DOOP OCTAVUS POY COHEN
•%ITTE
Voor wien werkt hij
Zij antwoordde zacht, angstig. „Kunt u dat niet raden
„Andrew North
Zij werd bleek bij het hooren alleen van den gevreesden naam.
„Als u maar onthoudt, dat ik 't niet gezegd heb."
Haar bekentenis gaf hem een schrik. Alweer North overal North
Maar nu was hij blij, dat hij van het verband hoorde; nu leek het hem moge
lijk, dat Beverly persoonlijk niets met North uitstaande had.
„Luister nu eens goed," zei May, met hartstochtelijken aandrang, „ik
heb je niéts verteld, hoor je Ik weet niet, waarom je bij mij komt ik
laat nooit iets uit en nu heb ik al meer gezegd
,,'t Is bij mij volkomen veilig."
ii't Is te hopen. Enfin, ik heb 't gedaan, omdat Johnny er zoo leelijk
voor staat, en...."
„Hoé leelijk voor staat
„Zie dat zelf maar uit te vinden. Maar hij is een beste jongen een beetje
onbekookt en avontuurlijk en zoo, maar aardig en keurig hij mocht 't best
een heel stuk beter hebben. Ik heb niets op't drank smokkelen tegen dat
doen een massa fijne lui tegenwoordig, en je hoeft er heusch geen sufferd voor
te zijn. Misschien zou Johnny nog wel ooit voor eigen rekening kunnen be
ginnen, als ze hem met rust lieten. Maar ze knijpen hem.
„Wie
„Zoek maar uit, heb ik gezegd. Ik kan je niets meer vertellen en als t
ooit uitkwam, dat ik zooveel losgelaten had, zou ik je voor leugenaar uit
maken. Als Johnny hoorde, dat ik zoo aan 't babbelen was geweest, kreeg
ik den grootsten last met hem. Ik zou hem natuurlijk graag willen vertellen,
dat we kennis gemaakt hebben...."
„Doe dat alsjeblieft
„Ik geloof, dat je wel een geschikt iemand bent jullie moeten maar
goede vrienden zijn, vooral omdat je met zijn zuster getrouwd bent. Dol
dat hij op dat kind is Hij heeft er eeuwig en altijd zijn mond vol over."
„Dat verdient ze ook."
„Ik ken haar niet. Wij zijn zoo heel anders
Alan had haar dolgraag ondervraagd over Beverly maar kieschheid
hield hem terug. Al stond dit meisje den broer van Beverly nog zoo na, het
leek hem toch een zekere ontwijding, met May over haar te spreken. Hij
moest zich inspannen, om de bekoring van zich af te zetten. Hij zou méér
over Beverly te weten komen, als ze 't hem zelf wilde verteilen.
„Wat weet je van Andrew North vroeg hij opeens.
Het meisje huiverde. „Zóóveel," zei ze zenuwachtig, „dat ik al koud
word, als ik zijn naam hoor. Hij heeft net zooveel bloed als een visch en net
zooveel hart als een keisteen."
Hij schijnt nogal veel macht te hebben."
„Een mensch vermoorden vindt hij niets erger, dan u om een vlieg dood
te sla^nm Da,s een prettig gehoorHoor eens, May, zeg tegen Johnny,
dat j'è mij gesproken hebt. Zeg er maar bij, dat ik heel graag kennis met hem
zou maken, 't Is altijd mogelijk, dat ik iets voor hem zou kunnen doen."
„In dit geval niet, meneer Beckwith. Maar ik zal
't hem zeggen."
„Mooi." Alan stond op en legde wat geld op tafel.
„Misschien kan ik je later, als die wolken overge
dreven zijn, toch nog golf leeren spelen, May."
„Die wolken," zei ze mat, „drijven niet over. 't Is
een heel ander soort."
ZESTIENDE HOOFDSTUK
Het vervolg op Alan's gesprek met May Deshler
kwam uit een onvoorzienen hoek.
Het was de tweede avond daarna. Beverly was
aan tafel ongewoon stil geweest. Op zijn vragen had
ze met enkele léttergrepen geantwoord, en klaarblij
kelijk had ze ongeduldig gewacht op het vertrek van
Ellen.
Toen zij alleen waren, ging zij kaarsrecht zitten
in haar fauteuil, en met haar kenmerkende ronduitheid
kwam zij aanstonds ter zake.
„Alan," zei ze, „ik heb me over je verwonderd. Je
bent me tegengevallen."
„Tegengevallen Hoezoo
„Je hebt geprobeerd, achter dingen te komen, die ik
je verteld zou hebben,als ik noodig vond, dat je ze wist."
„ZooHij begon te begrijpen, en een on
aangenaam schuldgevoel kwam in hem
„Je hebt May Deshler uit willen hooren."
„Dat heb ik," antwoordde hij met volkomen
openhartigheid. „En 't is me schitterend mislukt."
KORTE INHOUD VAN HET
VOORAFGAANDE.
