go» M «■p DOOR OCTAVUS ROY COHEN ray werd naar de slaapkamer gewerkt, waar zij hoed en mantel af legde, en stond te stralen in een japon, waarvan ze een krachtige uitwerking verwacht had. Het was een wonderbare schepping van donkerblauw met gouden garneering, en zij bleek zoozeer te snakken naar Beverly's goedkeuring, dat die onbekrompen gegeven werd. „Wat een pracht 1 Die jurk is heel mooi en jij ook, May. Ik begrijp 't best van John." Het meisje bloosde. „Dank je wel, Beverly. En nu wou ik nog eens wat zeggenik ben nog nooit hier geweest, omdat we zoo'n massa van elkaar verschillen we praten niet eens 't zelfde. Maar ik wil één ding zeggen dan begrijpen we mekaar niet verkeerd jij houdt niet half zooveel van Johnny als ik." De eerste twee gangen van het diner veroorzaakten nog geen beslist suc ces. May voelde zich niet ongemakkelijk tegenover de spijzen en het eet gerei zij had zich terdege geoefend in de beste restaurants der stad maar zij had geen ervaring van salongesprekken, en Johnny zat te kijken en te schuifelen en zich af te vragen, wat zij had. Alan zag het en begreep het en deed zijn best. Hij maakte grappen tegen May over hun eerste ontmoeting. „Je dacht zeker, dat ik een beetje flirten wou, hè?" „Heel eventjes ja. Maar ik zag wel, dat je zoo niet was. Je deed 't niet onhandig genoeg, óf niet handig genoeg en je oogen stonden niet goed." „En werd je toen bang „Reken maar! Ik dacht, dat je een stille was, en dat er iets met Johnny was. Toen je me vertelde, wie je was, kon ik 't wel haast besterven. En ik was zóó opgelucht 1" ,,'t Is nog niet zoo'n kwaad soort van een zwager," verklaarde Johnny trots. „En 't is een kannibaal, als hij op dreef komt. Kun je je voorstellen, dat hij Nick Webb aframmelt met een pook „John 1" „En dat heeft hij gedaan Zou je niet zeggen, hè „Van die magere gezichten kun je nooit op aan," vertelde May met een wijs gezicht. Zij begon weer vasten grond onder de voeten te voelen. „Ik heb alle soorten van mannen gekend, maar die lange magere gezichten doen de onverwachtste dingen. Johnny bijvoorbeeld heeft een vierkant gezicht „Zeg, zit je me voor den gek te houden „Zou ik niet durven, schat. Ten minste niet vóór we op 't stadhuis en in de kerk geweest zijn samen." Langzaam maar zeker kwam de feeststemming over het eigenaardige familiegroepje. Toen May voelde, dat zij als gelijke werd aangenomen, kwam haar natuurlijke opgewektheid weer boven. Haar luide, prettige stem en haar volle lach klonken de eetkamer door. Johnny was in den zevenden hemel. Hij was bang geweest voor deze kennismaking had getwijfeld aan den indruk, dien May op zijn zuster zou maken. En nu een vriendschappelijke verhouding stevig gegrondvest was, kon hij zijn verrukking niet bedwingen. Om de paar minuten boog hij zich over, om Beverly in te fluisteren „Zeg nu eens eerlijk, zus is 't geen schat „Dat is ze zeker, John." „Geen politoer en geen flauwe kulletjes allemaal zuivere wol, en dubbel breed." Hij grinnikte en ging voort „Of ten minste bijna.*' Na het diner ruimde Ellen de tafel af toen werden zij en de Schele opgeroepen voor de verdeeling der cadeaux. Er kwamen alleen fopperijen: de echte geschenken werden gereserveerd voor den volgenden dag. Er was een speelgoedpistooltje voor den Schele, die er breed om grijnsde, en een kinderbezempje voor Ellen. Voor Johnny was er een autootje uit den bazar, en voo'r May een manicure-doos in poppenformaat. Beverly kreeg een fornuisje, en Alan een spel kamergolf. Zij trokken de pistaches van den boom en zetten de papieren mutsen op, die er in zaten, en eindelijk verdeelden zij 2ich in twee partijen en bedreven het golfspel van Alan. Het was een vroolijk, zorgeloos feestje. De sfeer van somberheid was voor een poos uitgedreven, en aller oogen tintelden van genot. Ellen en de Schele gingen naar huis en toen de keukendeur achter hen dicht was, hoorden zij nog even de scherpe stem van Ellen en de smeekende antwoorden van haar man. In de huiskamer werd de gramofoon aangezet, en men danste. Alan bracht er niets van terecht, en May nam op zich, hem les te geven. Hij toonde zich een gewilligen, maar dommen leerling, en er werd dol gelachen om zijn malle sprongen. Middernacht. May vond het hoog tijd om op te breken. Beverly ging met haar naar de slaapkamer. KORTE INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE. Alan Beckwith. do or honger gedreven, wil zelfmoord plegen. Hij wendt zich tot den bendeleider Andrew North om op zijn naam een levensverzekering