DOOR OCTAVUS ROY COHEN
KITTE
En er was nog iets anders, dat hem vreugde gaf. Nu wist hij, waarom
Beverly met hem getrouwd was; hij hoefde zich niet langer af te
vragen, of zij „een der creaturen van North" was. Die gedachte had
hem meer gehinderd, dan hij zichzelf had willen toegeven en hij
was blij, dat hij haar zijn liefde verklaard had, vóór hij wist, wie of wat zij
was, en door welke middelen North haar in bedwang had.
„En is er nu niets aan te doen, Beverly
„Ik zou niet weten wótZij hief zenuwachtig het hoofd op. „Hoe kun
je vechten tegen een macht, die meer dan menschelijk is John kan niet
vluchten. Hij zou zóó vermoord worden. Jij kunt ook niet vluchten....
Misschien begrijp je nu, hoe stevig je zelf gebonden bent. Je zit in een web
Ellen en haar man bespionneeren ons en als we maar een handkoffertje
gingen pakken, kwam er een uitbarsting. En je moet niet denken, dat de
Schele je niets zou doen, omdat hij je nogal mag. Hij zou 't ellendig vinden,
maar doen zoü hij het. John rijdt met een partner, die order heeft, op te passen,
dat hij niet ontsnapt. We zitten zoo vast als een muur alle drie."
„Toch ben ik blij voor mezelf, Beverly."
„Blij
„Als 't zoo niet gegaan was, had ik jou nooit gekend."
Er ging een schok door haar heen, bijna een snik. „Toe, stil, Alan..
„Wat mijn moeilijkheden betreft die lijkt me niet half zoo erg als de
jouwe. Jij bent er in gesléépt ik heb 't mezelf aangedaan, met open oogen.
Heb maar geen medelijden met me, liefste."
„Dat moet ik wel evengoed als ik 't voor mezelf erg moet vinden."
„Als ik alleen aan mezelf denk, voel ik me veel prettiger. Ik weet nu ten
minste, dat ik niet voor niets heb geleefd, en niet voor niets sterven zal. Dat
klinkt misschien gek een beetje quasi-heldhaftig maar dat is 't niet.
Ik had mezelf al geleerd, om te berusten, ik probeerde mezelf wijs te maken,
dat ik al twee-en-een-halve maand dood was. En nu ontdek ik wat anders
als ik werkelijk sterf, dan red ik een jongeman, die de broer is van de vrouw,
die ik liefheb. Dan geef ik hem zijn vrijheid, en een kans om opnieuw te begin
nen. Dat doet me goed, schat."
„Ikik wou, dat ik je zeggen kon hoe ik over je denk, Alan."
„Misschien is 't beter van niet. God weet, hoe graag ik 't hooren zou
maar 't zou te gevaarlijk zijn. Dan zou je vandaag over een jaar misschien
nog veel ongelukkiger zijn. Dat moeten we voorkomen."
Geruimen tijd bleven zij zwijgen, en hij was het, die het eerste sprak.
„Hoe denkt je broer er over?"
„Hij snakt naar zijn vrijheid, Alan. Hij snakt er naar, om opnieuw te
beginnen. Hij heeft leeren vreezen niet lichamelijk, maar zedelijk en
dat is goed voor hem. Hij is van plan, mij mee te nemenergens hier ver
vandaan, waar van die heele nachtmerrie niets meer zal overblijven."
„Uitstekend. Daar ben ik blij om. En nu heb ik een idee. Waarom komt
je broer niet bij ons inwonen Dan heeft hij gezelligheid, als hij in stad is.
Als hij 't leven opnieuw wil beginnen, is deze omgeving misschien nog 't beste
voor hem. Je moet niet vergeten, dat hij op 't oogenblik nóg voortdurend in
aanraking komt met elementen, die hem niets anders
dan schade kunnen doen."
Zij keek hem aan met oogen, groot van dank
baarheid.
„Meen je dat, Alan
„Ja. Denk je, dat hij er zin in zou hebben
„Hij zal 't heerlijk vinden. En ik ook. Hij heeft me
noodig en een man zooals jij bent."
„Wanneer spreek je hem
„Hij is er vanmorgen op uit gegaan. Hij komt
overmorgen terug, tegen dat 't licht wordt. Dan komt
hij 's middags bij me, en dan kan ik't hem vragen. Als
je tenminste zeker weet, dat 't geen opwelling van
een oogenblik is."
„Dat wéét ik zeker. Ik wou, dat ik meer doen kon."
Zij kwam naar hem toe en stond voor hem en liet
haar vingers streelend door zijn lange, krullige haar gaan.
„Alan," zei ze warm, „ik hou van je."
Hij keek haar aan, smeekend, hongerig.
Hij vatte haar hand en drukte die tegen zijn
lippen. En zoo bleven zij, een langen tijd. Toen trok
zij haar hand terug en ging weer naar haar stoel
onder de leeslamp.
Uren lang 'zaten zij daar toen, in de gouden stilte
van het geluk.
ACHTTIENDE HOOFDSTUK.
Twee dagen later nam Johnny Ames bij hen zijn
intrek. Alan bestudeerde hem met levendige belang
stelling en vond, dat hij heel anders was, dan hij
verwacht had.
KORTE INHOUD VAN HET
VOORAFGAANDE.
