nxuxr I» Een vastberaden heerschap. De trekhondenkeuring waakt tegen misbruiken. Wat van zijn gading. er nog een andere weg bestaat, gehoorzaamheid te leeren, en men moet hem niet, tegen de natuur in, heele dagen aan den ketting houden. Veel honden zijn diep te beklagen. Want veel menschen houden honden alleen voor hun eigen genoegen, en de behoeften van den hond worden daarbij vergeten. Veel menschen ook slaan hun honden, en dikwijls onrecht vaardig. Dat vergeet een hond nooit, en dat is maar goed ook, want men behoort een dier niet te slaan, zeker niet, als men weet, dat het zich niet verweren zal.- m Honden hebben veel menschelijks, en veel honden hebben meer goede hoedanigheden dan menig mensch. Vandaar ook, dat de hond zich al van oudsher ook in een bijzondere bescherming mag verheugen. Speciaal geldt dit voor den trekhond, hoewel men helaas nog niet zoover is, dat dier geheel van zijn werk te bevrijden. Men houde den hond in eere, en leere hem in zijn goede eigenschappen te waardeeren Wij maken vandaag een autoritje het dier wel tot den volgenden morgen zal verdwijnen, dan stoot het een ongeduldig geblaf uit en krabbelt de laatste verf van de nog zoo kortgeleden geschilderde voor deur. En dit moment wordt aange grepen door alle honden in de buurt, die zich gedurende den nacht wederrechtelijk van hun vrijheid beroofd denken, en die nu geza menlijk een huilconcert aangaan, dat alle slapenden wakker schrikt en allerlei nieuwe woordcombina ties (tusschen saamgeklemde lippen) doet ontstaan. Ja, een hond, praat me er niet van, mevrouw, het zijn ellendige dieren, lamme beesten, waar je niets dan last van hebt. Bij die lui van hierboven hebben ze ook zoo'n mormel, en Ja, ja,~die honden. Ze hebben heel wat op hun geweten, en toch zijn er ontelbare menschen, die er een exemplaar op nahouden. En, zooals het met de meeste dingen is, men kan ze pas waardeeren als men ze door en door kent. Zoo is het zeker met een hond. Ik heb nog nooit iemand ontmoet, die, als hij eens een hond had gehad, niet meer van honden hield. Integendeel, ieder die een hond in zijn bezit heeft, of gehad heeft, wordt-ten spoedigste be- kerrrd tot dit trouwste en aardigste, menschelijk- ste der dieren, waarvan de meeste menschen heel wat kunnen leeren. Zeker, je hebt vervelende honden, behept met allerlei ondeugden, maar hoe dikwijls is hun ka rakter niet het gevolg van een verkeerde op voeding Want een hond moet een opvoeding hebben, eischt in zijn jeugd zeker evenveel zorg als een stevige baby. Geloof het maar gerustde hond, die 's avonds uitgelaten wordt en niet terugkomt, krijgt van zijn meester zeker slaag, als hij ten laatste naar huis gaat. En die slaag is fout. Want, zoover we kunnen "nagaan, beschikt de hond niet over een menschelijk geheugen, en kan men hem niet den menschelijken maatstaf aanleggen, dat hij een uur later nog iets weet van zijn wandaad. Nu wordt hij opgewacht met de karwats, en au 1 denkt hij, dat is omdat ik thuis kom, nu kom ik nooit meer thuis als ze me roepen.... Een hond eischt liefde en begrijpen,enveelgeduld. Men moet hem aan zich binden door zorg, niet door slaag. Men moet hem niet voeden met den afval van de tafel, maar met degelijke hondenspijs, die zijn body noodig heeft. Men moet hem niet slaan, als Dat is pas 'n behandeling, die 'n hond past No. 50 VRIJDAG 12 MEI 1933 1577

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 9