Voor den vischmaaltijd Doorstopwerk Een ronde taschgebreid in lussenpatroon Aan verschillende briefschrijfsters Gebreide tenmssokjes 1490 VRIJDAG 21 APRIL 1933 No. 47 TAe hieronder beschreven sokjes kunnen zoowel van onverschietbaar katoen worden gebreid als van wol. De hoofdkleur ervan is wit, met een weinig steenrood en blauw voor den omgeslagen rand. Men begint met wit, waarmee men 70 st. opzet, welke men over 3 naalden verdeelt 24 st. op de eerste 2 naalden en 22 st. op de 3de naald. Men breit eerst 4 toeren 1 r. 1 aver., dan 3 toe ren r. en begint dan, met het blauw, aan het patroon als volgt lste toer 1 st. wit, 2 st. blauw, 1 wit, 1 blauw. Deze steken herhaalt men tot het einde van den toer. 2de toer 1 bl., 2 w., 1 bl., 1 w. Den geheelen toer herhalen. 3de toer zooals de eerste. Dan wordt het blauw afgebroken en breit men 3 toeren wit, waarna men met rood begint als volgt 7de toer 2 w., 1 r., 2 w., 1 r., 2 w., 1 r., 1 w. Deze st. den geheelen toer herhalen. 8ste toer 1 w., 1 r., 2 w. 3 r., 2 w., 1 r. Den gehee len toer herhalen. 9de toer 1 r., 2 w., 5 r., 2 w. Den geheelen toer herhalen. 10de toer zooals de 8ste toer. 11de toer zooals de 7de toer. Hierna breit men weer 3 toeren wit. Vervolgens breit men nog eens, met blauw, den Isten, 2den en 3den toer, waarna men weer 4 toeren wit breit. Verder breit men steeds met wit, eerst nog 24 toeren 1 r., 1 aver. Nu wordt het werk binnenst buiten gekeerd en breit men verder op den linkerkant van het werk 6 r. 1 aver, tot men nog 5 c.M. heeft gebreid. Dan begint men aan den hiel aldus Men breit de eerste 18 st. van den toer en brengt de laatste 18 st. van den toer over op dezelfde naald. Op deze 36 st. wordt de hiel gebreid. De overige 34 st. laat men voorloopig rusten op 2 naalden voor de wreef. De hiel wordt r. aan den rechter en aver, aan den linkerkant gebreid. De lste st. van de naald wordt steeds afgehaald. Men breit nu op de vol gende manier lste toer 35 st. breien, omkeeren. 2de toer 34 st. breien, omkeeren. 3de toer 33 st. breien, om keeren. 4de toer 32 st. breien, omkeeren, enz. Men gaat op deze wijze voort, bij eiken toer 1 st. minder breiend, tot men in het midden 10 st. heeft gebreid en aan weerskanten daarvan 13 st. op de naald blijven staan. De laatste toer is r. In den daaropvolgenden aver, toer breit men 10 st. Dan neemt men het lusje op voor den volgenden st. en breit dat samen met den volgenden st. (de lste st. dus van die welke op de naald waren blijven staan). In den daarop volgenden toer breit men 11 st. en breit daarna het lusje vóór den volgenden st. weer samen met den volgenden st. Op deze wijze gaat men door, bij iederen toer 1 st. meer breiend tot men weer alle st. op de naald heeft. Dan breit men 1 toer aver, en vervol gens 18 st. r. Hiermee is de hiel klaar. Nu zet men alle st. voor de wreef op één naald. Met een aparte naald breit men dan de overgeble ven 18 st. van den hiel en men neemt aan weers kanten van den hiel nog 3 st. bij op. De st. van de wreef breit men verder in het pa troon van 6 r. 1 aver. De st. op de beide andere naalden breit men r. Zoo breit men 2 toeren. In den daaropvolgenden toer breit men de lste naald uit op 3 st. na. Dan breit men 2 st. samen en breit den laatsten st. De 2de naald wordt in pa troon gebreid. Bij de 3de naald breit men 1 st. 2 st. samenbr. en verder de naald uitbreien. Men breit nu 2 toeren over, mindert in den 3den toer weer als hierboven beschreven en herhaplt deze 3 toeren dan nóg eenmaal. De mindering voor den voet is hiermee afgeloo- pen en men breit verder, zonder minderen, de naald voor de wreef 6 r. 1 aver, en de beide andere naalden r. tot de voet ongeveer 17 18 c.M. lang is. Men kan de lengte zelf bepalen als men weet dat de teen ongeveer 5 c.M. lang wordt. Voor den teen breit men verder op alle naalden r., op deze manier lste toer 2 st. samenbr., 8 st. breien. Den ge heelen toer herhalen. 