tJid itandje. 1524 VRIJDAG 28 APRIL 1933 No. 48 THEE-MANIPULATIES Nu, Macdon," zei Bruth, de directeur van het Thee Syndicaat, „wat was er van je dienst Eenigszins nerveus trok James Macdon zijn pantalon aan de knieën op. „Ik ben tien jaar bij 't syndicaat," begon hij„ik geloof te mogen zeggen dat ik het vak ken zelfs, dat ik een groot handel zelfstandig zou kunnen leiden." Mr. Bruth trok zijn wenkbrauwen op. „Het eerste geef ik graag toe, Macdon maar wat het tweede betreft, is je positie bij het syndicaat je niet goed genoeg De jongeman vatte moed. „Openhartig gespro ken, nee, meneer. Men vertelt me steeds dat ik een puike kracht ben, maar daar blijft het bij. Verder, dat ik wachten moet. Wachten, altijd wachten. Op die manier zal ik oud zijn, voor ik een positie van werkelijke beteekenis heb. Daarom zou ik u willen vragen, gezien mijn prestaties, mij een ver hooging van salaris te geven." Bruth leunde achterover in zijn stoel. „Zoo.... hm. En dan zeker ook nog m'n dochter trouwen, hè?" James Macdon bloosde onwillekeurig. De direc teur van het machtige syndicaat glimlachte even. „Dacht je dat ik geen oogen in mijn hoofd heb Dolly houdt van je, dat weet ik. Ik heb geen be zwaar dat je met haar trouwt, als je goed werk blijft doen voor de firma. Zoo niet, dan heb ik niets met je te maken. Zaken zijn zaken. Je bent een goede kracht, maar opslag geven, alleen omdat je m'n dochter wil trouwen, déér kom ik niet van in. Dat is duidelijk, nietwaar „Zeker, meneer. Ofsehoon ik niet over Dolly begonnen ben. Ik wilde u nog iets anders zeggen. Kijk eens, meneer, als het syndicaat meent mij geen opslag te kunnen geven, ben ik van plan ontslag te nemen en zelf zaken te beginnen. Ik zal u zeggen wat mijn plan is. Uw syndicaat importeert thee en levert aan de grossiers. Beide maken hun winst. Ik ga die winsten alleen trekken, door thee te im porteeren en rechtstreeks aan de huisvrouwen te leveren." Bruth lachte grimmig. „Belachelijk," zei hij. „Ons syndicaat zal jouw plan, om den heelen thee handel in de war te brengen, onmogelijk maken, door te zorgen dat je geen voorraden krijgt. Je weet dat wij daar machtig genoeg voor zijn. Je kunt niets beginnen." „Toch wel," zei James rustig. „Toen ik drie maanden geleden voor de firma in Indië was, ontmoette ik daar een ouden oorlogsvriend. Hij denkt dat ik hem eens het leven reade in de loop graven, enfin, dat doet minder ter zake. Maar hij heeft gezworen, mij een dienst te bewijzen, als hij dat kon. Nu, hij bezit daar enorme theetuinen. Ik behoef Billy maar te telegrafeeren en ik kan voor raden van hem krijgen voor een jaar minstens." „Zoo, hm." Mr. Bruth trommelde met de vin gers op zijn tafel. „En hoe denk je dat tenslotte te doenrechtstreeks naar de huisvrouw „Per postpakket, meneer. En per auto. Genoeg winst om een pond vier stuivers gocdkooper te leveren dan u. En betere thee En zuiniger. Na tuurlijk zal ik een enorme advertentiecampagne op touw zetten om mijn methode bekend te maken. Daar heb ik 'n flinken spaarduit voor." De jonge man kwam in vuur. Billy fourneert ook kapitaal. Onze S.Z.-thee zal bekend worden. Smakelijk Zuinig Kantoor, pakmeisjes, alles wordt gere geld. Billy is enthousiast en wil dat ik zoo gauw mogelijk begin. Maar ik zal de firma niet verlaten, als ik een behoorlijke verhooging krijg. Wat zegt u daarop „Dat je gek bent, Macdon. Ik mag je wel, maar het syndicaat gaat zijn organisatie niet in de war brengen door je opeens een veel hooger salaris te geven. Tenminste de eerste jaren niet. Overigens wil ik je openhartig zeggen, dat het syndicaat al zijn macht in het werk zal stellen om jouw nieu we zaak in den grond te boren. Slaag je toch, dan feliciteer ik je. Wat ik gezegd heb over Dolly, blijft van kracht." Inderdaad had James gedurende de komende weken zoo ontzaglijk veel moeilijkheden