No. 44
(Dp teis dooi Jfedetland.
Avond op den IJssel (bij Kampen).
ILL
Toen hij uit de bagage-kamer kwam
ontmoette hij Bill Hinckley en drie van
diens vrienden, die hem kwamen afhalen.
„We zagen je niet uitstappen. Dachten
al dat je den trein gemist had. We keken
eens tusschen de passagiers van dezen
sneltrein," vertelde Bill hem.
„Nee, ik kwam met den locaaltrein,
die juist voor dezen hier aankwam, maar ik
vergat m'n tasch en kom net van den ba
gage-man vandaan. Ik zal vóór 't diner
hier even terug moeten komen om te zien
of ze 't ding al te pakken hebben."
Het eenige ernstige probleem, dat hem
overbleef, was de tijdelijke bergplaats van
zijn duurgekocht fortuin. Het was uitgeslo
ten, een ronde te maken in de nachtclubs
van Philadelphia met een paar honderd
duizend dollars aan geldswaardige papieren
in de voering van zijn overjas. Die konden
niet aan de genade van garderobe-bedien
den worden overgelaten. Clyde snakte
ernaar, zijn martelende gedachten met
alcohol te bedwelmen. Maar hij durfde er
niet aan te beginnen voordat zijn last veilig
was opgeborgen.
Zij vielen het dichtstbijzijnd restaurant binnen, en na het eerste rondje
verontschuldigde Clyde zich een oogenblik, zeggende dat hij het station wou
opbellen over zijn tasch. Hij ging recht door naar het naaste hotel en huurde
een kamer, die hij vooruit betaalde.
In die kamer bleef hij juist lang genoeg om zijn gestolen papiergeld en
effecten binnen in de matras te stoppen daarna keerde hij terug naar het
gezelschap, dat inmiddels zoo goed in de stemming was gekomen, dat het niet
eens opmerkte hoe lang hij weg was geweest.
Van dat oogenblik af tot vroeg in den Zondagochtend werd er gefuifd.
Tegen het eind ervan was Clyde nog nuchter genoeg om te weten, dat hij geen
onvoorzichtig woord had gezegd. Hij zorgde voor hun aller behouden thuisreis,
door ze in verschillende toestanden van versuffing aan de goede zorgen van
taxi-chauffeurs over te dragen, haalde zijn verloren tasch aan het station
terug, liet zich heldhaftig in een apotheek behandelen om zijn hoofd weer wat
helder te krijgen, en keerde naar zijn hotel terug, waar hij er in slaagde een
paar uur onrustig te slapen.
Laat in den namiddag pakte Clyde zijn nieuwe fortuin in zijn tasch en
vertrok met de eerstvolgende gelegenheid naar huis. Terwijl zijn zuster en
haar man sliepen, werkte hij voorzichtig een plank in den vloer van zijn slaap
kamer los en verborg daaronder zijn buit, tot hij het gemakkelijk-verkoopbare
deel ervan van de hand zou kunnen doen en de rest zou kunnen vernietigen.
Hij schatte dat hij meer dan driehonderdduizend dollar had.
Daarna ging hij naar bed en trachtte vergeefs te slapen, terwijl hij telkens
en telkens weer de details van zijn handelingen sinds Zaterdagmiddag naging.
Nergens kon hij een gaatje ontdekken in de manier waarop hij zijn plan had
uitgevoerd. Grainger en Boyd moesten al vele uren dood zijn geweest tegen den
tijd dat hij in Bellmore terugkeerde.
Als hun dood Zaterdag nog ontdekt was geworden, hadden zijn zuster en
zwager er toch blijkbaar niets van gehoord. Maar er was ook geen plaatselijk
Zondagsblad in Bellmore, en op een andere manier zouden ze er toch waar
schijnlijk niets over hebben kunnen hooren.
Er bestond 'n kans, dat Wheeler, de dagportier, niets zou bemerken
dien middag. Als hij op zijn eerstvolgende ronde nadat Clyde was gevlucht,
gezien had, dat de beambten niet meer in de voorkamer waren, zou hij ver
moedelijk concludeeren, dat zij naar huis waren gegaan, terwijl hij zijn ronde
maakte in een ander gedeelte van het gebouw.
Als hij ontdekte dat de achterdeur ontsloten was, zou hem dat te denken
geven, maar zelfs dan zou hij kunnen meenen dat hij zelf in een oogenblik
van verstrooidheid vergeten had haar te sluiten.
Natuurlijk zou er eindelijk alarm geslagen worden als Grainger en Boyd
niet bij hun gezinnen aan het diner verschenen. Deze twee waren niet van het
soort dat zoo maar eens 'n slippertje ging maken, of dat vrijwillig naliet op
tijd thuis te komen zonder voorafgaande kennisgeving.
Tenslotte zou men de hoogere bank-autoriteiten waarschuwen, en de
eerste gedachte zou zijn aan de mogelijkheid van misdaad of verduistering.
Maar niets zou bewezen kunnen worden, totdat het tijdslot Maandagmorgen
de kluisdeur losliet.
