IN SMOKKELJUMSUMID No. 44 VRIJDAG 31 MAART 1933 1385 hun inlichtingen, zooals de-smokkelaars de hunne hebben. Deze laatsten vertelden ons, dat ze gin gen, omdat het zoo'n bijzonder donkere nacht was, maar dat kennen we. Langzamerhand wordt het licht, maar er doet zich niets voor. We worden het wachten moe, en denken al over opstappen, als een der commiezen ons bij den arm terughoudt, en naar een verder gelegen boschrand wijst. En.. daar zien we een zich langzaam voort bewegende figuur. In een oogenblik zijn we allemaal op de been, de fotograaf morrelt al voortbeenende aan zijn toestel, de commiezen roepen aan, de revolver al bij de hand. Maar de donkere figuur denkt niet aan wegloopen. Hij Iaat zich heel goedig fouilleeren, en blijkt niets bij zich te hebben van verboden waar. Dat is eenerzijds een teleurstelling, maar anderzijds is het den fotograaf gelukt, een aardige actie-kiek te maken, zij het dan ook, dat door de snelheid, waarmee dit gebeuren moest, van den aangehoudene niets meer te zien is dan.... een voet We verlaten onze vrienden, want er schijnt ook hier niets meer te beleven te zijn. Terug naar Hulst, en vervolgens de boot naar Hansweert. De tocht is volbracht.... Maar twee dagen daarna bereikt ons van onze vrienden smokkelaars een geheim zinnige briefkaart, die laat raden, dat er „iets" te doen is. Weer maken we ons op tot een expeditie. Het haastige vervoer van koeien uit de havenplaats naar de grensdorpen geschiedt vaak met groote vracht auto's, die van 12 tot 20 koeien bergen kunnen We zullen deze weer niet heelemaal beschrijven, daar er niet veel verschil'is met -de vorige. Alleen het weer was goed, en het vertrek vond plaats in den morgen, omstreeks half vier. We zijn toen heelemaal meegegaan, omdat we ook van de aankomst wat En tot slot namen we als souvenir een kiek van de „jongens", ter wijl ze den tijd doorbrengen met een spel letje kaart, wachtend op een nieuwe onder neming, die geld in het laatje kan brengen In een oogwenk zijn we allemaal op de beende foto graaf morrelt in 't loopen wat aan zijn toestel, de commiezen roepen aan. de revolver al bij de hand wilden zien. En die hebben we gezien. Foto's maken was ons hier echter niet vergund. Wel konden we onder weg, toen we (het was al dag geworden) bij de plaats van bestemming aankwamen, nog twee aardige opnamen maken van de uitwerking vati "een voorposten-alarm (dat echter op een misverstand bleek te berusten). En tót slot namen we als souvenir een kiek van de jongens, terwijl ze den tijd doorbrengen met 'n spelletje kaart, wachtend op een nieuwe onderneming, die geld in het laatje zou kunnen brengen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 9