DOOR OCTAVUS POY COHEH De lange, slanke figuur van Alan Beckwith verscheen op den drempel. Zijn oogen gingen wijd open, toen hij naar binnen keek, en zijn stem klonk koud van woede. „Wat is dat?" Nick Webb was geen lafaard. Hij bleef Beverly's arm vasthouden, en spottend wendde hij zich naar de deur. „Kijk, kijk, wien hebben we daar Zou je me niet eens aan manlief voorstellen, Beverly Er kwam angst in het hart van het meisje. Zij kende het kaliber van den bezoeker, zij herinnerde zich de revolver in zijn zak. „Wie is die man De vraag werd uitgesproken door Alan, uitgesproken met een stem, die haar verwonderde. Er lag iets straks, staalachtigs in. Tot nu toe had zij Alan beschouwd als een man met een zachten, om niet te zeggen weeken aard iemand die zich liet plat slaan door tegenspoed, en die echt-mannelijke eigen schappen miste, die bij de mannennatuur hooren. Maar nu was al die weekheid weg. Er lag een koel dreigement in zijn houding, een glans van sterken toorn in zijn oogen. Het gaf haar een rilling van vreugde en van vrees. Wat kon Alan be ginnen tegen dien groven, brutalen kerel? Wat zou hij beginnen? Al haar zenuwen beefden en krompen trots, vrees, liefde, haat, het eene gevoel stapelde zich op het andere. Maar de trots bleef boven. „Dat is Nick Webb," hoorde zij zichzelf zeggen. „Hij is Johnny's partner zij rijden samen een wagen. En hij moet ook voor Andrew North oppassen, dat Johnny niet ontsnapt, 't Is vandaag de eerste keer niet, dat hij me lastig valthij is er al mee begonnen, zoodra North hem had aangesteld om op Johnny te letten. Hij zegt, dat hij Johnny wat doen zal, als ik hem afstoot. Hij heeft een revolver bij zich. Je moogt wel oppassen Weer Alan's stem, met dien nieuwen klank, hard, onverzettelijk. „Wèt oppassen 1" Hij kwam een stap naar Webb toe. „Weg die hand." Ondanks zichzelf kwam de man onder den indruk. Lichamelijk bang was hij niet Nick Webb had den dood meer dan eens getrotseerd, in volle kalmte, maar altijd met zijn eigen soort. Hier stond hij voor een mannentype, dat hij totaal niet kende een heer. Nog nooit had hij zoo'n vuur gezien, als er nu uit Alan's oogen laaide. Zelf nauwelijks wetend, dat hij het deed, liet hij Beverly's arm los. „En nu mijn huis uit 1" Onwillekeurig begon Nick te gehoorzamen. Toen bleef hij opeens staan. „Je kunt naar de hel loopen 1" gromde hij. „Er uit 1" „Zie maar dat je me er uit krijgt 1" Alan aarzelde niet. Met één stap was hij bij het haardje dat alleen als decoratie dienst deed. Zijn lange vingers grepen om het koperen handvat van een pook. Met strakken mond en strakken blik keerde hij zich weer om naar den onwelkomen bezoeker. Er was geen spoor van besluiteloosheid in zijn optreden. Nick's hand ging naar den zak. Beverly schreeuwde „Pas op I De revolver 1" De pook zwiepte door de lucht. Terwijl de blauwe revolver zichtbaar werd, raakte de pook de hand, die het ding vasthield. Het wapen kletterde tegen den vloer, en vloekend sloot Webb zijn linkerhand over den pijnlijken pols. Het was zeer vlug, onweerhoudbaar gebeurd. Alan's gelaatsuitdrukking was niet veranderd hij was even zeker, als vanzelfsprekend opgetreden, alsof zulke scènes iederen dag voorkwamen. En hij sprak ook niet luider. „Er uit I" „Smerige langpoot „En geen woord meer." Nick Webb slofte naar de deur. Daar keerde hij zich om, het gezicht vertrokken door de pijn van zijn gekwetsten pols. „Vandaag heb je 't gewonnen, Beckwith. Maar ik vertel je één ding ik zal 't je driedubbel en dwars inpeperen. Je zult er niet lang pret over hebben." Alan bleef roerloos, tot de buitendeur dichtsloeg achter Johnny's partner. TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Een paar seconden nog bleef Alan staan, zooals hij stond. Toen kwam de reactie. Zijn knieën werden slap en hij viel plotseling op den stoel neer, die het dichtste bij hem stond. Er stonden zweetdruppels opzijn voor hoofd en hij lachte een kort, zenuwachtig lachje. Wat Beverly betreft, zij stond te staren, alsof zij een visioen voor zich zag. De verrassing was haar op KORTE INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE. Alan Beckwith. door honger gedreven, wil zelfmoord plegen. Hij wendt zich tot den bendeleider Andrew North om op zijn naam een levensverzekering af te sluiten. Met de gelden van de polis zullen dan na zijn dood z'n schulden betaald moeten worden. North wijst dit voorstel af. Hij biedt Beckwith echter aan een levensverzekering voor hem te sluiten van 100.000 