H I— ggj pil DOOR OCTAVUS QOYGOHE11 *^ITTE ret mannetje was geducht in de war. „Ja, meneer Beckwith, meneer." „Lieve hemel! Jij de man van Ellen De humor van het geval trof Alan onweerstaanbaar, en hij lachte daverend. Beverly keek van den een naar den ander. „Ken je hem, Alan?" „Of ik hem ken Of ik hem ken Beverly, mag ik je even voorstellen de héér Schele Scoggins, mijn trouwe metgezel in opdracht van meneer North een trouwe en onafscheidelijke vriend, een afschuwelijk slechte caddie, en een gulzig verslinder van walglijke saucijzenbroodjes en tevens de man, die waarschijnlijk eenmaal op zal stijgen langs de maatschappelijke ladder wegens de omstandigheden van mijn overlijden. Meneer Scoggins mevrouw Beckwith." Beverly lachte niet. De Schele was zenuwachtig en onrustig. „Luistert u maar niet naar hem, mevrouw Beckwith, hij heeft zoo n rare manier van grapjes maken.Hem en ik zijn nogal familiaar met elkaar, ziet u, en Beverly begon weer te spreken, koud en stug. „Is dat de man van North „Ja," antwoordde Alan kalm. „Wat zullen we ons daar zenuwachtig over maken We wisten vooruit, dat North me na zou laten gaan en je hebt natuurlijk wel begrepen, dat Ellen namens den voorzichtigen Andrew „Ja, dat wist ik." Lieve help 1" riep Ellen er tusschen. „Wat zijn diè alle twee slim "En dus," ging Alan voort, „hebben de Schele en ik maar besloten, het een beetje gemoedelijk op te vatten. Welkom in mijn woning, meneer Scog gins. En ik maak je mijn compliment over de keuze van je vrouw. Goeden morgen verder." Maar Beverly's gezichtje stond nog ernstig, toen zij met hem naar de huiskamer ging. „Vind je 't niet griezelig, Alan „Het gezelschap van den Schele? Heelemaal niet. Ik zou t veel erger vinden, als ik niet wist, wien ik aldoor achter me had. Dat er iemand zijn zou, sprak vanzelf." Zij knikte, niet geheel overtuigd. „Van Ellen vermoedde ik t natuurlijk, maar dat 't haar man zijn zou.Andrew North is geen mensch Hij bleef nog een poosje thuis toen gingen Beverly en hij een flinke wandeling langs het meer maken. Zij moest twee stappen doen tegen hij één, maar zij liep gemakkelijk en elegant, en zij hadden bijna zes kilometei afge legd, toen zij met een gezonden eetlust thuiskwamen, om te lunchen. En toen volgde de uitgaansmiddag met Garry met een blijde, praat grage Garry die opgetogen was over den voorspoed van haar jongen vriend. Met haar ging 't nu ook beter, vertelde ze. Zij had het gewaagd, een paar nieuwe huurders hoogere prijzen te vragen, en daar waren ze gewillig op in „Had je al veel eerder moeten doen!" snauwde Alan schertsend. „Je houdt alles goed bij, en je geeft den menschen goed te eten." Dien avond was hij weer alleen met Beverly. Hij huurde een auto zonder chauffeur, en zij maakten een flinken rit in den omtrek der stad. Zij hadden niet veel te zeggen, maar hun zwijgen scheen overvol te zijn van gedachten. Alan voelde zich gelukkiger, dan hij nog ooit in zijn leven geweest was woorden schenen hem daar te nietig bij. De koele Novemberlucht verfrischte zijn wan gen, en Beverly drong haar gezichtje in de zachtheid van den bontmantel, dien hij voor haar gekocht had. Tegen middernacht kwamen zij thuis. Zij picknickten in de keuken brood met Zwitsersche kaas en gember bier en toen ging zij naar haar kamer. De dag scheen 'n blijvenden vorm te hebben gegeven aan hun verhouding een liefde, die van beide zijden erkend was, maar niet te openlijk békend moest worden een vrijmoedige en fiere vreugde in elkanders gezelschap een vergeten van de tragische toekomst en 'n genieten van 't heerlijke heden. Ook de ochtend verjoeg de feestelijke stemming niet. Aan het ontbijt informeerde Alan joviaal naar de gezond heid van den Schele, en Ellen antwoordde met goedgehu meurde, ietwat ruwe spraakzaamheid. Toen stond Alan op, en hij keek spijtig op zijn horloge. „Ai ik zal weg moeten 't Spijt me „Golf „JaAls ik niet afgesproken had „Ga maar gauw, Alan. Je wordt zoo duf, als je den heelen dag binnen blijft. Kom je thuis lunchen NeevervelendIk heb Jock beloofd, dat ik met hem bleef lunchen. Als ik geweten had „Wat?" Nou ja.als ik 't geweten had, had ik 't niet af gesproken." Hij nam zijn pet. „Dus tot een uur of twee dan, Beverly." KORTE INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE. Alan Beckwith. door honger ge dreven, wil zelfmoord plegen. Hij wendt zich tot den bendeleider Andrew North om op zijn naam een levensverzekering af te sluiten. Met de gelden van de polis zullen dan na zijn dood zijn schulden be taald moeten worden. North