No. 52 VRIJDAG 26 MEI 1933 telen diep in den aard van het volk. Dat het Boeddhisme ook op Europeanen veel aantrekkingskracht uitoefent, is be kend. Onze reporter trof in een der kloos ters dan ook een Duitscher aan, wien het in het Avondland te benauwd was gewor den en die nu geheel en al als volgeling van Boeddha leefde en werkte. Hij was eens doctor in de wijsbegeerte van een der be roemdste Europeesche hoogescholen, thans draagt hij het monniksgewaad en woont in een klooster te Bangkok, waar hij aan de jeugdige novicen onderwijs geeft in het Sanskriet. Hij bemint den vrede van zijn kloostertuin, wijdt zich aan zijn studiën en doet zijn dagelijkschen bedeltocht. En hij zegt, niet naar zijn vaderland terug te verlangen. S0{- 0&n vQn Ven at P Groep, een scène uit het aard- sche leven van Boeddha voor- stellend. Op een van zijn prediktochten bracht een witte olifant (welk dier bij de Boeddhisten heilig is) hem water en een aap reikte hem honing. laten zij hun huizen en be ginnen hun bedeltocht. Zij dragen een ijzeren nap onder hun ruim kleed en staan zwijgend en geduldig bij de ingangen van groote winkels, op de markten, en overal, waar veel menschen moeten komen. Men schenkt hun rijst, vruchten, bloe men. Zij vormen het rus tigste element in het toch al kalme Oostersche leven het is een schilderachtig schouwspel hen voor ont spanning op de stille vijvers te zien roeien, of hen gade te slaan in treinen op stations, of op de eeretribunes bij de groote nationale feesten. Leden van het koninklijk huis hebben het gele mon niksgewaad gedragen, en voor een paar weken of maanden per jaar doet zulks nog iedere vrome Siameesche grijsaard en jongeling. Gods dienst en monnikswezen wor- In den vredigen kloostertuin van een Boeddhistenklooster in Siam.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 5