Alan Beckwith. door honger gedreven, wil
zelfmoord plegen. Hij wendt zich tot den
bendeleider Andrew North om op zijn naam
een levensverzekering af te sluiten. Met de
gelden van de polis zullen dan na zijn dood
zijn schulden betaald moeten worden.North
wijst dit voorstel af. Hij biedt Beckwith
echter aan een levensverzekering voor hem
te sluiten van 100.000 dollarAlan Beck
with krijgt dan 20.000 dollar contanten,
maar moet na dertien maanden uit het
leven verdwijnen. Het resteerende bedrag
valt dan aan North toe. De polis komt
te staan op naam van een vrouw, Beverly
Ames, met wie Alan Beckwith op aan
wijzing van North moet trouwen. Beckwith
stemt toe. Hij maakt met zijn aanstaande
vrouw, die op een onverklaarbare wijze in
de macht van North is geraakt, kennis.
Het huwelijk wordt voltrokken en het jonge
paar betrekt de flatwoning, welke North
voor hen heeft gehuurd. Na eenigen tijd
ontwaakt in Beckwith het verlangen om te
kunnen blijven leven, want hij moet zich
bekennen Beverly lief te hebben. En het
meisje bemint ook hem. Beckwith maakt
kennis met May Deshler. de verloofde van
Johnny Ames, den broer van zijn vrouw,
die voor North drank moet smokkelen.
„Heusch No. 8
„Ik lieg niet tegen jou, Beverly.
„Nee, dat denk ik ook nietDe teen van haar schoen trok lijnen op
het kleed. „Waarom
„Waarom ik met juffrouw Deshler ben gaan praten
„Ja."
„Omdat jij moeilijkheden hebt. Mijn eigen leven duurt niet lang meer. Ik
heb nooit iets van belang tot stand gebracht. Nu zou ik 't prettig vinden, iets
voor jou te doen, vóór.vóór het einde."
„O ja," zei ze zacht. „Dat waardeer ik erg, Alan. Ik had het ook kunnen
verwachten. Maar 't helpt niets. Niets kan meer helpen..
„Je hebt verdriet, groot verdriet."
Zij boog het hoofd.
„Ik wil iets voor je doen. Vertel me tenminste, wat het is t is al iets,
als je'je hart kunt uitstorten."
„Waarom zou ik 't jou vertellen
Kalm zei hij „Omdat ik je liefheb."
Zwijgen. De eenvoudige woorden schenen nog voort te trillen door de
kamer. Een minuut lang bleef het meisje stil zitten, toen sloeg ze haar oogen
naar hem op en hij zag, dat ze vochtig waren.
„Ik vind 't mooi van je, Alan, dat je 't me zegt. Het maakt in zekeren
zin alles anders het weten alleen, dat er iemand is, die heel, héél veel om je
geeft. Ik weet niet, of je kunt begrijpen, hoeveel verschil het maakt...."
„Ja, dat kan ik begrijpen. Ik heb nooit iemand gehad, die op die manier
om me gaf."
Zij opende haar lippen om te spreken, toen sloot zij ze plotseling weer.
Hij sprak smeekend. „Zeg het, Beverly."
„N..nee. Je moogt het begrijpen, maar 't zou gevaarlijk zijn, het onder
woorden te brengen. Er zijn redenen...."
„Als je 't me dan maar vertelde. Ik houd zooveel van je."
„Terwijl je niets van me weet
„Terwijl ik alleen weet, dat jij jij bent."
„Je houdt van me, zonder te vergeten, hoe ik bij je gekomen ben als n
werktuig van Andrew North Zij verhief haar stem, en hij ontdekte er een
klank van zenuwachtige opwinding in. „Hoe kun je weten wie ik ben, of wat
ik ben Welke reden heb je, om te veronderstellen, dat ik je liefde waard ben?
„Ik veronderstel niets, Beverly. Ik weet alleen, dat ik je liefheb. Daar
kan ik niets aan doen, is 't wel Ik vind 't er niet op aankomen, wat je bent of
wat je geweest bent. Ik heb natuurlijk nagedacht, en
mezelf van alles afgevraagd en getobd, maar ik geloof
niet, dat er iéts eenig verschil voor me maakt, be
halve dat jij de eenige vrouw bent, waar ik ooit van
gehouden heb. En al, wat ik van je vraag, is de kans,
om je naar mijn zwakke vermogen een beetje van
dienst te zijn al was't alleen maar, door je de gele
genheid te geven, om eens uit te praten. Je ziel schijnt
naar buiten door je oogen, Beverly, en ik kan zien,
dat ze overvloeit van bitter verdriet. Wéét je dan
niet, dat je me vertrouwen kunt
,tja-"
„En heb je er niet naar verlangd, iemand te heb
ben, waar je tegen kon praten
„Natuurlijk." Opeens keek zij op. „Ik zal 't je
vertellen. Ik vind 't angstigmaar nu je 't zóó
uitdrukt
Hij boog zijn hoofd. „Je maakt me heel gelukkig,
Beverly."
Zij sprak langzaam, en met moeite, zorglijk haar
woorden kiezend.
„John en ik zijn weezen zoolang ik me herin
neren kan al. We hebben van klein kind af hier in de
stad gewoond. We hadden een tante, die nu dood is
enfin, kleinigheden doen er niet toe. Schoolgegaan,
en toen werken. John is een beste jongen, een lieve
jongen kranig en ridderlijk maar hij is jong nu
nog, drieëntwintig pas.
„Je bent een man, je weet, hoe de omstandig
heden het leven van een gevoeligen jongen kunnen