No. 52
VRIJDAG 26 MEI 1933
1661
Den volgenden ochtend was McCulloch zeer verwonderd, den jongen
in de richting van zijn huis te zien komen. Hij was het eiland over-
geloopen, zonder dat zijn gezellen het wisten. De zendeling heeft
nooit verteld, hoe de jongen heette, madr hij is waard, dat zijn naam
bekend blijft.
„Je kunt beter daar blijven," riep McCulloch, „kom niet dichter bij Het
gaat slecht hier. Zet daar maar neer, wat je hebt meegebracht, dan zal ik het
wel komen halen."
„Ik heb niets bij me," zei de jongen zenuwachtig. „Ik kom u maar eens
opzoeken."
„Dat moet je niet meer doen," antwoordde McCulloch en voegde er bitter
aan toe „Ga maar terug en vertel, dat je een man gezien hebt, die probeert
zijn plicht te doen."
„En of," riep de jongen uit, „dat doet u zeker
McCulloch werd zachter gestemd. „Ga daar op die rots zitten," zei hij,
„dan kunnen we eens samen praten."
„Wat is dat voor gebouw," vroeg de jongen, „is dat uw kerk
„Kerk en hospitaal," antwoordde McCulloch. „Daar zijn de dooden en de
stervenden."
De jongen rilde. McCulloch wees hem de hutten. Hier waren twee
dooden, een andere was vol zieken een moeder en drie kinderen lagen
te sterven in de derde.
„Er is nog iets," zei de
jongen, „wat ik u kom ver
tellen. Niemand weet, dat
ik hier ben. Ga vanavond
niet de medicijnen en de
levensmiddelen halen.
Luister naar me en blijf
weg."
Hij stond opeens op
en verdween zonder om
te zien.
Maar McCulloch was
door al zijn voorraden heen
en moest in ieder geval
trachten, nieuwe te krijgen.
God alleen weet, hoe hij die
verschrikkelijke dagen was
doorgekomen zieken ver
plegen, bidden, troosten,
waarschuwen en begraven.
Hij stoorde zich dan ook niet
aan den raad van den jon
gen, doch ging des avonds
naar de afgesproken plaats
om de artikelen te halen. Hij
had een vaag voorgevoel,
dat hem een strik gespan
nen was.
Aan de kreek zag hij
niemand evenmin werd er
op hem gevuurd. Juist was
hij bezig, alles in te pakken,
toen hij plotseling van ach
teren werd aangegrepen, en
vóór hij zich om kon draaien,
hoorde hij 'n stem: „Ik
waarschuw ie, maak het niet
erger voor jezelfHet was
O'Reilly. Een touw werd
onder zijn armen doorge
trokken en op zijn rug vast
gebonden. Hij was volkomen
machteloos. Toen zag hij
Wilson, die uit het struik
gewas te voorschijn kwam.
McCulloch protesteerde en
vroeg, wat ze van plan wa
ren. Ze gaven hem geen ant
woord, doch duwden hem
naar voren, met het hoofd
vooruit, in de richting van
het water. Daar lag 'n boot.
O'Reilly duwde hem erin en
Wilson stootte de boot van
den wal. Al spoedig was ze
een tiental meters van de
kust verwijderd.
„Je kunt je armen vrij
maken, McCulloch I" riep
Wilson vanaf het strand,
„en er zijn voor veertien
dagen levensmiddelen in de
boot, maar geen riemen. Het
beste ermee. Je werd te
gevaarlijk; het gaat om ons
Even rustte de dokter, en toen ging hij verder „Het is een noodlottige
vergissing om een onbeschaafd volk de werktuigen van ons in handen te
geven. Vertrouw geen negers met geweren, zooals Wilson deed. Een familie
uit de hutten bij de rivier waagde weer een poging om de overzijde te bereiken.
Allen werden neergeschoten, ook twee kinderen. McCulloch zag wit van op
winding en verontwaardiging. Hij roeide naar de andere zijde van het eiland,
doch zag de bajonetten op zich gericht.
„De straf zal komen," riep hij. „De straf zal komen, lafaards
O'Reilly lachte, Wilson vloekte en de jongen staarde beschaamd voor
zich uit. Rustte er een vloek op de nederzetting Het leek wel zoo, want den
volgenden dag deden zich twee nieuwe gevallen van pokken voor. Wilson Co
hielden krijgsraad en besloten de patiënten met de roeiboot naar McCulloch
te brengen. McCulloch staarde hem met koortsachtig rood gelaat aan en
zei geen woord. Wilson beloofde levensmiddelen, medicijnen en al het noodige
te zullen sturen. O'Reilly tikte hem op zijn arm en samen spraken zij gedempt,
zoodat de jongen het niet kon hooren.
„Kijk eens hier, McCulloch," zei Wilson, „wij zullen de voorraden morgen
avond bij de Palmkreek neerzetten, dan kun je ze daar halen."
McCulloch zei nog steeds niets, maar boog zich over de twee inboor
lingen, die op het strand lagen. Wilson en O'Reilly roeiden weg en spraken den
geheelen avond over hun plannen.