af te sluiten. Met de gelden .van de polis zullen dan na zijn dood zn schulden betaald moeten worden. North wijst dit voorstel af. Hij biedt Beckwith echter aan een levensverzekering voor hem te sluiten van 100.000 dollar. Alan Beck with krijgt dan 20.000 dollar contanten, maar moet na dertien maanden uit het leven verdwijnen. Het resteerende bedrag valt dan aan North toe. De polis komt te staan op naam van een vrouw, Beverly Ames, met wie Alan Beckwith op aan wijzing van North moet trouwen. Beckwith stemt toe. Hij maakt met zijn aanstaande vrouw, die op een onverklaarbare wijze in de macht van North is geraakt, kennis. Het huwelijk wordt voltrokken en het jonge paar betrekt de flatwoning, welke North voor hen heeft gehuurd. Na eenigen tijd ontwaakt in Beckwith het verlangen om te kunnen blijven leven, want hij moet zich bekennen Beverly lief te hebben. En het meisie bemint ook hem. Beckwith maakt kennis met May Deshlerde verloofde van Johnny Ames, den broer van zijn vrouw, die voor North drank moet smokkelen. Het blijkt nu, dat het leven van Johnny ook door North wordt bedreigd en dat Beverly gijzelaarster voor hem is. „Ik heb een prettigen avond gehad, Beverly. Echt heerlijk." "NT,-. 1 1 „Ik ook. 't Is jammer, dat we 't al niet eens vroege* gedaan hebben." „Ik dorst echt niet. Ik stelde 't maar aldoor uit. Ais Johnny's zuster niet in me gevallen was, was ik weg geweest. „Ik begrijp 't, schat. Maar nu zijn we goede vrienden, hè? Voorgoed „Alsjeblieft I" „Kom morgenmiddag maar weer met Johnny mee. 't Schijnt een witte Kerstmis te worden, en Alan denkt er over, met z'n allen naar 't meer te gaan om te sleeën." „Heerlijk! Ik wil wat graag" Aan de deur werd er voor de tweede maal afscheid genomen. Johnny belde om de lift. „Wel te rusten, May." „Wel te rusten, lui. Ik heb 't echt fijn gehad, hoor. Wel te rusten alle twee Beverly en Alan I" De lift verscheenen toen May in de kooi stapte, riep May haar laatsten groet „Dus zullen we maar zeggen tot volgend jaar Kerstmis De lift verdween uit het gezicht. Alan voelde Beverly's figuur verstrakken, toen haar vingers zich sloten om de zijne. Zij keerden zich om en gingen hun woning binnen ondanks zichzelf huiverde Alan. In de iift stond May zichzelf uit te schelden om haar onnadenkende, onkiesche scherts. Zij huilde bijna. „Johnny," klaagde ze, „ik heb toch al zoo'n beetje hersens nu laat dat me ook nog in den steek I" TWEEËNTWINTIGSTE HOOFDSTUK In de volgende drie maanden nam het leven van het vreemde gezin ietwat vaste vormen aan. Voor den oppervlakkigen waarnemer leidden zij het leven van een normaal jong echtpaar met een matig vermogen. Door het ongunstige weer was Johnny meer bij hen dan gewoonlijk, maar toch ontbrak hij nog twee of drie dagen der week op het appèl. Vóór in Januari was Johnny met 'n nieuwtje aan gekomen hij had een anderen partner gekregen. „Ik heb zoo'n idee," zei Johntjy, „dat North de lucht heeft gekregen van dat gevalletje tusschen Nick en Alan. Ik weet 't niet zeker maar 't lijkt er heel veel op. Er heeft iemand Nick hooren zeggen, dat hij niet snapte, wat North met zijn privé-zaken had uit te staan. Maar al heeft North hem gezegd, dat hij zijn handen thuis moest houden, ik zou mijn oogen toch maar niet dicht knijpen, Alan. Nick is een lastig heer." Maart bracht buitengewoon koud weer. Alan en Beverly deden 's middags een fiksche wandeling samen en zaten 's avonds in hun knusse huiskamer te praten. Zij maakten kennis met een jong echtpaar, dat een woning op dezelfde verdieping had, en ze hadden soms een avondje bridge, een spel, dat Alan heel goed speelde of mah jongg, waar hij het land aan had. Overdag bleef hij veel meer bij Beverly dan hij vroeger gedaan had, maar hij zorgde nauwgezet, dat zij tijd genoeg voor zichzelf overhield. Nu en dan gingen zij met Johnny en May Deshler uit, gewoonlijk kwamen de twee 's Zondags bij hen eten, en van tijd tot tijd was Martha Garrison hun gast. Bij één van die ge legenheden kregen de oplettende oude oogen van Garry de bevestiging van een vaag gevoel, dat haar al een poos had gehinderd. Met haar gewone oprechtheid begon zij er over, toen zij met drieën aan tafel zaten. „Wat mankeert er eigenlijk aan bij jullie tweeën?" vroeg zij vierkant. „Mankeeren Maar Garr, hoe kom je op 't idee ,,'t Is geen idee, Alan 't is iets, dat ik zeker weet. Jullie zijn jong en jullie houden van elkaar, en je hebt alles, wat je hart begeert en toch zit er jullie

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 12