te over- door HAROLD WRIGHT bekennen dat haar vader nooit, met ook maar 'n enkel woord over de S. Z. Thee Mij. sprak. „Ik vrees dat hij zijn kans afwacht," zuchtte James. winnen, dat hij zich wel eens afvroeg of mr. Bruth geen gelijk had, toen hij hem een dwaas noemde. Indien hij niet de hulp had gehad van zijn vriend, Max Barr, zou hij die moeilijkheden wellicht niet overwonnen hebben. Max Barr was een jong rechts geleerde, zonder practijk, die James graag zijn diensten aanbood. Van thee wist hij niets, maar hij was scherpzinnig en handig. Door zijn hulp geschiedde het, dat zij vijf weken later een kantoor hadden in de buurt van de haven, een voorraad thee in het pakhuis hadden liggen en tien handige paksters hadden geëngageerd. Max was het ook, die een reclame-teekenaar aan het werk had gezet en advertentieruimte in de couranten had be sproken. Het was een groote dag, toen James en Max de ochtendbladen opensloegen, en hun advertenties lazen, waarin de huisvrouwen de voor deden der S.Z.-thee konden lezen. De groote campagne was begonnen. Een belangrijk deel van het kapitaal ging er mee heen. In het huis van den directeur van het Thee Syndicaat was James niet meer genoodigd geworden zooals vroeger, maar Dolly lunchte tweemaal per week met hem. Zij arriveerde dan altijd ademloos, niet van haast, maar van verlan gen om te weten, welke vorderingen de S.Z. Thee Mij. maakte. Nu, die vorderingen waren lang niet kwaad. Toen de eerste orders binnenkwamen, voerden James en Max er samen een rondedans om uit. De paksters kregen werk. Een tweede, een derde reclame-campagne volgde. De orders namen toe. Op 'tl zekeren nacht, om één uur, toen >zij de balans eens opgemaakt hadden, keek Max Barr op van zijn boeken en ver klaarde dat de eerste winst ge maakt was. James stond plechtig op. „Stuur Billy 'n telegram," zei hij. „Hoe groot is de winst in formeerde hij daar op. „De winst," zei Max, „is precies 60 gulden en 40 cent. En driekwart van ons kapitaal is weg," voegde hij er bij. Maar ze waren op den goeden weg. Binnen vijf maan den had de S.Z. Thee Mij. een winst gemaakt van ruim zestienduizend gul den. „Ik vraag me af, James," zei Max peinzend, „of Bruth geen tegenzet in petto heeft. Hij zal dat nooit zoo maar laten passeeren." James Macdon sprak er met Dolly over. Maar die moest Bruth's kans deed zich al spoedig voor. Op een bepaalden middag kreeg de directeur van het Thee Syndicaat bezoek van een kleinen, donkeren man een Hollander een zekeren mr. van Steenen. De bezoeker bleek in geen prettige stem ming. „Mr. Bruth," verklaarde hij, „ik kom uit lndië ben daar geïnteresseerd in de theebranche. Jarenlang had ik een bepaald idee ik kom naar Engeland om het uit te voeren en moet nu hooren dat het al is uitgevoerd door een ander. Door iemand, dien ik maanden geleden in Indië ont moette. Hij interesseerde zich er voor meer niet. Ik wilde het uitvoeren." Hij wond zich op. „Maar nu heeft die man het idee uitgevoerd. Een van uw eigen employé's James Macdon van de S.Z. Thee Mij. Die kerel is bezig het fortuin te maken, dat ik zou verdiend hebben, als ik niet een tijd in Indië was opgehouden." „U bedoelt," zei Bruth geïnteresseerd, „dat hij uw idee gestolen heeft „Nee. dat kan ik niet zeggen. Het was zijn idee, zoo goed als het mijne. Maar dat neemt niet weg" de kleine man sloeg met de vuist op tafel „dat ik me op hem wreken zal." Hij keek den ander aan. „Wat is het u waard om de S.Z. Thee Mij. er onder te zien gaan Bruth werd aandachtiger. „Wat voor plan heeft u informeerde hij. „Ik wil die lui met hun eigen wapens verslaan riep de ander. „Door op dezelfde wijze te ver- koopen maar dan nog beneden hun prijs. U, met uw syndicaat, kunt dat niet doen. Maar we kunnen een kleine maatschappij vormen. Uw syndicaat

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 20