VROUWENLEVEN
Sterke Sportkousen
1650
VRIJDAG 26 MEI 1933
No. 52
den linkerkant van den rand 2 r. 2 aver. De eerste
st. wordt afgehaald. Men breit nog ongeveer 50
toeren en verdeelt dan de steken voor den hiel
als volgt
In het midden van den toer neemt men 30 st.
op één naald voor den hiel. De overige 30 st. ver
deelt men over 2 naalden voor de wreef en laat die
voorloopig rusten. Men breit nu op de 30 st. voor
den hiel aver, terug. Bij den daaropvolgenden r.
toer breit men 29 st., keert het werk om, haalt
den Isten st. af en laat aan het einde weer 1 st.
op de naald staan. Bij den daaropvolgenden r. toer
laat men 2 st. op de naald staan en eveneens bij
den aver, toer daarna. Zoo gaat men door, telkens,
aan het einde van de naald, 1 st. meer overlatend,
tot men, in het midden van de naald, nog 12 st.
overhoudt. Dan breit men, beginnende met een r.
toer, de 12 st. en vervolgens den 13den st. tegelijk
met het lusje vóór dien st. (om een opening te
voorkomen). Men keert het werk om en breit in
den aver, toer op dezelfde wijze 1 st. meer. De eerste
st. van de naald wordt steeds afgehaald. Zoo gaat
men door, tot men weer alle 30 st. op de naald heeft.
Nu worden de 30 st. voor de wreef weer op 1
naald gebracht, terwijl men de steken van den hiel
over 2 naalden verdeelt. Tusschen hiel en wreef
worden 2 lusjes opgenomen aan weerskanten en
met de hielsteken mee gebreid. De 30 st. van de
wreef blijft men, tot aan den teen, 2 r. 2 aver,
breien, de overige st. van den voet breit men r.
In den 2den toer van den voet mindert men in de
kleine naalden door op 1 na de laatste 2 st. naast
de wreef samen te breien. Men breit 1 toer over en
mindert nog eens, waarna men weer overbreit
en de mindering voor de derde maal herhaalt.
Men houdt dan op elke kleine naald 14 st. over.
Hierna breit men door, zonder minderen, tot
aan den teen 36 38 toeren. Voor den teen
breit men enkel r. op alle naalden en mindert als
volgtmen breit 1 st. van de groote naald, breit
2 st. samen, breit de naald uit op 3 st. na, breit
2 st. samen, breit den laatsten st. Bij de 2de naald
breit men 1 st., 2 st. samen en verder de naald uit.
De 3de naald breit men tot op 3 st. na, breit 2 st.
samen, breit den laatsten st. Na den minde-
ringstoer breit men 1 toer over. Deze beide toeren
herhaalt men tot men nog 26 st. in het geheel
overhoudt. Men brengt dan alle st. van de 2
kleine naalden op een naald, en voegt hierbij nog
1 st. van de groote naald, zoodat er aan beide
kanten evenveel steken zijn. Men kan die steken
dan, 2 bij 2, afkanten men kan ze echter ook
afwerken op de wijze zooals ik die heb aangegeven
bij de slipovers uit ons vorig nummer.
De hierboven beschreven sportkousen kunnen
natuurlijk ook in grootere of kleinere maat ge
breid worden.
Voor kousjes voor kinderen van 2 3 jaar, die
men beter zonder omgeslagen rand kan breien,
zet men 48 st. op in de rondte.
Voor kinderen van 7 jaar ongeveer kan men een
zelfde aantal steken opzetten als voor de hier
boven beschreven kousen en worden alleen de
beenen en de voeten iets langer.
Voor den leeftijd van ongeveer 11 jaar zet men
76 st. op in de rondte enz. THÉRËSE.
'n Paar sterke gebreide sportkousen.
VOOR EEN JONGEN VAN VIJF JAAR ONGEVEER.
Deze sportkousen zijn gebreid van blauw onverschiet-
baar katoen met zijden draad. Voor dén omgeslagen
rand is 'n weinig beige gebruikt.
Men zet 60 st. op, verdeeld over 3 naalden 20 st. op
elke naald en breit 10 toeren 2 r. 2 aver. den eersten
toer breit men in den achterkant der steken. Na deze 10
toeren breit men 1 toer r. met beige en 1 toer r. met blauw.
