Ofi to* cfoot Jfedetlani. dooi Jfedeiland. No. 50 Langs den IJsel te Deventer pagnon de firma gebracht had, zoo goed, dat alle verplichtingen der firma voldaan konden worden en slechts weinigen begrijpen zouden in welke moeilijkheden hij verkeerd had. Toen hij eindelijk weer in staat was zijn gedachten op Beatrice te richten, zag hij in, dat hij anders dan vroeger te werk moest gaan. In den eenvoud van zijn hart had hij die verwikkelingen met voorzien. Het was niet bij hem opgekomen, dat ze voor een erfgename zou kunnen worden-aangezien en dat ze hem door zulk een onverwacht engage ment zou overrompelen. „Het zou voor die kleine meid een erg onaangenaam ding wezen, als ze verklaring moest geven," dacht hij, alleen bezorgd om haar geluk en rust „die man zou het verkeerd kunnen opvatten. Ik zal me er zelf mee moeten bemoeien en Jane om hulp vragen." Zijn bezoek aan Reggie in diens club was daarom alleen een voorbereiden de stap. „Ik beschouw miss Waynflete als mijn eigen dochter," begon hij zonder verderen omhaal, „en daarom zou ik graag eens zakelijk met u praten." Reggie was erg in zijn schik. Na den angst, dien hij had doorstaan was het een opluchting nu in gesprek te zijn met iemand, die als zoo schatrijk bekend stond als mijnheer Borradaille. Zijn angstige voorgevoelens waren op slag verdwenen. „Misschien zou u wel zoo goed willen zijn morgenochtend om elf uur even bij lady Bromwich in Wimple Street te komen," zei Borradaile zii en ik hebben de verantwoording voor die jongedame op ons genomen "en we zullen heel blij zijn, de zaak eens met u te kunnen bespreken. Mag ik u mtusschen mijne gelukwenschen aanbieden Beatrice heeft me alles in geuren worden"" h°°P Z°°"-d3t Same" hee' gelukkig moogt Mijnheer Bridger vond, dat Borradaile een joviale ouwe kerel was en hij ging het gevraagde bezoek afleggen in een vrij luchthartige stemming. Natuurlijk zou hij wel een benauwd kwartiertje moeten doormaken, als hij zou moeten vertellen, dat hij er niet meer zoo goed voorzat als vroeger, maar hij was toch heelemaal niet van plan te laten bemerken, dat hij op het punt neld zh hPPft a i ,k Za' nU in dk geval tc h°oren krijgen, hoeveel besluit weten we ten minste, hoe we ervoor staan, dacht hij tot nn„,iLady ®romw'c.b ontv'"g den jongeman met een snauw. Ze twijfelde "If* kemf- M,Jnheer Borradaile was vriendelijk en innemend en zei niets te veel of te weinig. hn.rn"l:^-VaderJau !"iSS Waynflete en ik zijn nog schoolkameraden geweest naf, ,!J' "en lk h,eb °P me genomen haar in de wereld in te leiden. Ze heeft natuurlijk geen geld van zichzelf, zooals u wel vermoed zult hebben. Predi kanten worden gewoonlijk niet rijk, nietwaar? En mijnheer Waynflete was bovendien iemand, die meer weggaf dan hij eigenlijk wel doen kon. Maar ik sf heïd zaT°makene"°n Stelle"' mij"heCr Bridg6r' dat dit voor u Seen onder- „O nee, natuurlijk niet," zei de jongeman, niet op zijn gemak. „Ik ben kijken!" °P BeatnCe"" ^"gesteld.... dan dat ik .ik" „aar gdd zÜ" Ik ben blij, dat van u te hooren," merkte Borradaile ernstig op Ik was bijna bang geweest, dat die praatjes, dat zij een erfgename was tot een misverstand konden geleid hebben. Ik acht me verplicht u te zeggen dat ik haar zal blijven behandelen, alsof ze mijn eigen dochter was" Reggie ademde verlicht op. (Slot volgt.) De Bakkerspoort met den toren der Buurtkerk te Utrecht. zat Reggie in zijn club en kwam een zijner vrienden hem het weekblad brengen. „Zeg eens, ouwe jongen, heb je dat fraais soms al gelezen Wat moet dat beteekenen Reggie nam het blad aan en las het. En las het nog eens over. Maar hij toonde zich trouw aan Beatrice. „Onzin 1" zei hij kortaf. „Geen steek van waar 1" „Misschien doelen ze op iemand anders?" vroeg zijn vriend. „Weet ik wat ze bedoelen Maar op miss Waynflete slaat het zeker niet 1 Die is zoo eerlijk als goud. En op slot van zaken, wat heb jij er mee te maken Maar toch voelde Reggie zich ongemakkelijk. Hij vroeg zich af, wat er van worden moest, als het eens waar was, als er ook maar een heel klein beetje waarheid in stakOp slot van zaken wist hij niets van Beatrice's vermogen af. „Drommels 1 Als ik er maar niet tusschen- genomen ben 1" mompelde hij voor zich heen. En hij voelde zich al min of meer gekrenkt. Op dat oogenblik kwam er een kellner met een kaartje naar hem toe. Er stond de naam van mijnheer Borradaile op. HOOFDSTUK XIV IN HET NAUW Steven Borradaile had de laatste weken zijn handen meer dan vol gehad om zijn eigen zaken in orde te brengen. Hij moest snel handelen en Ja' z'Jn handigheid noodig, om ten minste een gedeelte van ziin on- «•h i", fortuln te redden- Hij moest geld opnemen pandbrieven verkoopen tij del ijke leeningen sluiten en moedig het hoofd bieden aan de moeilijkheden Gelukkig redde zijn besliste optreden hem van den volkomen ondergang een paar dagen van aarzeling hadden hem volkomen arm gemaakt Maar hij was er de man met naar om te weifelen. Als hij handelde, dan handelde J snel en vastbesloten hij ontwarde de moeilijkheden, waarin zijn com-

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 31