2 toeren overbreien. 4de toer 2 st. samenbr., 7 st. breien. Den gehee len toer herhalen. 2 toeren overbreien. Men gaat op deze wijze door, in eiken 3den toer minderend, zoodat er dan telkens 1 st. minder komt tusschen 2 minderingen, tot men tenslotte nog 21 st. in den geheelen toer heeft. Dan breekt men den draad af, steekt hem in een naald, haalt die door alle st. en werkt den draad, aan den linkerkant, zorgvuldig af. Het tweede sokje wordt precies eender gebreid, waarna men beide strijkt onder 'n vochtigen doek. THÉRÈSE. \7oor den vischmaaltijd kunnen we onderstaande kleedjes maken, 'n ovaal voor den vischschotel en ronde voor de borden. Ze worden gemaakt van borduurlinnen in wit of crème. De visschen teekent u op papier na. U zult ze moeten vergrooten. Is u dit te lastig, dan kunt u ze - voor 25 ct. aan postzegels - op ware grootte geteekend toegezonden krijgen, zoodat u ze met behulp van carbon-papier over kunt zetten op het linnen. De kleedjes worden eerst in den vorm geknipt, een groot ovaal en zes ronde. U biest ze af met groen of blauw waschbaar band. De visschen worden overgezet. De omtrek wordt gewerkt met den kettingsteek en alle strepen worden doorge- stopt; de kieuw en de vin van onder worden alle omwerkt met den kettingsteek. De strepen worden afwisselend lichtblauw, lichtgroen gewerkt, de breedte der strepen komt er niet precies op aan. De rietstengels stoppen we groen door, en de drie watergolven komen het laatst; deze werkt u over den visch heen, de bovenste in lichtblauw, de tweede donkerder, en de onderste donkerblauw. De kieuwvin stoppen we rood door, evenals het oog. Wanneer u liever, in plaats van fig. c, fig a of b voor de bordenkleedjes wilt hebben, vermeldt li dat dan even bij een eventueele bestelling. D. D. L. |~Ae dame, die me om het patroon vraagt van 'n ronde tasch, gebreid in lussenpatroon zooals dat van den onlangs hier beschreven poedel, zou ik aanraden te beginnen met 9 st., verdeeld over 3 naalden. Er moet dan aldoor in de rondte gebreid worden, waarbij men op gelijke afstanden, om den anderen toer, zooveel meerdert, dat het werk plat blijft. Men controleert dit telkens door het breiwerk plat neer te leggen en gaat op deze wijze door tot het rondje de vereischte grootte heeft bereikt. THÉRÈSE. pr komen zóó veel aanvragen om brei- of haakpatronen, dat in deze beperkte ruimte onmogelijk aan alle kan worden voldaan. Daarom ben ik wel gedwongen vele aanvragen on beantwoord te laten en de patronen welke worden opgenomen kunnen dus uiteraard slechts die zijn, waarvan verondersteld kan worden, dat ze voor vele lezeressen van belang zijn. Aan aanvragen voor 'n bepaald pa troon in het eerstvolgende nummer van ons blad kan, om technische redenen, nóóit worden voldaan. Dames die mij vragen om directe toe zending van het een of andere patroon moet ik al evenzeer teleurstellen, zelfs wanneer zij postzegel voor ant woord insluiten. Ik kan alleen beschrij vingen geven door middel van ons blad. Zooveel eenigszins mogelijk is, hoop ik echter met alle wenschen van onze lezeressen rekening te houden. THÉRÈSE.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 18