m
_JL1
WBgBm^n
No. 51
VRIJDAG 19 MEI 1933
1613
Grimmig besloot hij, gewoon verder te leven, zooals hij gedaan had, zijn
rol zoo goed mogelijk te spelen, en Beverly nooit te laten merken, wat hij
toevallig te weten was gekomen. Dit besluit gaf hem een gevoel van gemoeds-
adel en rechtvaardigheid, en hij begon den terugweg.
Het was verbazend, zoo ver als hij geloopen had. De Schele spande zich
in, om hem bij te houden. Het manneke hijgde van de ongewone inspanning,
en er lag een smeekende trek op het smalle gezicht van den aspirant-revolver
bandiet. Alan stapte voort met losse, afstand-verslindende schreden, en de
Schele draafde achter hem aan. Het was koud de grijze winter had een
vinger op de stad gelegd. Lage, snel voortdrijvende wolken dreigden met
den eersten vedcrigen sneeuwval. De menschcn liepen met gebogen hoofden
tegen de koude stroomingen in en Alan voelde, dat hij nó eerst, nu voor
't éérst, werkelijk ongelukkig was. Nu begon hij te leeren, dat enkel lichame
lijk ongemak er niet het minste op aan komt.
Zij naderden het flatgebouw. Werktuiglijk greep Alan een sigaret,
en hij trok een leeg pakje uit zijn zak. Hij stak de straat over, naar den winkel
op den hoek, om nieuwen voorraad in te slaan. De Schele ging moe op den
trottoirband zitten. Alan kwam den sigarenwinkel weer uit, en bleef aan dien
kant van de straat staan min of meer ontsteld staarde hij naar de vensters
van zijn woning.
En terwijl hij daar zoo stond, gebeurde er iets. Door den ingang van
het gebouw kwam de jongeman naar buiten, dien Alan een uur te voren zijn
woning had zien binnengaan. De jongeman bleef op de stoep zijn overjas
staan dichtknoopen, en liep toen weg, in Zuidelijke richting.
Maar dat was nog niet alles. De vreemde kreeg Scoggins in 't oog. Even
hief de Schele zijn hand op, om te groeten. De vreemde bleef staan, maakte
een praatje met den Schele, en ging toen verder.
Alan was overduusd. Hier deed zich een nieuwe complicatie voor
nieuwe stof tot nadenken. Het verwonderde hem, dat de Schele den jonge
man kende. Zou North daar weer achter zitten
Geleidelijk kwam er nieuwsgierigheid in de plaats van zijn vroegere
ergernis en woede. De ontmoeting tusschen den Schele en den vreemden
jongeman, hun korte gesprek het waren teekenen, dat deze persoon ook
een draad was van het net, dat zoo handig en zoo knellend om hem, Alan
Beckwith, heen was geknoopt. Maar in die opvatting bleef het nog onver
klaarbaar, dat Beverly den bezoeker had begroet met echte blijdschap in
haar stem.
Er kwam een nieuwe, afschuwelijke gedachte in hem op was het moge
lijk, dat ook Beverly rapport indiende aan Andrew North Was zij dan toch
zóózeer op de hand van den onverzoenlijken meester van zijn lot, dat zij
North en diens agenten op de hoogte hield van zijn komen en gaan Het was
een zeer wrang idee hij kon er moeilijk aan gelooven. Maar er waren wel
méér dingen moeilijk te gelooven in deze heele walglijke verwikkeling, waarin
de eene onaangenaamheid met droeve noodzaak scheen te moeten volgen op
de andere.
Eindelijk echter zou hij een deel van den sluier kunnen oplichten. Alan
stak de straat over, en liet een hand neerkomen op den schouder van Scoggins,
toen die moede stakker was opgestaan. Alan's stem klonk scherp en schor.
„Wie was dat jongmcnsch, Schele
„Welk jongmensch, meneer Beckwith
„Die zooeven mijn huis uit kwam.... waar je mee gepraat hebt...."
„O Die U had hem allang moeten kennen, meneer."
„Waarom zou ik hem moe
ten kennen
„Omdat 't uw bloedeigen
zwager is," grijnsde de Schele.
- „O!"
