No. 3
VRIJDAG 16 JUNI 1933
85
Begrijp je, er zal sensatie zijn wanneer de
kranten melden dat een paar straatroovers den
auto van de diva hebben aangehouden. Maar als
dan bovendien gemeld kan worden dat zij niets
van waarde bij zich had, zoodat de schobbejakken
al hun moeite voor niets hebben gedaan, lacht
het heele land zich beroerd. Minder kans ook dat
de politie een nauwgezet onderzoek gaat doen.
Dat kunnen we natuurlijk niet hebben."
„Ooed idee pracht-idee," ging Herbert Roscoe
accoord. „Hamilta's populariteit is dubbel en
dwars verzekerd."
Dat was ze trouwens toch reeds. Verscheidene
jaren reeds was Hamilta Chapdelaine het ideaal
van het bioscoop-bezoekende publiek. Het eerste
verschijnen van haar lief, meisjesachtig figuur
op het witte doek was steeds het sein voor een
donder van applaus. Zij speelde alles, van tragedie
tot blijspel, maar het was toch als vertolkster
van het ongekunstelde, naïeve meisje, dat zij
bovenaan stond in de filmwereld. Zoo was het
alleszins verklaarbaar dat Hamilta bij aankomst
te Southampton een ovatie in ontvangst had te
nemen, als zelfs een filmberoemdheid zelden ten
deel viel. Een ondernemend journalist was haar
zelfs een eind tegemoet gevaren en nam de film
ster een interview af, in den loop waarvan zij
haar opinie gaf over een reeks onderwerpen, van
de voorjaarsmode tot vivisectie, welke geïnspi
reerde inzichten alle de diepste belangstelling
genoten van het lezend pu-bliek.
Na aankomst stapte Hamilta in den auto van
Herbert Roscoe, haar Europeeschen impresario,
om naar Londen te rijden.
Daar wachtte men uren lang, maar Hamilta
Chapdelaine en haar Europeesche impresario
verschenen niet.
Het liep tegen zeven uur vóór Roscoe's wagen
met hem zelf, de filmdiva en nog een heer, dien
de journalisten niet herkenden, aan Hotel Impe
rial arriveerde. Erger was het, dat de half verhon
gerde journalisten moesten constateeren.dat zoowel
Hamilta als haar impresario uiterst gereserveerd
en gesloten waren. Miss Chapdelaine weigerde
kortaf elk interviewzij trok zich onmiddellijk
terug in haar suite, geëscorteerd door den onbe
kenden derde. De persmenschen moesten genoegen
nemen met een zeer korte verklaring van Roscoe,
dat zij onderweg overvallen waren door gewapende
straatroovers. Woedend, toen zij zagen dat alle
juweelen per trein naar Londen waren gezonden,
waren zij met den wagen er vandoor gegaan. Ge
lukkig echter hadden zij een paar mijlen verder
een panne gekregen, waarop zij den auto in den
steek hadden gelaten. Hij was terug bezorgd door
een heer die den onbekenden auto had gevonden, de
noodige reparaties had verricht en er mee naar
het dichtstbijzijnde politiebureau was gereden.
Ja,de heer die bij hen in den auto was,was de persoon
In kwestie. De politie had de zaak in handen. De
teleurgestelde pers bleef nog uren rond den ingang
zwerven, wachtend op den mysterieuzen derden
man. Twe^ feiten waren hun onbekend. Eerstens
dat de onbekende het hotel, binnen een half uur
na zijn aankomst, weer door een achterdeur had
verlaten. Ten tweede, dat hij niemand anders
was dan Stephen Evans, los medewerker aan de
Daily News.
Om 9 uur dien avond had Stephen in de biblio
theek van de club zijn laatste bladzij geschreven
en liet hij mr. John Whitman roepen. „Asjeblieft,
waarde heer," kondigde hij aan, toen de oude heer
zich bij hem had gevoegd. „Ik heb hier zooeven de
grootste primeur geschreven, die de Daily News
ooit gehad heeft. Ziet u die koppen Wel, ik durf
mezelf te vleien dat zij een kunststuk zijn." Sensa-
sioneele aanslag op filmdiva, stond in groote letters
bovenaan. Daaronder verschillende kleine koppen
als Hamilta Chapdelaine aangerand op den weg
naar Londen. Opgesloten in verlaten hut Ge
stolen wagen door dieven in den steek gelaten
Exclusief interview met de filmster Van onzen
specialen correspondent.
