ff' w ■IIP' DOOR OCTAVUS ROY COHEN %ITTEEE 'aar heb je gezeten Ik heb me doodsbenauwd over je gemaakt. En gedroomd heb ik over je ik dorst er niet vóór 't ontbijt over te spreken, uit angst, dat 't uit zou komen." „Was 't zoo erg Zij huiverde. „Afschuwelijk. Maar enfin, je bent er." Zij keek hem aan met moederlijke teederbeid. „Alan er is wat gebeurd - iets goeds. Ik zie 't aan je oogen, je kijkt niet meer zoo somber en zoo gejaagd. Vertel je 't me „Ja." Hij keek glimlachend op haar neer, op dat kleine vrouwtje, dat zoo dapper voor hem gevochten had, de eenige mensch ter wereld, voor wie hij tenminste iéts beteekende. „Ik heb geluk gehad; bijzonderheden kan ik je niet vertellen, Garry" zij glimlachte, toen hij het troetelnaampje gebruikte „maar 't is heusch schitterend. Binnen veertien dagen krijg ik geld, Garry, een massa geld meer geld, dan wij een van tweeën ooit bij elkaar hebben gezienen weet je, wat ik 't allereerste doen ga? Ik kom gauw met 'n taxi naar hier toe, en dan betaal ik je mijn heele schuld, en dan neem ik je mee naar een grooten winkel, en dan koop ik de fijnste japon voor je, die ze hebben, en een hoed, en mooi ondergoed, en een zijen ochtendjapon.. „Doe niet zoo gek 1" „Ik meen 't 1 En dandan zal ik je nog een nieuwtje vertellen." „Wat Ik ben er zenuwachtig van ,,'t Is nog een geheim, Garry. Maar je komt 't gauw genoeg te weten. Je zult er wel blij om zijn. En nu zal ik je niet langer ophouden. Ik wou 't je alleen maar even komen vertellen." Hij keerde zich om, en zij legde '11 hand op zijn arm. „Waar ga je heen, Alan „Naar een hotel. Een goedkoop hotel. Daar heb ik geld genoeg voor." „Waarom ga je niet in je eigen kamer slapen, boven „Mijn kamer Heb je die dan niet verhuurd „Nee." Ze schudde haar hoofd. „Die heb ik voor je opengehouden, Alan. Ik wist wel, dat je terug zou komen." ZESDE HOOFDSTUK. De twee dokters, die Alan voor de verzekeringsmaatschappij onderzocht hadden, prezen zijn gestel zonder voorbehoud. „Een beetje ondervoed, zou ik zeggen," gromde de ééne, „u moet meer eten, jongeman." Alan grinnikte. „Dat zal ik doen." „Geen eetlust gehad „Dat niet precies." „Liflafjes, hè? Dingetjes die je gehemelte streelen en je maag bederven. Ik ken die heertjes Fransche keuken en soda-mint-tablettenen toch niet last met de spijsvertering gehad, zegt u „Neen. Niet, dat ik me herinneren kan." „Nu, neem dan een goeden raad aan, en houd u aan eenvoudigen kost gewoon vleesch en aardappelen en spinazie en alle soorten van groente en eet een beetje minder schoteltjes met gekke namen en onbekende afkomst. En wat de verzekering betreft, daar ben je zoo goed voor, als ze maar kunnen wenschen." Alan ging plichtsgetrouw rapport uitbrengen aan Andrew North, op diens weelderige kamers in de deftigste wijk der stad. North knikte. „Goed. Daar heb ik op gerekend. Je hebt nu een poosje den tijd, om over 't zaakje na te denken, Beckwith. Je kunt nog steeds terug, 't Beetje geld, dat ik je voorgeschoten heb, waag ik er aan." Alan schudde het hoofd. „Neen, dank u. Van't oogenblik af, dat ik bij Markstein wegging, heb ik alles van uw kant bekeken. Ik heb me voorgesteld, dat mijn lichaam in de rivier lag wat mij betreft, ligt het daar nog steeds. Ik ben van plan, die dertien maan den zoo van 't leven te genieten, dat ik te zijner tijd keurig verdwijnen kan, met 't gevoel, dat ik een goeden koop gesloten heb." „Prachtig. In ieder geval zal 't te zijner tijd moeten gebeuren of je 't keurig doet of niet. Weet je mis schien, wanneer de polis klaar is „Neen, meneer, maar lang zal 't wel niet duren. Ze zeggen, dat ik lichamelijk heelemaal in orde ben, zonder eenig voorbehoud goedgekeurd. Dus alleen nog maar administratie doorsturen naar 't hoofdkantoor en zoo." „En de belanghebbende?" „Mijn echtgenoote, Beverly Ames Beckwith." „Uitstekend." North raadpleegde een notitieboekje. „Nu de betaling van de premie. Zoodra je een kennisge ving krijgt, dat de polis er is, open je een rekening bij de Eerste Nationale Bank met een iets hooger bedrag dan de premie. Dan kun je de p«emie betalen met 'n chèque van jezelf. Als dat gebeurd is, zullen we op jouw naam twintigduizend dollar contant deponeeren. Daarop volgt direct je huwelijk met Beverly." KORTE INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE. Alan Beckwith, door honger ge dreven, wil zelfmoord plegen. Hij wendt