4
VRIJDAG 7 APRIL 1933
No. 45
De zomerwind, met milden zwier,
brengt zonnewarmte en vertier
van plots'Iing openspringend groen
langs straat en gracht, en in 't plantsoen.
De knoppen glimmen, zwellen dik,
en springen met een lichten tik
Een blaadje rolt zich rits'lend los,
en op dit sein volgt 't heele bosch.
In tuin en hof ontwaakt de zucht
te pronken in de lentelucht
te groeien in den warmen dag,
en uit te waaien als een vlag.
Geen Maartsche buien, koude wind,
geen nevelwolken en geen sneeuw
De lucht is blauw en blauw de zee
De wind is zwierig als een meeuw
En langs de wegen loopt het uit;
aan alle kanten komt het geel
der narcissen door 't stijve groen,
gewaaid op d'eleganten steel.
En crocussen, dat kleurig goed
waagt zich (wat schuchter nog) uit 't gras
De klokjes trillen in den wind,
door licht en warmte in hun sas.
En aan de Maartsche dijken blauwt
het van viooltjes, pas ontwaakt
En door de warmte plots verrast,
in een snel bloeien losgeraakt.
Maar mooier dan dit alles is
het wit gewoik der pruimeboomen,
die feestboeketten, opgesteld,
het groen omsluitsel losgekneld,
om vrij in 't zonnetje te droomen.
Het groeit en bloeit in Zeelands tuin,
Het riekt, het geurt aan Zeelands duin
De aard breekt lachend open
Het lenteleven is ontwaakt,
en bloem en knop zijn losgeraakt
en aan de boei ontkropen 1
De kassen geuren, overvloed
van groen en bloemen, blijde stoet
van feest'lijke guirlanden
Het voorjaar komt, het is er al,
het stort zich neer in bloesemval
over de Zeeuwsche landen 1
Een kostbare
orchidee in