D' VOOR BROERTJES Twee eendere Slip overs in verschillend patroon gebreid. keze slipovers zijn gebreid irtet aluminium naalden no. 21/2, van onverschietbaar katoen met zijden draad. De grootste ervan is van den schouder gemeten 40 c.M. lang de wijdte onder de ar men, rondom, is 66 c.M. r Men begint aan den onderkant /f van het voorpand, waarvoor men Ar V 84 st. opzet en breit eerst 'n boord Jv tBS® van 18 toeren 1 r. 1 aver. Den eersten toer hiervan breit men in den achterkant van de steken. Dit is eenigszins lastig, maar het loont de moeite, daar men er 'n stevig randje door krijgt, dat niet lub bert. Na den boord begint men aan het patroon, dat uit 8 toeren bestaat. lste toer 5 r. 1 aver. 2de toer 1 r. 5 aver. Deze beide toeren 2 keer herhalen. 1de toer 1 r. verder 3 aver., 3 r. De toer eindigt met 1 r. 8ste toer 1 aver. Verder 3 r., 3 aver. Aan het einde van den toer 1 aver. Heeft men dit geheele patroon 8 keer gebreid, dan verdeelt men de steken voor de halsopening aldus Men breit 42 st., neemt dan 'n nieuw klu wen en breit daarmee de overige 42 st. 2de toer 42 st. breien met het andere kluwen 42 st. hreien. 3de toer 40 st. br. 2 st. samenbr.; met het andere kluwen 2 st. samenbr., 40 st. br. 4de toer 40 st. br. met het andere kluwen 40 st. br. Zoo mindert men, om den anderen toer, 1 st. aan weerskanten van de halsopening, tot men aan beide kanten 12 st. geminderd heeft. Tege lijkertijd echter begint men aan de arms gaten, zoodra men 10 keer het geheele pa troon heeft gebreid. Men kant dan, begin nende bij een r. toer aan het begin van de eerstvolgende 2 naalden, 4 st. af. Daarna breit men nog 4 keer aan weerskanten van de naald, bij eiken r. toer, 2 st. samen. Men houdt dan aan eiken kant van de hals opening ten slotte nog 22 st. over. Hierop breit men reclu door tot de arms gaten, recht geme ten. 10 c.M. hoog zijn. Dan bewaart men de steken op 'n extra-naald. De rug wordt precies eender gebreid tot aan de arms gaten, echter zonder halsopening. Men mindert dan aan weerskan ten voor de armsgaten als bij het voorpand en breit verder recht door tot de armsgaten even hoog zijn als bij het voorpand. Dan breit men 22 st., kant 24 st. af voor den hals en breit de overige 22 st. Men kan de schoudersteken afkanten en de schoudernaden dicht naaien. Mooier is het echter als men ze op de volgende manier aan elkaar zet. Men haalt den af gebroken draad door den lsten st. van den tegenover liggenden schouder, dan door den lsten en den 2den st. van den lsten schou der, vervolgens door den lsten en 2den van den tegen overliggendcn, dan weer door den 2den en 3den st. van den lsten schouder enz. Op deze wijze ziet het eruit of de beide helften aan elkaar ge breid zijn. Bijgaande afbeelding toont dit nog duidelijker dan ik Twee eendere slipovers, in verschillend patroon gebreid. Het patroon van den grootsten men 9 keer het patroon heeft gebreid, in den daaropvolgenden 3dcn toer van het patroon. Aan de mindering voor de armsgaten begint men, wanneer men 11 keer het patroon gebreid heeft, in den 5den toer daarna. Voor halsopening en armsgaten wordt op de zelfde wijze geminderd als bij den grooteren slip over en de armsgaten moeten even hoog worden. De slipover wordt op dezelfde wijze afgewerkt als de grootere. Dit breiwerk wordt echter niet gestre ken. Voor het breiwerk van deze beide slipovers samen zijn slechts 2 knotten everlasting katoen gebruikt. Dit was echter niet voldoende voor de gehaakte randjes, zoodat men met 2 knotten zou kunnen volstaan indien men hiervoor nog iets anders heeft. Deze randjes kunnen heel goed van 'n afstekende kleur worden gehaakt. Natuurlijk kunnen deze slipovers ook nog in grootere of kleinere maten gebreid worden. Daar het patroon van den grootsten slipover uit 6 st. bestaat, moet 't geheele aantal st. dat men ervoor opzet echter steeds deelbaar zijn door 6. THÉRËSE. Hoe de schondernaden aan elkaar gezet worden. Het patroon van den klein sten slipover. het beschrijven kan. Zijn de schouders aan elkaar gezet, dan wordt de slipover eerst onder 'n vochtigen doek gestre ken. Dan worden de zijnaden dicht genaaid en ten slotte worden halsopening en armsgaten afgewerkt met 2 gehaakte toeren van vaste steken. In de halsopening van voren worden daarbij telkens 'n paar steken overgeslagen. De kleinere slipover is, van den schouder gemeten, 34 c.M. lang. De wijdte onder de armen, rondom, is 61 c.M. Er worden 80 st. voor opgezet en even eens eerst 'n boord gebreid van 18 toeren 1 r. 1 aver. De 1ste toer hiervan wordt in den achter kant der steken gebreid. Het patroon voor dezen slipover bestaat uit 6 toeren. lste toer r. 2de toer aver. 3de toer r. 4de toer 1 r. 1 aver. 5de toer 1 aver. 1 r. 6de toer 1 r. 1 aver. Men begint aan de halsopening, nadat

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 18