Alan Beckwith, door honger gedreven, wil
zelfmoord plegen. Hij wendt zich tot den
bendeleider Andrew North om op zijn naam
een levensverzekering af te sluiten Met de
gelden van de polis zullen dan na zijn dood
z'n schulden betaald moeten worden. North
wijst dit voorstel af. Hij biedt Beckwith
echter aan een levensverzekering voor hem
te sluiten van 100.000 dollar. Alan Beck
with krijgt dan 20.000 dollar contanten,
maar moet na dertien maanden uit het
leven verdwijnen. Het resteerende bedrag
valt dan aan North toe. De polis komt
te staan op naam van een vrouw, Beverly
Ames, met wie Alan Beckwith op aan
wijzing van North moet trouwen. Beckwith
stemt toe. Hij maakt met zijn aanstaande
vrouw, die op een onverklaarbare wijze in
de macht van North is geraakt, kennis.
Het huwelijk wordt voltrokken en het jonge
paar betrekt de flatwoning, welke North
voor hen heeft gehuurd. Na eenigen tijd
ontwaakt in Beckwith het verlangen om te
kunnen blijven leven, want hij moet zich
bekennen Beverly lief te hebben. En het
meisje bemint ook hem. Beckwith maakt
kennis met May Deshler, de verloofde van
Johnny Ames, den broer van zijn vrouw,
die voor North drank moet smokkelen.
Het blijkt nu, dat het leven van Johnny
ook door North wordt bedreigd en dat
Beverlij gijzelaarster voor hem is.
Johnny was drieëntwintig, maar door zijn frissche teint "NJp. Q
leek zijn gladgeschoren gezicht niet ouder dan achttien. Hij was
veel minder lang dan Alan en tenger van bouw. Zijn trekken waren regel
matig en sympathiek maar het waren vooral het haar en de oogen, die
Alan aantrokken, waarvan de onbewuste reden was, dat die hem zoo sterk
aan Beverly herinnerden.
Het was bijna niet te gelooven, als men den jongensachligen Johnny
aankeek, dat hij dranksmokkelaar van beroep was, of dat hij in eenigszins
krachtig verband kon staan met een man als North. Zijn groote bruine oogen
schenen van geen kwaad te weten, hij had een aardige manier, om het lange
bruine haar naar achter te schudden en hij kon lachen, dat zijn regelmatige
blanke tanden zichtbaar werden. Toen hij den jongen nog geen minuut kende,
werd Alan zich bewust van een vrij nuchtere gedachte.
„Nu begrijp ik," zei hij bij zichzelf, „waarom May Deshler van hem
houdt."
Johnny Ames was maar drie jaar jonger dan Alan -hij maakte deel uit
van de onderwereld in die stad, en had ervaring van dingen, die Alan nog niet
eens vermoedde en toch voelde Alan zich stukken en stukken ouder en rijper
dan die knaap. Zijn houding was bijna vaderlijk, van het oogenblik af, dat zij
elkaar stevig de hand gaven.
„Hoe gaat 't, Johnny? Welkom."
„Merci, Alan."
Er kwam een zekere verlegenheid, tot Beverly binnenkwam en de leiding
nam met vrouwelijken tact en handigheid gaf zij, de eerste moeilijke oogen-
blikken, leiding aan het gesprek, zoodat de twee jonge mannen zich in onge-
loofelijk korten tijd volkomen op hun gemak gevoelden met elkaar, en Beverly
zich stil kon terugtrekken in haar hoekje, om naar hen te kijken en te luisteren,
met een vrediger glans in haar oogen, dan er zich in vele, vele maanden in
vertoond had.
Zij mochten elkaar van het begin af. Terecht ging Alan zijn zwager be
schouwen als een impulsieven, romantischen, jongen waaghals, waar genoeg
in zat, om een voortreffelijk burger van de maatschappij van hem te maken.
Voor 't oogenblik miste hij nog het geestelijk evenwicht, dat pas mét de jaren
komt. Bij het middagmaal kwamen er rimpeltjes van scherts aan zijn oog
hoeken, toen hij Alan plaagde met diens gesprek met May Deshler.
„Je hebt haar in ieder geval leelijk aan 't schrikken gemaakt, Alan."
„Hoezoo
„Ze dacht in 't eerst, dat je van de politie was.
Ze kon geen wijs uit je worden. Je praatte net, of je
haar voor den gek hield, zei ze, en toch wist ze wel
beter. Ze weet natuurlijk, hoe ik er tusschen zit, daar
om is ze altijd zoo angstig."
„Ik mag May graag," zei Alan eenvoudigweg.
De oogen van den jongen klaarden op. „Zeg, meen
je dat
„Ja zeker 1"
Hij wendde zich triomfantelijk naar Beverly.
„Hoor je dat, zus? Als je nu maar naar je man luistert.
Zeg, Alan, je moest mij, en Beverly, eens precies ver
tellen, waaróm je May graag mag."
„NuAlan sprak langzaam en koos met zorg
zijn woorden. „Ten eerste, geloof ik, omdat ze me
eerlijk en trouw leek want zoodra ze wist, wie ik
was, kwam ze er rond voor uit, dat ze dol op je is."
„Oei 1 Ga door."
„Ze houdt heel veel van je, Johnny. Twijfel daar
maar nooit aan. Al is ze misschien niet bijzonder
ontwikkeld
„Ik ben zelf ook geen geleerde."
„Maar ze is zoo zuiver als goud. En nog iets
als ik iets erg brutaals zeggen mag ze is fatsoenlijk.
Ze liet me kalm een beetje gekheid maken, maar ze
ging er niet op in. Ik heb echt nog nooit zoo'n meisje
ontmoet maar ik hoop, dat de eerste keer niet
meteen de laatste is."
Johnny straalde. „Hoor eens, zus! Je hebt een
kraan van een man. Hij had detective of zooiets
moeten worden. May heeft hij ten minste prachtig