wijst dit voorstel af. Hij biedt Beckwith echter aan een levensverzekering voor hem te»sluiten van 100.000 dollar. Alan Beckwith krijgt dan 20.000 dollar contanten, maar moet na dertien maanden uit het leven verdwijnen. Het resteerende bedrag valt dan aan North toe. De polis komt te staan op naam van een vrouw, Beverly Ames, met wie Alan Beckwith op aanwijzing van North moet trouwen. Beckwith stemt toe. Hij maakt met zijn aanstaande vrouw, die op een onverklaarbare wijze in de macht van North is geraakt, kennis. Het huwelijk wordt voltrokken en het jonge paar be trekt de flatwoning, welke North voor hen heeft gehuurd. Na eenigen tijd ontwaakt in Beckwith het ver langen om te kunnen blijven leven, want hij moet zich bekennen Be verly lief te hebben. En het meisic bemint ook hem. Zij glimlachte en wuifde, en hij ging de deur uit, en met 7 de lift naar beneden. Hij had het land aan golf en aan Jock en aan het weer en aan alles. Hij had bij Beverly willen blijven. Op straat pikte hij den onvermijdelijken Scoggins op, zij namen een taxi en reden raar het golfterrein. Het was een lange rit, en de Schele verbaasde zich over de zwijgzaamheid van zijn vriend die scheen zoo slecht overeen te stemmen met het glimlachje, dat voortdurend om zijn dunne, gevoelige lippen speelde. Zij bereikten de golfvelden en daar was een meevallertje Jock was er niet hij had 's nachts kiespijn gekregen, werd Alan meegedeeld, en zat op 't oogenblik te krimpen in den stoel van een tandarts. Met geestdrift sprong Alan in een taxi, met den opgeluchten Schele, die het oude eerzame spel nog steeds niet kon uitstaan, en beval den chauffeur „Naar huis, James. De Schele kon zijn plaats op het trottoir weer innemen, en Alan ging de vestibule in. De lift was er niet. Hij drukte een paar malen op den knop, maar de kooi kwam niet. Toen, ongeduldig, ging hij de trap op. Hij nam de treden bij twee of drie tegelijk. Hij kwam op zijn eigen verdie ping, aan het einde van de lange gang. Hij ging den kant van zijn woning op. Toen bleef hij plotseling staan. Zijn oogen gingen wijder open, en hij kreeg een eigenaardig onpasselijk gevoel. Terwijl hij stond te kijken, drukte een man op den belknop naast de deur van zijn flat. Het was een knap jongmensch twee- of drieëntwintig mis schien slank, keurig gekleed. De deur ging open. Beverly kwam de hall in. Zij zag Alan niet, toen haar hand die van den bezoeker greep. Alan hoorde haar blijden uitroep, en hij zag, dat de jongeman Beverly volgde naar binnen. De deur ging achter hen dicht. Alan bleef een minuut roerloos staan. Toen keerde hij zich om, liep lang zaam de trap af, naar de vestibule en ging de straat weer op. VEERTIENDE. HOOFDSTUK Schele Scoggins kwam naar hem toe. „Wat gaat u nu doen, meneer Beckwith „Waar bemoei jij...." Toen hield Alan zich in. „Pardon, Schele, ik bedoel't zoo niet. ,,'t Is ai goed, meneer best in orde. Ik zal wel mceloopen." „Goed. Maar blijf vandaag liever 'n eindje achter. Ik heb geen zin om te praten." Alan liep de straat in. Zijn hersenen schenen te branden. Dat dit nil juist moest komen, vlak op zijn blijdschap over Beverly Hij was de dupe van n heftige, onredelijke jaloezie. Hij bleef eerlijk. Het kon natuurlijk een bloedver want zijn, een oude vriend en het mócht desnoods iemand zijn, van wien Beverly gehouden had, of hièld Hij was haar man, en toch was hij in zekeren zin nog een vreemde voor haar. Nog kort te voren had zij hem vier kant gezegd, dat er nooit 'n grootere tcederheid tusschen hen moest komen en zij had stelselmatig vermeden, hem iets over haar vroegere leven te vertellen. Maar zij was gedwóngen tot dit huwelijk haar verleden ging hem niets aan hij meende niet eens het recht te hebben, om terug te gaan naar zijn woning, en te vragen, wie die bezoeker was. Voor het eerst had hij de tastbare ondervinding opgedaan, dat er een tijdperk in Beverly's leven was, waar hij niets van wist; dat hij eigenlijk niéts wist op twee maanden van haar bestaan na. Hij voelde zich een vreemde, een buitenstaander. Hij voelde, dat hij een vrij belachelijk figuur sloeg. Enfin, goed Dan werd alles maar weer anders. Uit was het met de rooskleurige droomen van een uur te voren, weg was de drang naar leven en liefde. Hij wou, dat het maar vast de laatste maand van zijn leven was. Misschien waren zijn gedachten melodramatisch, maar jonge men schen denken in zulke omstandigheden zelden gematigd, en het was voor Alan de eerste ervaring van dien aard.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 12