De eerste seconde voelde
Alan zich onbeschrijfelijk slap
in de knieën. Toen kwam er
een gevoel van nooit gekende
opluchting in hem naar boven,
en hij voelde neiging, om hard
te gaan schreeuwen van puur
geluk. Belachelijk waren zijn
gedachten geweest, belachelijk,
stuk voor stuk Hij wou naar
boven rennen en excuus vragen.
„Een broer van mijn
vrouw vroeg hij.
„Precies, meneer."
„Ik.... ik wist niet eens,
dat ze een broer had."
„O nee Scoggins werd
voorzichtig. „Misschien heb ik
mijn mond weer voorbij ge
praat, meneer Beckwith. Ik doe
altijd zooiets idioots. Ik schijn
niet erg dik in mijn hersens te
zitten."
„Je bent een prachtkerel,
weet je 't nu En vertel nu
eens op wat is 't voor een
knaap? Wat doet hij?"
De Schele bleef op zijn
hoede. „Hij heet Johnny."
„En wat doet hij
„Ja.... ik weet niet eens, óf hij wat uitvoert."
Alan keek hem strak en streng aan. „Je weet een massa meer, dan je me
verteld hebt, meneer Scoggins."
„Nou, wat zou dat dan nóg? Ik krijg mijn salaris toch zeker van meneer
North
North Aan alle kanten kwam Alan voor dien naam te staan. Als de
tralies van een cel.... de doodscel.
„Je hebt gelijk, Schele. Ik heb geen recht, om je uit te hooren. Maar
't wil voor mij nogal wat zeggen.om 't een en ander te weten te komen."
„Dat begrijp ik, meneer," zei de Schele. „Als ik er binnenkort tusschenuit
moest, zou ik ook graag wat willen weten over de lui, waar ik mee aangetrouwd
was."
„Precies, nu ben je er achter. Maar ik zal je niets meer vragen...."
„Wacht eens eventjes, meneer. Ik geloof, dat ik een idee heb."
Alan wachtte geduldig, tot het idee er was. Hij zag de oogen van het
kleine mannetje ophelderen.
„Kijk eens, meneer Beckwith 't zou een beetje gek zijn, als ik aan 't
babbelen sloeg, terwijl uw eigen vrouw haar mond houdt, is 't niet zoo
„Ja, daar kan ik inkomen."
„Maar niemand kan me kwalijk nemen, dat ik u op iemand anders af
stuur, die overal van weet, denk ik
„Waarachtig Schele, als je zoo doorgaat, word je een genie
„Maar 't blijft natuurlijk onder ons
„In ieder geval, Schele."
„Mooi, gaat u dan maar mee."
„Waar naar toe?"
„Johnny Ames heeft een meisje. Een verbazend leuk kind. Ze is in de
kapperszaak van 't Empire-hotel, voor de manicure. Ze kent Johnny door en
door en ze weet alles van 'm. En er is best met haar op te schieten ook. Ik
zal 'r u wijzen en dan ziet u zelf maar verder."
„Mooi. Dus je stelt me aan haar voor...."
Schele Scoggins lachte.
„U voorstellen Wat 'n idee Hoor eens, meneer Beckwith, aan zoo'n
kind als May Deshler hoeft u heusch niet voorgesteld te worden. U stapt maar
gevyoon binnen, u gaat aan haar tafel zitten, u steekt uw grijpstuivers uit
en u zegt „hallo". Dan voelt ze zoo, dat u een gare bent, en de rest gaat van
zelf."
„Zoozoo," zei Alan. „Als ze tegen iedereen zoo openhartig is...."
„Hoor eens, meneer," gaf Scoggins ten antwoord, „ze praat zoo langs
d'r neus weg maar ze heeft je langs d'r neus weg zoo in de smiezen óók
en als ze wat meent, méént ze 't
VIJFTIENDE HOOFDSTUK.
Het Empire was het voornaamste hotel der stad een groot, imposant
gebouw, met afschuwelijk weelderige decoraties, die door het grootste deel
der burgerij prachtig gevonden werden. De kapperszaak was een der fraaiste
afdeelingen van de groote onderneming.
Zij kwam uit op de groote beneden vestibule het was een groote ruimte
van blinkend witte tegels en groote spiegels met zacht voortsluipend per
soneel in witte jassen glinsterende machines en vele, vele schoone juffrouwen
in uniformen van witte zij.
9iet vogeltje zit te oog.