Dit alles dwarrelde herhaaldelijk door Clyde's geplaagde hersenen in
dezen slapeloozen nacht. Het was van het uiterste belang dat hij Maandag
morgen zooals gewoonlijk op zijn post was zonder een trekje op zijn gezicht,
dat iets zou kunnen verraden van wat er in hem omging. Maar hij voelde zijn
geest zoo gedeprimeerd, dat het hem een bovenmenschelijke beproeving toe
scheen. Overigens was het geen berouw over zijn daad, dat hem dit gevoel
gaf. Clyde was een van die naturen, die alleen door vrees worden ver
stoord.
Hij zei tegen zichzelf, dat als hij eenmaal de beproeving van het verschij
nen in de bank had doorstaan, hij vanzelf zijn evenwicht zou terugvinden,
en dan had hij niets te vreezen. Alleen Grainger en Boyd konden tegen hem
getuigen, en zij moesten noodzakelijkerwijs buiten staat tot getuigen zijn.
Aldus zichzelf moed insprekend, vertrok hij naar de bank met veel
vertoon van nonchalance. Hij voelde zich nu zeker, dat geen verdenking op
hem kon vallen. Onderweg kocht hij een ochtendkranttot zijn verbazing
was er niets over de verdwijning vermeld.
Maar zelfs dat was bij nader inzien zoo vreemd niet. De bank zou trachten
publiciteit zoo lang mogelijk te vermijden in een geval als dit, dat een paniek
onder haar cliënten zou kunnen veroorzaken. En het was nog steeds mogelijk,
dat het lot van Grainger en Boyd niet was ontdekt, noch het feit dat een groot
deel der effecten vermist werd.
Toen hij eindelijk zichzelf dwong de bank binnen te gaan op slag van
openingstijd, werd het hem direct duidelijk dat niemand van de employé's
besefte, dat er iets was gebeurd. Turner was er ook, vlak vóór hem.
„Hallo, ouwe makreel, kerel, wat zal jij gefeest hebben 1" riep deze uit.
„Je ziet er uit als het laatste halfuur van een bedorven leven 1 Vertel er eens
wat van
„Sst 1 Kalm aan 'n beetje 1" verzocht Clyde, met een poging tot imitatie
van vroolijkheid. „Hier in de buurt houden ze daar niet van 1 Ik zal het straks
bij de lunch wel in je privé-oor fluisteren."
Hij rilde onwillekeurig, toen zijn blik op Boyd's leegen lessenaar viel. Boyd
was anders altijd te vroeg. Turner ging op weg naar de kluis om zijn kasgeld
te halen Grainger zou juist bezig moeten zijn de kluis open te maken. Clyde
hoorde eenig gedrang in de gang, die naar de safe leidde. Hij voelde plotse
ling 'n verlangen, Turner terug te roepen.
Zijn eigen voeten schenen vastgekleefd aan den grond bij de gedachte,
dat hij Turner nu dadelijk moest volgen, als hij de kans wilde vermijden, dat
op hèm verdenking zou vallen. Hij keek haastig om zich heen. Niemand lette
op hem. Hij bukte diep over zijn papiermand, alsof hij daar iets wilde zoeken
en nam een lange teug uit de platte flesch in zijn heupzak de tweede reeds
dien ochtend. Spoedig voelde hij zijn moed terugkeeren.
Hij vermande zich eindelijlc en wandelde met groote stappen naar de
kluis.
De deur van de voorkamer was geopend, evenals de kluisdeur. Clyde zag
het al uit de verte. Een ontzettende angst greep hem bij de keel, en hij hield
met een ruk stil op den drempel van de voorkamer, onwillekeurig een hand
uitstekend naar den deurpost om steun te vinden. Hij bemerkte plotseling,
dat verscheidene van de directeuren in het vertrek waren.
Niemand merkte hem op. Allen luisterden met aandacht naar een vreem
deling, die een klein kastje scheen te demonstreeren, dat op den vloer stond
tegenover de safedeur. Clyde herkende direct de stem van den verkooper dien
hij den vorigen Woensdag met Grainger had hooren praten, den man wiens
woorden het noodlottige plan bij heni hadden verwekt.
„Dit alles, mijne heeren, bewijst u dus het enorme nut van dit dingetje,
dat ik uw hoofdkassier verleden week wist te verkoopen, nadat ik hem had
aangetoond dat het maar een klein gedeelte kostte van den prijs van een nood-
deur. Hier is de kleine zuurstoftank, die de verbruikte zuurstof aanvult. Hier
is het vaatwerk met chemicaliën, die de schadelijke deelen uit den mensche-
lijken adem opnemen en onschadelijk maken. Een van de grootste banken in
New York heeft het met succes beproefd. En nu zijn uw beambten hun ge
vaarlijke ondervindingen doorgekomen zonder meer nadeel ervan te onder
vinden dan het onaangename gevoel van een leege maag. En zij zijn in staat,
den man die hen opsloot, te identificeeren 1"
„En hier is hij 1" riep Wheeler uit, terwijl hij Clyde's armen van achteren
vastgreep.
Maar deze gedwarsboomde jonge moordenaar maakte geen beweging om
te ontsnappen. Hij zakte in een diepe bewusteloosheid in den greep van den
portier. Toen de politie 'n uur later de losse plank in den vloer van zijn slaap
kamer ontdekte, lag hij nog in denzelfden toestand in zijn cel op 't hoofd
bureau.
Tom Clvde's ambities om vlug rijk te worden ontvingen opnieuw een
duw in de verkeerde richting. Ditmaal een ernstigen twintig jaar weinig
lucratieve arbeid in een staatsgevangenis.