No. 46 VRIJDAG 14 APRIL 1933 1469 ^onge Moedets. deur van de bibliotheek werd opengegooid en zij werd aangediend „Miss Waynflete, mylady Beatrice ging naar binnen en zag zich de hand toegestoken van een heel klein, oud dametje in een tweed rok en blauw zijden blouse, leunend op een ebbenhouten stok met een duidelijk zichtbare snor op haar bovenlip. Nadat ze haar de hand gegeven had, bekeek lady Bromwich haar gast van top tot teen zorgvuldig door haar lorgnet. „Keer je eens om, lief kind," zei ze kortaf, „ah, ja, dat zal wel gaan," voegde ze er even later aan toe, „maar ik zeg liever nog niets, voordat ik je heb zien draven." „Draven?" herhaalde Beatrice verbluft. „Ga zitten, kind, en laten we eens wat nader kennismaken," zei de oude dame, „ik heb veulentjes gezien, die er in de puntjes uitzagen, als ze van stal kwamen, maar die erbij neer vallen, als je probeert ze hard te laten loopen. Maar ik heb zoo'n idee, dat jij het wel zult doenja 1" Beatrice voelde zich een beetje beduusd. „U bent.u bent dus mijn goede fee stotterde ze. Ze had gedacht, dat dit wel de aardigste benaming was, die ze voor de oude dame kon bedenken en ze had zich voorgenomen haar zoo te noemen. Maar mylady keek haar verbaasd aan. „M'n lieve kind," zei ze, „laten we nu in vredesnaam niet poëtisch tegen elkander worden. Kom nouik een goede fee't mocht wat! Nee hoor, ik ben je pikeur en ik moet je africhten voor den wedloop naar een goed huwelijk 1 Zoo staan de zaken. Zeg me nu eens, hoe je Steven Borradaile vindt „Hij is een schatzei Beatrice. Lady Bromwich knikte goedkeurend. „Ik begrijp volkomen, wat je bedoelt. Hij is een schat, maar hij is zoo onnoozel. De arme oude stumperd beeldt zich in, dat je op slot van zaken wel met hem trouwen wilt, ofschoon „O, maar dat is gewoonweg onmogelijk zei Beatrice dadelijk, „ik heb hem toch ge zegd, dat het niet ging „Precies Jij rent niet op commando. Jij kijkt eerst uit, of het wel de moeite waard is. Maar je zou er zeker niets tegen hebben aan een wedren om een gravenkroontje mee te doen, wel „Heusch, lady Bromwich, het is mij daar niet om te doen," protesteerde ze, „ik.... ik heb heelemaal niet aan trouwen gedacht en ik voel volstrekt geen behoefte om te...." „Dat is nog wel zoo goed, om maar niet te denken," mompelde mylady, „als de jonge lui begonnen met denken, dan trouwde er geen een. Steek een sigaret op I" „Neen, dank u wel." De oude dame scheen verwonderd, zelfs een beetje geërgerd. „Rook je niet?" vroeg ze. „Heel zelden," zei Beatrice, „ik geef er niet veel om." Zij nam de doos sigaretten op en reikte die aan de oude dame. „U soms?" vroeg ze glimlachend. „Sigaretten is snert. Ik rook ze alleen als ik uit ben," zei de oude dame, „thuis rook ik liever een pijp." ,,'n P-ij-ij-p stotterde Beatrice, die bijna flauw viel van schrik. „Ja, ik dacht wel, dat je het verschrik kelijk vinden zou, maar daar is nu eenmaal niets aan te doen. Toen Steven het erover had, dat hij je bij me sturen wou, heb ik hem wel gezegd, dat ik je nog dol zou maken." „Ik word er niet dol van.... heelemaal niet," zei Beatrice wanhopig zich bedwingend, „alleen.... ik dachtdat dat men tegenwoordig geen pijpen meer rookte „De mannen niet," zei lady Bromwich, „die hebben de pijp opgegeven voor sigaretten en goedkoope sigaren. Maar ik heb mijn pijp nu al dertig jaar lang gerookt en ik geef dat niet op, tot mijn dood toe Geef me de lucifers maar eens aan, lieve meid Het gezicht van die merkwaardige oude dame met haar borstelige wenkbrauwen en donzige bovenlip, met 'n meerschuimen pijp in den mond, waaruit ze met genoegen zat te puf fen, was iets, waartegen haar zenuwen niet be stand waren. „Er bestaat niets heerlijkers, liefste. Met tertijd kom je er ook wel toe 1" Beatrice begon hardop te lachen. „Heusch, ik geloof niet, dat ik ooit zoover zal komen Ik weet wel zeker van nietriep ze gierend uit. „Ik heb al wel een half dozijn jongelui voor je uitgezocht," zei mylady ernstig. „Maar ik heb toch maar één man noodig," zei Beatrice, „en feitelijk heb ik er liever heelemaal geen een 1" ,,'t Is toch altijd aardig om keus te hebben," ging lady Bromwich onver stoorbaar voort, „ik zal je nu niet met hun namen lastig vallen. Maar mijn eigen smaak helt het meeste over naar Reggie Bridger." Ze trok 'n paar maal aan haar pijp en vervolgde dan „Hij is door en door een sportsman. Je zult hem wel graag mogen lijden. Hij won in Oxford alle prijzen en roeide mee in den wedstrijd en deed al die dwaze dingen, waar mannen nu eenmaal van houden. En dan, hij heeft een bom duiten, ten minste hij hoort ze te hebben en het is de aardigste jongen van heel Londen. Je kent hem natuurlijk van naam, nietwaar „Ik ben bang, dat het niet zoo is," zei Beatrice bedeesd. „Ken je Reggie Bridger niet? Maar lieve kind, zijn merrie heeft verleden jaar bij de Derby-rennen gewonnen. En Reggie wordt nog eens baronet en je zou een heel wat mindere partij kunnen doenJa Wat is er?" Er kwam een dienstbode binnen, die zei: „Mijnheer Borradaile vraagt u te spreken, mylady." „Laat hem maar hier." Toen het meisje weg was, zei lady Bromwich tegen Beatrice „Ik denk, dat hij je wil komen waarschuwen tegen mijn slechte manieren." Zoodra de vlugge gestalte van Borradaile in de deuropening verscheen, stond Beatrice op en ging hem glimlachend van plezier tegemoet. Hij gaf haar stevig een hand en wendde zich dan tot lady Bromwich. „Zoo.zei hij, „de proef is dus begonnen En hoe loopt het zaakje

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 29