HET No. 46 VRIJDAG 14 APRIL 1933 1447 De koorddanser van den troep. Het voeren van de artisten geschiedt op een griezelige manier; de diertjes nemen hun diner n.l. op den arm van hun eigenaar. Twee artisten vai. het vlooientheater op de fiets; zij trappen niet, maar bewegen de fiets door te duwen en op het wiel te loopen. De brandweer van de vlooien; de diertjes trekken de brandspuit- zelf. Hoe de vlooien een wagentje trekken met een dun gouddraadje om hun hals zijn zij aan den boom verbonden. Het is even verwonderlijk als min of meer griezelig en ietwat onsmakelijk het vlooientheater, dat vroeger op geen enkele kermis ontbrak en ook nu nog dikwijls naast den draaimolen en de schiettent staat, 't Is ook min of meer onbegrijpelijk dat 't publiek komt kijken naar diertjes, die nu eenmaal geen goeden naam hebben en die ons altijd een onaangenamen en viezen indruk geven, maar men gaat wel kijken naar menschen, die ge vaarlijke toeren maken voor iedereen, die zijn twee kwartjes of een gulden entrée betaald heeft, dus waarom zou men 't eenigszins onsmakelijk schouw spel van een vlooientheater niet bekijken? 't Is ook voor een leek onbegrij pelijk, dat men zulke sterke staaltjes van dressuur kan bereiken met diertjes, die 'n gewoon mensch bijna niet kan zien en die zeker niet gemakkelijk te pakken zijn. Hoe moet men zulke diertjes inprenten, wat men ze wil laten doen? Het schijnt echter toch mogelijk te zijn, te oordeelen naar de presta ties van de artisten in 't vlooien theater, 't theater van het geduld.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 7