoon terug De zwaarbeproefde kan evenwef nog niet weg hij moet rekening houden met de traagheid der ambtelijke machinerie Zeker, hij is vrij hij kan het land verlaten, het land van het eindelooze, martelende heimwee.... maar eerst moet er een officieel stuk van de regeering binnen zijn, een acte van vrijlating. Ja, wanneer zal dat papier komen Zou men zich haasten, daarginds in Parijs Als zij niet telegrafeeren, kan het stuk eerst in April te Cayenne aan komen, en dan zal Schwartz half Mei de kolonie mogen verlaten. Maar kijk, dezen keer heeft de overheid lofwaardigen spoed gebruikt, en den draad té hulp geroepen. Den 26en Maart 1932 wordt Schwartz op het gouvernement ontboden, en deelt men hem daar mede, dat hij genade heeft gekregen. En natuurlijk is hij blij maar hij heeft een voorgevoel van iets treurigs, dat hem thuis te wachten staat. Wat het is, weet hij niet. Hij vermoedt nog niet, dat de jonge grafheuvel van zijn moeder hem op het hart weegt. Heelemaal gelukkig worden kan hij maar niet. Het is ook allemaal zoo moeilijk geweest, en het heeft zoo lang geduurd. Als een mensch te lang honger gehad heeft, een te ergen honger, kan hij ook den besten maaltijd niet zoo aanstonds over de lippen krijgen. De heeren in het regeeringsgebouw worden nu erg beleefd, en vertellen, dat er eerst naar Suriname getelegrafeerd moet worden, of hij daar aan land' mag komen. Anders zullen ze hem daar niet van het schip laten, omdat hij de hooge waarborgsom niet storten kan. En nu, met de Paaschdagen, zullen die menschen in Paramaribo natuurlijk niet werken, niet antwoorden trou wens, wat beteekent voor hen een man uit het bagno Zoo denkt men maar het blijkt, dat een man uit het bagno voor de menschlievende Hollanders heel wót beteekent, want onmiddellijk telegra feeren zij terug, dat zij geenerlei bezwaar hebben tegen de aankomst van Alfons Paoli Schwartz. Den 29en Maart wordt dit den balling Schwartz medegedeeld. Tegelijk wordt hem gezegd, dat hij met het eerste het beste schip de kolonie verlaten móét want nu is er weer verbod tot oponthoud tegen hem uitgesproken. Drie dagen lang rent Schwartz van den eenen ambtenaar naar den an deren, want niemand weet, hoe de vrijlatingspapieren ingevuld moeten wor den hoe zoo'n papier er ongeveer uit moet zien. Het komt ook zoo zelden voor, dat iemand gratie krijgt, en op die wijze vrijgelaten wordthoe zouden die brave nikkers op de bureaux dan aan de noodige ervaring komen Maar zij willen den Duitscher, die altijd beleefd en vriendelijk optreedt, graag helpen. Zij hèlpen hem, en als het den 31en Maart middag is, kan'hij een klein pakje onder den arm nemen, en zich naar de haven van Cayenne begeven. Snel heeft hij afscheid genomen van de goede vrienden, van Rahel, van mademoiselle Rose, van de vroegere kameraden van 't Duivelseiland en van de negerfamilies, die hem welwillendheid betoonden. Eenigen hunner ver gezellen hem tot de haven, en daar staat een aantal schoolkinderen^ zwarte kleuters in hun Zondagsche kleeren. Het zijn lep ra-lij dertj es, die bij'hem de kuur volgden, en nu hun goeden vriend en weldoener een prachtigen ruiker komen brengen, bloemen uit het tropische oerwoud. Nog eer de kleine stoomboot St. Raphael de haven van Cayenne ver laat, is er 'n diepe blauwzwarte tropennacht over de „groote aarde" gedaald Dan stampt de machine en weldra schuift achter de reeling het land van het heimwee achteruit, tot het nog maar een donkere streep is, die door de zee wordt opgeslokt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 13