DE FIRMA MOET GELD TROUWEN door Ch. Raaymakers 1402 VRIJDAG 31 MAART 1933 No. 44 Het is zeer moeilijk," zei Macky Dunn. „De situatie is nooit makkelijk geweest," ant woordde Jim Manner. „Maar dit schijnt me de eenige oplossing." Waarna beiden een tijdlang in zwijgend nadenken verzonken. Dunn en Manner, compagnons in de firma Dunn Manner, electro-technisch bureau, verkeerden in bijzondere moeilijkheden. Moeilijkheden, die overigens meer voorkomen bij pas gevestigde firma's. Wat hun verhinderde, hun zaken vol doende uit te breiden en te ontwikkelen, was gebrek aan voldoende kapitaal. Maar daar zij jongelui waren met groote energie hadden ze reeds een middel gevonden, om in den kortst mogelijken tijd kapitaal in de zaak te brengen. Macky en Jim hadden besloten, dat één van beiden een vrouw met geld moest trouwen. Deze kwestie van geld trouwen, teneinde de firma van nieuwe kracht te voorzien, werd door hen absoluut zakelijk be schouwd. 't Was wel jammer, vonden ze, dat één van beiden een dergelijken betreurenswaardigen stap zou moeten doen, maar het belang van de firma ging vóór alles, en bij wijze van compen satie voor het slachtoffer werd bepaald, dat hij, die de vrouw met geld in de zaak bracht, voortaan twee derden der ontvangsten zou krijgen, in plaats van, zooals tot nu toe, de helft. Na een maand lang allerlei bals en partijen bezocht te hebben, meenden zij de vrouw gevonden te hebben, die de eer zou hebben, het vereischte kapitaal in de zaak te brengen en bovendien het privilege om de huisvrouw van één van hen te worden. „Wat denk je van Eva Jolling „Precies wat we hebben moeten," zei Macky Dunn enthousiast. Eva Jolling was het eenig kind van den ouden Job Jolling, een rijk man en eigenaar van het grootste electro-technisch bureau van Londen. Het was een prachtidee, vooral omdat Eva persoonlijk ook zeer aantrekkelijk was. Nu de firma hen eenmaal voor de spijtige kwestie had gesteld, was dit inderdaad de beste oplossing. Wie weet of niet mettertijd de oude soliede zaak van Jolling en hun jonge energieke dito vereenigd zouden worden. „Probeer haar te winnen, mijn jongen," zei Jim Manner. „Nee, Jim, dat is jou beter toevertrouwd," antwoordde Macky. Ze keken elkander aan. „Weet je wat," vervolgde Macky, „we zullen haar beiden trachten te ver overen. Die haar niet krijgt, kan dan den ander condoleeren. We zullen allebei eerlijk ons best doen. En voortmaken. Want dat extra-kapitaal hebben we dringend noodig." „Afgesproken." „Het moet den ouden Jolling plezier doen. Er zijn immers al een paar klanten van hem naar ons overgeloopen. Het komt goed van pas, dat we op vriendschappelijken voet met hem gebleven zijn." Dunn en Manner waren beiden volontairs gev/eest bij den ouden Jolling het had hun beiden verwonderd, dat de oude heer hun zoo goed gezind was gebleven, nadat ze een eigen zaak begonnen waren, in concurrentie met de zijne. Ze twijfelden dan ook niet of een van hen zou welkom zijn als schoonzoon. Eenmaal besloten, begonnen Macky en Jim hun campagne voor het aanvullend kapitaal met die energie, welke ook hun zaak omhoog gebracht had. Zij bewezen Eva Jolling bijzondere attenties. Zij bezochten haar huis onder alle mogelijke voor wendsels, gingen met haar naar bals, dansten met niemand anders. Theaters werden bezocht, pick nicks gearrangeerd. Evenmin werd de oude Jolling verwaarloosd. Hij v/erd uitgenoodigd op diners, dure sigaren werden hem cadeau gegeven. Job Jolling was een beminnelijke oude heer, die zich bij die gelegenheden bijzonder scheen te amuseeren. Het kostte Macky en Jim veel tijd en geld, maar dat werd beschouwd als noodzakelijke bedrijfs- onkosten. „Denk je niet dat het tijd is om handelend op te treden zei Macky, na twee maanden van £je lunch van het hofmakerij „met den ouden Job is het wel in orde, pindamannetje. genoegen, heeren, u aan te kondigen dat miss Jolling mij zooeven beloofd heeft mijn vrouw te zullen worden." „Feliciteer me," zei Eva. „Magnifiek, hè," zei de oude Job. „We kenden elkaar al lang," zei Eva, „maar nu er krankzinnige geruchten rondgingen dat vader geruïneerd was, is Manfred dadelijk naar vader gekomen en heeft gevraagd of wij nu niet dadelijk konden trouwen. Vader kon dan bij ons komen •inwonen. Hij had ons geld niet noodig, zei hij, maar mij alleen. Dat vond vader zoo mooi, dat hij meteen „ja" zei. Vinden