3kd1 No. 46 VRIJDAG 14 APRIL 1933 1453 „Ik verdien aardig geld met drankzaken. Misschien heb ik van smokke- laarswerk geprofiteerd ook. Er zijn menschen geweest, die me tegenwerkten die dubbel spel met me wilden spelen en toen waren ze er ineens gewéést. Ik wil, dat je goed begrijpt, met wat voor mensch je te doen hebt." Alan knikte, anders niets. „Ik weet precies, hoe 't met jou gaan zal, Beckwith. Je bent een gewoon mensch, en ik ken de menschen. Gisteravond leed je aan de verstandsverbijs tering, jezelf van kant te willen maken en we zullen zeggen, vanavond ook nog dat komt, omdat je zonder geld zit, zonder eten en kleeren en vrienden. Als je met mij contracteert, krijg je een soort positie in de maatschappij. Wèt 't ook voor een vrouw is, die je krijgt, en hoe erg je haar ook aan haar lot overlaat, je zult jezelf toch als een getrouwd man gaan beschouwen. Je zult meer geld hebben, dan je ooit hebt durven droomen goed eten, goeie kleeren en niets te doen. Dan ga je natuurlijk aan 't leven hechten. Ik waarschuw je alleen maar als je die twintigduizend dollar van me aanpakt, heb je je doodvonnis geteekend." „Ja dat begrijp ik." „Ik ben benieuwd, of dat waar is. Om 't nog een beetje duidelijker te maken er zal in die dertien maanden, dat je nog leeft, geen minuut zijn, dat je niet in 't oog gehouden wordt. Als je terugkrabbelt als je probeert te ontsnappen word je vermoord. Als de dertiende maand om is, kan 't me eigenlijk heel weinig schelen, of je zelfmoord pleegt of niet. Als je 't niet doet, zal een gedienstige geest de moeite van je overnemen. Ik wil niet opsnijden, maar ais je eens goed informeert, zul je hooren, dat Andrew North zich nog nooit door iemand in de luren heeft laten leggen. En nu...." zijn stem klonk weer wat vriendelijker, en de stalen strakheid van zijn gezicht werd matiger „neem me niet kwalijk, dat ik een beetje grof geweest ben. Ik spreek zoo niet dikwijls maar ik wou je goed laten inzien, wat je begint. Zoo doe ik in groote dingen altijd. Ik ga er nogal groot op, dat ik nooit ergens omheen draai. Ik speel open kaart met je. Dan kun je later nooit komen huilen, dat je 't zoo piet begrepen had, en dat je tot andere gedachten bent gekomen. Als je begint, gaat 't door ook." „Ik begrijp u volkomen. En als ik toestem?" „Dan stem ik óók toe. Dan vraag je morgen bij een groote maatschappij een verzekering voor honderdduizend dollar aan. Zoodra de polis geteekend is trouw je ik zal zorgen, dat ik een woning voor je klaar heb." „Mag ik vragen, hoede vrouw, die ik trouwen moet, heet „Beverly Ames." De naam trof Alan het klonk dichterlijk, romantisch er zat iets zafchts in, dat volstrekt niet overeenstemde met zijn verwachting. Het zou natuurlijk een grove vrouw zijn hij had een groven, harden naam verwacht, even lawaaierig en ordinair als het schepsel zelf, dat in dienst stond van dezen czaar der onderwereld, dezen leider van inbrekers en moordenaars, dezen blonden, onmenschelijken, bloedeloozen Andrew North, die nooit lachte en nooit boos keek. „Beverly Ames...." Toen voegde hij er wat onnoozel aan toe: „Mooie naam." North haalde zijn schouders op. Wat doet dat er toe „Niets natuurlijk." „Dus we gaan verder ik zal je geld geven, om de premie voor 't eerste jaar te betalen. Zoodra je de polis hebt, trouw je, en je gaat naar je woning. Dan kun je dertien maanden lang precies doen, wat je verkiest. Je wordt voort durend in 't oog gehouden; dus, zooals ik al gezegd heb, hoefje over ontsnappen niet eens te denken. Als je op reis wilt, zul je me permissie moeten vragen. Dan krijg je iemand mee iemand, die kan zorgen, dat je je aan onze overeen komst houdt „Pardon, meneer North," zei Alan met kalme waardigheid, „u hebt met een gentleman te doen." „Klets 1 Niemand blijft gentleman, als zijn leven op 't spel staat." „Dat hebt u mis, meneer. Misschien hebt u niet veel ondervinding van gentlemen „Ik heb menschenkennis dat is genoeg. In ieder geval, ik riskeer niets. Dus heb ik je volkomen duidelijk gemaakt, wat je te wachten staat Dat je, als je op de overeenkomst ingaat, geen minuut langer meer te leven hebt dan dertien maanden „Ja, meneer." „En je antwoord Alan aarzelde. Zijn hart bonsde onzin nig, want hij had gedacht, om dezen tijd al dood te zijn dood door eigen opzet. En toch was er iets griezeligs aan, zichzelf maarzoo kalm ter dood te veroordeelen. Toen ging zijn hoofd wat achteruit en hij keek Andrew North recht in de oogen. „Ik neem 't aan," zei hij. VIJFDE HOOFDSTUK Met een vreemde, onbegrijpelijke menge ling van gevoelens drong Alan zich een paar minuten later door de draaideur van Markstein, en ging hij de straat op. Hij had vijftig dollars in zijn zak, een voorschot van Andrew North. Hij ging op den rand van het trottoir staan, wenkte een taxi, die doorreed, en bleef staan, en probeerde te denken. Hij voelde zich onuitsprekelijk opgelucht en onuitsprekelijk verschrikt. Hij vroeg zich af, of hij geen groote dwaasheid begaan had en toch bleef hij nog meenen, dat hij niet anders had kunnen handelen. Zijn zelfmoord-besluit den vorigen dag had hij genomen in de marte ling van gebrek en wanhoop. Het was, zooals Andrew North gezegd had zijn leven was hij al kwijt. Maar toch voelde hij zich nog erg le vend, en voor 't eerst in drie jaren tijds kwam er weer moed en hoop in hem op. Maar wat kón hij eigenlijk hopen Hij had niet opgezien tegen een plotselingen dood misschien zou hij er nu nóg niet tegen opzien maar met de gedachte aan een uitstel van ruim een jaar schrikte de dood hem af. Want ondanks zijn vast voornemen zich aan de voorwaarden te houden, leefde diep in hem de hoop, dat er in het jaar, dat hem nog bleef, iets zou gebeuren, dat zijn dood zou verhinderen. Hij kón nog terug; maar hij vond, dat dat niet ging al zou North willen. North was ongevoelig', onmenschelijk maar hij was eerlijk geweest. Hij had 't hem tégen gerede neerd gewaarschuwd, dat er geen sprake kon zijn van terugkrabbelen en hij kende North genoeg, om te begrijpen, dat die niet in 't wilde praatte. Rare kerel, die North, onverzettelijk, onverzoenlijk, gewetenloos. Maar toch, op zijn eigen ontaarde manier, eerlijk. Dat woog in ieder geval tegen veel schurkachtigheid op. Enfin, hij zou óók eerlijk zijn óf hij maakte (Vischsport. met hengel en schepnet in Lost Lake, Oregon, Ver. St.)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 13