dollar. Alan Beck with krijgt dan 20.000 dollar contanten, maar moet na dertien maanden uit het teven verdwijnen. Het resteerende bedrag valt dan aan North toe. De polis komt te staan op naam van een vrouw. Beverly Ames, met wie Alan Beckwith op aan wijzing van North moet trouwenBeckwith stemt toe. Hij maakt met zijn aanstaande vrouwdie op een onverklaarbare wijze in de macht van North is geraakt, kennis. Het huwelijk wordt voltrokken en het jonge paar betrekt de flatwoning, welke North voor hen heeft gehuurd. Na eenigen tijd ontwaakt in Beckwith het verlangen om te kunnen blijven leven, want hij moet zich bekennen Beverly lief te hebben. En het me is ie bemint ook hem. Beckwith maakt kennis met May Deshler, de verloofde van Johnny Ames, den broer van zijn vrouw, die voor North drank moet smokkelen. Het blijkt nu, dat het leven van Johnny ook door North wordt bedreigd en dat Beverly gijzelaarster voor hem is. 't moment te groot, om iets te zeggen of haar gedachten te IQ verzamelen, maar haar krachtigste emotie was verbazing met een tintje van vreugde en trots. Het was een nieuwe Alan, die zich in deze crisis aan haar getoond had, heel iemand anders dan de slappeling, die aan zelfmoord gedacht had, en die zich maar als een strootje had laten meesleuren door een strooming van tegen spoed, zonder ook maar te probeeren, om voor zichzelf te vechten en te zwoe gen. Hij had getoond, dat hij een man was, en hij had het zoo rustig en een voudig gedaan en zoo afdoend dat zij hem nog maar nauwelijks her kende als den man, dien zij vóór drie maanden had leeren kennen. Hij veegde zich het voorhoofd af en lachte mat. „Beverly," zei hij, „ik ben zoo geschrokken." Het was een naïeve, jongensachtige bekentenis. Opeens ging Beverly zitten, en voor 't eerst, zoolang Alan haar kende, zag hij haar schreien. Een paar seconden bleef hij zitten staren, niet goed wetend, wat hij er van maken moest. Haar tenger lichaam werd geschokt door snikken, maar toen zij naar hem keek, glimlachte zij door haar tranen heen. Als een groote, hulpelooze baby kwam hij naar haar toeloopen en hij legde een hand op haar schouder. „Toe, Beverly, doe nu niet zoo.... 't Is toch voorbijEr is heele- maal geen reden Ze nam zijn hand in de hare en kiemde er zich aan vast met een kracht, die hem verbaasde. ,,'t Is voorbij, Beverly. Er is niets te huilen." „Dat weet ik. Maar ik kan 't niet helpen.. „Hij zou me toch niets gedaan hebben. Heusch niet." „Jawel 1 't Is 'n echte slechte kerel. Maar daar huil ik niet om, Alan. Misschien zijn 't zenuwen.... en 't is blijdschap ook." „Omdatomdat er niets met me gebeurd is?" „Ja en omdat er iets met Webb gebeurd is. Omdat je zoo opgetreden bent. Begrijp je 't niet, Alan ik huil van geluk, omdat je hebt laten zien, dat je een min bent. Misschien heb ik je er niet eens liever om, maar 't maakt me trotsch op je en ik ben 'nooit erg trotsch op je geweest. -Een vrouw kan niet trotsch zijn op een man, die maar met zich laat gooien en sollen. Nu is 't net, of er een beetje hoop is." Hij schudde verwonderd het hoofd. „Ik geloof niet, dat ik je goed begrijp, schat. Ik ben zeker te dom...." „Dat ben je ook. Een man kan nooit de vrouw begrijpen, die hem liefheeft." Hij boog zich tot haar neer en met zijn lippen raakte hij even de zachte krulletjes van haar bruine haar. „Ik zie eigenlijk niet in, dat er zooiets belang rijks gebeurd is iets, waar de toestand door ver andert.. „Maar dat is er wél. Alan 1 Je hebt me iets iets stévigs laten zien, waar ik niet op gerekend had. Als een man wil genoeg heeft en kracht genoeg om te vechten, is er altijd een kans. Die moét er zijn 1 Als een mensch maar niet onder de pakken gaat neerliggen. Ik ben doodzenuwachtig en dolblij en trotsch." Zij ging naar haar kamer, en 'n paar minuten later kwam Johnny Ames thuis. Ook hij was beladen met Kerstpakjes, en zijn stralend gezicht voorspelde goed nieuws. „Alan 1 't Is gelukt 1" „Wat „May overgehaald. Ze heeft gezegd, dat ze op Kerstavond komt eten. 't Arme schaap ziet er tegen op als tegen een bergze is doodsbenauwd, dat ze 't er niet goed afbrengt maar als ze dan toch in de familie trouwt, moet ze er maar doorheen, zegt ze. 'n Pracht meisje, May geen malligheid, maar een hoofd als Edison." „Ik ben blij, dat ze komt, Johnny. Ik vind May aardig, en ik weet zeker, dat Beverly 't ook wel met haar zal kunnen vinden." „Daar ben ik ook niet bang voor. Bev' kijkt door

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 10