jullie het niet prachtig?" Daarna nam de oude heer de gewezen vennooten mee naar zijn kamer. Hij presenteerde wijn en sigaren en informeerde opgewekt, of ze die idiote geruchten ook gehoord hadden. „Natuurlijk is er niets van waar," vervolgde hij, „ik heb er nooit zoo goed voorgestaan. Maar och, die geruchten komen zoo makkelijk in de wereld. Zoo vertelden ze een paar dagen geleden nog in de City, dat jullie er beroerd voor stonden. Je zaken verwaarloosd, en dergelijke. Ik ken jullie, niets van aan natuur lijk. Hé, wat Jullie willen me toch niet zeggen dat het waar is Noch Macky, noch Jimmy hadden den moed het te ontkennen. Hun gezichten hadden hen ver raden. „Maar goeie hemel," riep de vriendelijke oude heer, „waarom zijn jullie dan niet dadelijk naar mij gekomen Je weet toch dat ik mijn ge wezen volontairs graag help. Ik heb jullie al een paar goede klanten van mij gestuurd, ofschoon jullie niet wisten dat ik het gedaan heb. Kijk eens hier, kom morgen op mijn kantoor, en zeg me hoeveel jullie noodig hebben. Ik leen jullie met plezier." Macky en Jim gingen naar huis; ze voelden zich klein. „Nu we toch weer samen beginnen," zei Mackv, „dank zij den ouden Job, moet ik je iets zeggen. „Ja, Macky zei Jim. „Ik was werkelijk verliefd op Eva, Jimmy." „Ik ook, Macky." „En die geruchten over den ouden Job, die heb ik in de wereld gebracht, Jimmy." „Ik heb hetzelfde gedaan, Macky." „Wel verdraaid, Jim." „Precies, Macky." „Ik deed het om te voorkomen, dat jij Eva zou vragen." „Om dezelfde reden heb ik het ook gedaan." Zwijgen. „Wel te rusten, Jimmy." „Wel te rusten, Macky." Er was werkelijk niets meer te zeggen. en wat Eva betreft, geloof ik, dat ik maar hoef te spreken om haar „ja" te laten zeggen." „Beste jongen," zei Jimmy„ik wil je niet kwetsen, maar ik geloof dat je abuis bent. Ze geeft mij de voorkeur. Trouwens, dat kan jou toch niet schelen. Ik heb er niets tegen om dat meisje te trouwen. En daar jij altijd bezwaar tegen trou wen had, is er geen enkele reden, waarom jij je zou opofferen." „Nee, Jimmy," zei Macky fronsend, „jij kent me niet, dat merk ik wel. Het is voor mij heelemaal geen teleurstelling om met Eva te trouwen. Maar we zullen haar beiden vragen en zien wat er gebeurt, 't Zal voor jou een teleurstelling zijn, maar enfin, het kapitaal is toch de hoofdzaak." „Natuurlijk," bevestigde Jimmy droog. Daar mee lieten zij de zaak rusten. Maar het is een feit dat vanaf dat oogenblik een zekere verkoeling tusschen hen ontstond. Zij besloten te loten, wie het eerst met Eva zou spreken. Jim won. Afgesproken werd dat hij den volgenden dag zijn liefde zou verklaren had hij geen succes, dan zou Macky den dag daarop hetzelfde doen. Dadelijk na deze afspraak werd hun vriendschap weer hechter. Dien zelfden middag hoorden zij de eerste ge ruchten over financieele moeilijkheden van den ouden Job Jolling. Jim en Macky keken elkander verslagen aan. 't Had nu geen nut meer Eva te trouwen. Maar waar moest nu hun extra-kapitaal vandaan komen? ,,'t Zou niet fair zijn om Eva nu te vragen," zei Macky, en Jimmy was het met hem eens. „Laten we een andere rijke vrouw zoeken," opperde Jim. „Daar hebben we geen tijd meer voor," gaf Macky bescheid. „Zooals het nu gaat, kan de firma niet verder blijven bestaan," zei Jimmy weer„we zullen de firma moeten ontbinden om ieder voor zich opnieuw te beginnen." -,,'t Lijkt me de eenige oplossing," zei Macky. Aldus werd op de meest formeele wijze een einde gemaakt aan de zoo hoopvol begonnen samenwer king der beide vennooten. Een paar uur later hielden twee taxi's tegelij kertijd stil voor het huis van Job Jolling. Uit de een stapte Macky Dunn, uit de ander Jim Manner. Ze waren zeer verbaasd elkander te zien beiden gaven ze elkander vage verklaringen. De huisknecht dirigeerde hen als oudebekenden naar de huiskamer. Job groette hen harte lijk Eva een tikje schuchter, en luite nant Manfred For- ster - dien zij nog niet eerder hadden gezien met een koel en afwezig knikje. Beiden voel den zij een dade- lijken en instinctie- ven afkeer voor lui tenant Manfred Forster. „Nu Eva," zei de oude Job, met zijn opgewekte stem, „dit zijn onze beste vrienden, ver tel hun het groote nieuws." „Laat ik dat liever doen," zei de luitenant. Kort en officieel ging hij door: „Ik heb het

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 26