Dan breit men aldoor r. voor 't figuurtje in den rand,
op iedere naald 1 ste toer 1 st. blauw en verder telkens
2 st. beige, 1 st. blauw, 2 st. beige, 5 st. blauw. Aan het
einde van de naald 4 st. blauw 2de toer telkens 2 st.
beige, 3 st. bl., 2 st. beige, 3 st. bl. 3de toer telkens 3 st.
beige, 1 st. bl., 3 st. beige, 3 st. bl. 4de toer 1 st. bl.,
verder telkens5 st. beige, 5 st. bl. Aan het einde van
iedere naald 4 st. bl.5de toer 4 st. bl. verder 1 beige,
9 bl. aan het einde van iedere naald 5 st. bl.
Hiermee is het figuurtje voor den rand klaar. Men breit
daarna 1 toer met blauw, 1 toer met beige en daarna nog
Feestjurk «oor t kleine me,sje oan pastel- 10 toeren blauw, alles r. De omgeslagen rand is dan af
kleurige zijde, versierd met smockwerk. Men keert nu het werk binnenst buiten en breit verder op
FEESTJURKEN VOOR HET KLEINE
MEISJE EN VOOR DE BAKVISCH -
LEEREN HANDSCHOENEN MET
GEHAAKTE MANCHETTEN.
De hierbij afgebeelde kinderjurk voldoet wel
aan alle eischen die wc aan 'n feestjurk
voor het kleine meisje kunnen stellen. Het
jurkje is feestelijk, het is zorgvuldig ontworpen
en uitgevoerd, maar 't blijft vóór alles 'n kinder
jurk. Er is niet de minste namaak van 'n dames
japon en er is, ondanks alle werk dat er aan be
steed is, voor gezorgd, dat de eenvoud zooals die
bij kinderkleeding vooral altijd gewenscht blijft, is
bewaard gebleven.
Het model van deze jurk is bovendien zoo een
voudig, dat al wie gewend is zelf voor haar kinderen
te naaien ze heel gemakkelijk zal kunnen namaken.
Voor het jurkje van onze afbeelding is pastel-
kleurige zijde genomen. Het jurkje is versierd met
'n grooten kraag, die fijn gesmockt is langs den
hals, waar het smockwerk in 'n smal biesje is
gevat. Het smockwerk van den kraag loopt van
voren door boven het
gladde lijfje. De verdere
garneering van dit aar
dige modelletje bestaat
uit smalle opnaaisels in 't
lijfje en in 't ingerimpelde
rokje, 'n Driehoek van
Fransche knoopjes op 't
lijfje wordt afgesloten
door 'n klein strikje.
De feestjurk voor de
bakvisch die hierbij is af
gebeeld, hee ft geheel en
al het karakter van 'n
jongemeisjesjurk. Ook
hier geen navolging van
de damesjapon, maar iets
geheel eigens, speciaal
voor het jeugdige meisje.
Dit model werd ont
worpen in maisgeel met
tomatenrood voor de bloe-
menguirlande. Het hoog-
getailleerde lijfje bestaat
evenals de mouwtjes uit
breede biais, welke, van
voren samengehouden,
het effect maken van 'n
fichu. De rok, nauwslui-
Een nieuw Parijsch mode
snufje wit leeren hand
schoenen met manchetten
van kleurig haakwerk.
tend om de heupen, loopt
van onderen wijd uit.
Handschoenen met ge
haakte manchetten. We
weten al wel allemaal, dat
handschoenen met meer
of minder rijkbewerkte
manchetten nu meer dan
ooit in de mode zijn. De
fraaie modellen hiervan
zijn echter tamelijk duur.
Maar nu hierbij de af
beelding van 'n paar
hyper-moderne Parijsche
handschoenen met ge
haakte manchetten
dus alweer iets, dat de
meesten onzer zelf zullen
kunnen maken.
De handschoenen zelf
zijn van wit waschbaar
leder, de manchetten zijn
gehaakt in bonte kleuren.
Het haakwerk, dat hoofd
zakelijk bestaat uit stok
jes en uit vaste steken, is eenvoudig genoeg en de kleuren
ervoor kan eenieder kiezen passende bij het overige toilet.
Het zal zelfs heel goed mogelijk wezen om bij een en
hetzelfde paar handschoenen meer dan één paar man
chetten te maken. De manchetten, die bij het wasschen
zullen moeten worden afgetornd, kunnen eenvoudig met
'n onzichtbaar steekje op de handschoenen worden vast
genaaid. Naar den buitenkant toe loopen ze eenigszins
wijd uit. PAULA DEROSE.
Een avondjapon voor het bakvischje in maisgeel
met tomatenroode bloemenguirlande