zich tot den bendeleider Andrew North om op zijn naam een levensverzekering af te sluiten. Met de gelden van de polis zullen dan na zijn dood zijn schulden be taald moeten worden North wijst dit voorstel af. Hij biedt Beckwith echter aan een levensverzekering voor hem te sluiten van 100.000 dollar. Alan Beckwith krijgt dan 20.000 dollar contanten, maar moet na dertien maanden uit het leven verdwijnen. Het resteerende bedrag valt dan aan North toe. De polis komt te staan op naam van een vrouw, Beverly Ames, met wie Alan Beckwith op aanwijzing van North moet trouwen. „Begrepen. En wanneer zal ik kennis maken met mijn D. aanstaande vrouw?" IN O. J North kneep zijn oogen half dicht. Hij gaf geen direct antwoord op de vraag. „Je bent een heel eigenaardig ventje, Beckwith." „In welk opzicht?" „Heelemaal omgeslagen sinds dien avond. Toen deed je twijfelachtig en voorzichtig. Nu ben je.ik zou haast zeggen roekeloos." „Dat ben i_k ook, meneer. Hoe zou ik anders van die dertien maanden kunnen genieten? Ik leef bij den dag - ik neem alles, zooals 't is, en later zien we wel wéér." „Goed ik feliciteer je. Zoo wordt 't voor ons allemaal veel makkelijker." Hij zweeg even. „Ik heb een woning voor je op 't oog een gemeubelde flat in de Avonmont. Ken je 't gebouw Alan kende het een nieuw, grootsch flatgebouw van 100de en gele baksteen, in een der mooiste wijken der stad. Het vooruitzicht alleen al, daar te wonen, wond hem op. „Moet ik de huur betalen „Nee. 't ls niet. veel ik zal 't wel voor mijn rekening nemen. Ik ben niet krenterig. Je krijgt vier kamers en een badkamer keuken, slaapkamer, eet kamer en een zitkamer, waar je óók slaapkamer van maken kunt. Ik weet zeker, dat 't je wel aan zal staan." „Daar twijfel ik geen oogenblik aan. E11 1111 zou ik graag met juffrouw Ames kennis maken, als u er geen bezwaar tegen hebt." „Dat vind ik niet noodig. Je krijgt haar te zien, als 't tijd is." Alan was een beetje uit zijn humeur, toen hij wegging. Eigenwijs van North, dat hij hem geen kennis wou laten maken met zijn toekomstige vrouw 1 Geen reden te bekennen maar de heele toestand was zoo gek en onwerkelijk, dat hij niets meer buitengewoon hoefde te vinden. Nog geen week daarop kreeg Alan bericht van de verzekeringsmaat schappij, dat zijn polis ten bedrage van honderdduizend dollars klaar lag, en hem kon worden overhandigd tegen betaling van de eerste jaarpremie. Aan stonds gaf Andrew North hem een bedrag, iets grooter dan de premie, en hij deponeerde dit op zijn eigen naam. Den volgenden dag ging hij naar het ver zekeringskantoor, schreef zijn chèque voor de premie, en gaf die kalm over. Zijn opmerking, dat zij naar de waarde van de chèque konden informeeren, vóór zij de polis afgaven, werd beantwoord met een glimlach en hij wan delde naar de woning van Andrew North, met in zijn binnenzak het lijvige document, dat in werkelijkheid zijn doodvonnis was. North keek de polis door en knikte goedkeurend. ;,Ben je klaar om te trouwen?" „Ja." „Je hebt nu je laatste kans, om je terug te trekken." „Ik ben niet van gedachten veranderd." „Kom dan maar mee. Ik heb de huwelijksvergunning klaar. Je trouwt in 't publiek, op het stadhuis." „Waarom „Voor alle zekerheid tegenover de verzekering. Ik zal zorgen, dat we getuigen hebben, die zich 't huwelijk herinneren, als er soms ooit twijfel over de geldigheid mocht worden geopperd." „O. Ja. En juffrouw Ames „Die staat klaar. We zullen haar met'n taxi afhalen." Tijdens den rit voelde Alan een vreemd mengelmoes van vrees en van doodgewone nieuwsgierigheid in zich. Nu was hij op weg om te trouwen te trouwen met 'n vrouw, die hij nog nooit gezien had, en met wie hij in geen geval langer dan dertien maanden verbonden zou blijven. Verduiveld vreemd het geheele geval maar op het oogenblik ging toch heel zijn vrees voor de toekomst onder in een zeer natuurlijke spanning over de vraag, wat voor een vrouw Beverly Ames zou blijken te zijn. Het adres, dat North den taxi-chauffeur gaf, had hij niet verstaan en hij zou er ook weinig aan gehad heb ben, want de plaats der ontmoeting was een zeer neutrale winkel op den hoek van een straat. Maar dat wist Alan niet, dus vermoedde hij nog niets, toen zij stopten in een rustig, zeer net stadsgedeelte, en de koude grijze oogen van North rondzochten naar het meisje.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 12