No. 51 VRIJDAG 19 MM 1933 1615 Oft tcU dooi Jtcdailand. Apeldoorn krijgt een rioleering. ,,'t Is koud. Vanmorgen wou ik golfspelen, en nu denk ik over schaatsen rijden." „Ik heh nog nooit golf gespeeld," vertelde ze. „Is 't leuk?" „Komt u 't maar eens probeeren." Haar blik verkoelde even, toen lachte ze. „Niets voor mij ik dans liever." „Dat kunnen we ook wel eens probeeren." Zij hield op met haar werk en keek hem fronsend aan. „Hoort u eens," zei ze, „ik weet niet, wat u in den zin hebt, en 't kan me niet schelen ook maar ik ben niet van gisteren. U bent geen man, die met kappersjuffrouwen optrekt, als ik ten minste niet blind ben. Dus ik zou niet weten, waarom u kennis met ine zou willen maken." Ik wil graag iedereen kennen, die iets te maken heeft met Johnny Ames." „Johnny 1" Haar gezicht werd aanstonds zachter. „Kent u Johnny Onwillekeurig sprak Alan de waarheid. „Ik ben zijn zwager." Een paar seconden keek zij hem zwijgend aan. „Stakker," zei ze toen. „Weet u „Genoeg om medelijden met u te hebben. Maar Johnny zei, dat hij u nog nooit gezien had." „Dat is ook zoo. Ik heb hem vandaag voor 't eerst gezien. Mijn vrouw had zelfs nog nooit over hem gesproken. Kan ik je vertrouwen, May „Zoover als je maar wilt." „Hou je van Johnny „O, u moest eens weten „Goed. Ik hou van zijn zuster. Ze heeft moeilijkheden. Er moet bijvoor beeld een reden zijn, waarom ze me nooit over haar broer heeft gesproken. En nu dacht ik, dat wij tweeën zoo'n beetje familie van elkaar waren. Ik heb niet veel in de melk te brokken, maar misschien zou ik haar kunnen helpen, als ik wat meer over hèm wist." Zij was nu zeer ernstig zij keek hem aan met een licht van eeuwenoude wijsheid in haar kinderlijke, blauwe oogen. „Ik zal maar aannemen, dat u me niet voor zit te liegen." Hij liet haar een visitekaartje zien, en een portefeuilletje met zijn iden titeitsbewijs van de levensverzekering. „Nu weet u tenminste, dat ik 't ben, U kunt me heusch vertrouwen." „Jawel, maar ik moet op mijn tellen passen. Ik wil Johnny nergens In helpen. Hij heeft 't waarachtig tóch al moeilijk genoeg arm ventje. Maar als u iets zou kunnen doen...." „Dan zou ik 't heel gréég doen. Vertelt u me maar eens iets hoe oud is hij „Drieëntwintig dat moogt u in ieder geval wel weten." „Zou ik ook zeggen. Wat doet hij voor den kost Zij antwoordde niet onmiddellijk. Eindelijk kwam het„Drank rijden." „Wat „Drank rijden met een auto, van hier naar de kust. Da's een baantje, waar je durf voor moet hebben En dat heeft Johnny." „O juist." Alan voelde een zekere teleurstelling de broer van zijn vrouw dranksmokkelaar.. En hij vond het vreemd, dat dit meisje met trots over zijn beroep sprak. (Wordt vervolgd) Oft iet* dooi Jtcdailand. Een aardig, rank molentje bij Hengelo (Gld.)het ivordt echter niet onderhouden, zoodat gevreesd moet worden, dat het niet al te lang meer het landschap zal sieren. Naar deze indrukwekkende inrichting geleidde Scoggins zijn vriend en slachtoffer, zelf van diep respect vervuld voor al die pracht. Hij zorgde, dat hij buiten gezicht bleef van de manicuristen, die in een rij cellen aan den achterwand van de zaak werkten. Maar aan zijn blik ontging niets. ,,'t Is dat blondje in de derde box, meneer Beckwith." „Zeker „Absoluut. U kunt niet missen." „Merci." Alan liep in de goede richting. „Wacht jij maar buiten. Ik tref je wel weer, als we uitgepraat zijn." De Schele verdween, en Alan ging naar het derde manicure-kamertje. Hij vpelde zich allesbehalve op zijn gemak hij moest een rol spelen, die hem niet aanstond, en waaraan hij niet gewend was. Maar hij werd gedrongen door het verlangen, om meer van zijn vrouw te weten om, zoo mogelijk, te ontdekken, welke band haar bond aan Andrew North. Hij voelde zich als een vlieg midden in een spinneweb, waarvan alle draden bij Andrew North uitkwamen. Misschien kon dat meisje hem licht geven al kwam er door de in lichtingen, die hij hoopte te krijgen, geen verandering in zijn eigen positie, hij zou er toch allicht dienst van hebben bij zijn pogingen, om alles voor zijn vrouw gemakkelijker en prettiger te maken. Hij was in de box, bijna voor hij het wist. Er kwam een plotselinge schrik over hem, en hij zou gevlucht zijn, als niet een kalme, koele stem hem gevraagd had „Manicure „Alstublieft." Hij ging zitten, en verstoutte zich, om het meisje te bestudeeren. De Schele had geen verkeerden indruk gewekt. May Deshler was een zeer vrouwelijk persoontje. Zij scheen zich van haar aantrekkelijkheid voor het mannelijk oog zeer goed bewust te zijn. Ze was groot en ietwat gezet en had zwaar goudblond haar, niet kortgeknipt - - een bewijs van sterke persoonlijkheid. Zij had een teint als van perziken en room, en de on ervaren Alan vond dit iets heel buitengewoons. Zij was vol strekt niet van het type, dat hem aan kon trekken, maar hoe bekoorlijk zij voor anderen kon zijn, zag hij toch zeer goed. „Niet zoo erg glanzend „Neen." „Dacht ik wel. U bent niet van 't erg gepolitoerde soort." Ze dompelde een van zijn handen in een kommetje warm water, ,,'t Wordt koud, vindt u niet

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 15