„Absoluut de primeur van deze eeuw," zei
Stephen triomfantelijk. „Ik heb er alles in. Dat
ik met vacantie in Hampshire was, en in de buurt
van Alton een verlaten auto aantrof, waar eén
kleinigheid aan haperde. Dat ik den wagen maakte
en naar het Altonsche politiebureau bracht. Hoe
daar juist de wereldberoemde filmster Hamilta
Chapdelaine binnenkwam met Roscoe, haar Euro
peeschen impressario, om te vertellen dat die auto
van haar gestolen was. Dan een werkelijk pittig
gedeelte, waarin de schoone Hamilta met haar
eigen woorden vertelt, hoe zij op den weg door twee
gemaskerde en gewapende bandieten was aange
houden. De woede van de schurken alles in
Hamilta's eigen woorden toen bleek dat haar
kostbaarheden per trein naar. Londen gezonden
waren, en hoe zij den auto stalen. Hoé zij en Roscoe
gedwongen werden in een verlaten herdershut te
gaan, waarvan de deur gesloten werd, zoodat de
dieven, gelegenheid hadden zich met den auto uit
de voeten te maken. Hoe, na drie uur hard werken,
mr. Roscoe er in slaagde de deur los te schroeven
en zichzelf en Hamilta te bevrijden. Enz. enz. tot
hun aankomst in Londen. Een levend, fleurig,
tintelend verslag tot de eindpunt," besloot mr.
Evans opgetogen.
„Alles goed en wel, beste jongen," zei mr. Whit
man, „dat stuk is goed, het is bestmaar ik dacht
dat de heele opzet was om het boek van Anita
bekend te maken. Er staat niets van het boek in.
Hoe zit dat
„Mis, waarde heer," gaf Stephen terug. „Het
staat er wel in, en even puik als de rest. Wacht
eens even, waar is het Hij sloeg een paar
bladzijden om. „Luister. „En vond u uw gevangen
schap niet afschuwelijk deprimeerend, miss Chap
delaine vroeg ik," las mr. Evans van zijn manu
script. „Onee,"antwoordde de filmdiva glimlachend,
„ik wil u een klein geheim verteilen. Ik ben een
hartstochtelijk lezereswanneer ik eenmaal ge
boeid ben door een boek, vergeet ik volkomen tijd
en omgeving. Gelukkig voor mij had ik in mijn
handtasch een exemplaar van Anita Farrer's
Gevleugelde Liefde. Ik heb dat gelezen terwijl mr.
Roscoe aan de deur werkte, en ik werd zoo geab
sorbeerd door de charme en schoonheid van dezen
prachtigen roman, dat de tijd voor mij niet meer
bestond. Het speet mij haast toen mr. Roscoe zei
dat hij de deur had opengekregen en dat wij vrij
waren," besloot miss Chapdelaine lachend."
„Ik maak je mijn compliment," zei mr. Whitman
geïmponeerd en tevreden. „Wel, een oordeel als
dat van de schoone Hamilta zal den verkoop van
Anita's boek met duizenden exemplaren opvoeren.
Maar hoe weet je, dat Hamilta ook niet anderen
journalisten 'n interview zal toestaan Mij dunkt,
zij zal niet dulden, dat zoó'n magnifiek dramatisch
verhaal maar in één krant komt. En wanneer zij
leest welke woorden je haar in den mond legt,
over dat boek, zal zij dien anderen krantenlui
dan niet zeggen dat alles gelogen is Want zij zal
natuurlijk de reclame niet met een ander willen
deelen."
Mr. Stephen Evans stak plechtig een sigaret
op. „Absoluut geen kans daarop. De kwestie is
dat ik een dergelijke mogelijkheid heb voorzien,
en zekere voorzorgsmaatregelen heb getroffen.
De bekoorlijke Hamilta zal nooit tegenover een
anderen journalist een woord loslaten over haar
avontuur van vandaag; evenmin zal zij een enkel
woord herroepen van wat ik haar in den mond
heb gelegd."
„Dat is sterk, jongeman; verklaar me dit eens
als je kunt."
„Met plezier. Dat zit 'm in die voorzorgsmaat
regelen, waarover ik u sprak. U moet weten dat
ik een paar keer Roscoe bezocht heb op zijn flat.
Een der voorwerpen op zijn buffet interesseerde
mij bijzonder; zoo bijzonder zelfs dat ik het op
een onbewaakt oogenblik in m'n tasch xstak, het
meenam en iiet fotografeeren, vóór ik het weer op
z'n plaats terugsmokkelde."
„Wat was dat voor 'n geheimzinnig voorwerp?"
„Op zich zelf beschouwd heelemaal niet geheim
zinnig. Het was een zilveren theepot met een in
scriptie. Ik vertelde Hamilta Chapdelaine dat ik
de foto ervan had en liet doorschemeren, dat ik
de foto in de bladen zou zetten, als ze niet overeen
komstig mijn instructies handelde."
„Ik snap er niets van. Welk bezwaar kan zij
tegen de publicatie der foto van haar zilveren thee
pot hebben
„De theepot heelemaal geen bezwaar. Maar
de inscriptie zooveel te meer. Die zegt dat de thee
pot van Herbert Roscoe en Hamilta Chapdelaine
ten geschenke was gegeven door eenige vrienden in
Los Angeles bij hun huwelijk op 4 Januari 1897.
Snapt u het Die datum! Een filmster, die zich
specialiseert in rollen van 't ongekunstelde, naïeve
meisje, het type van blozend kostschoolmeisje,
en dat soort van dingen, die een belangstellende
wereld Iaat weten dat zij 35 jaar geleden al ge
trouwd is 1"
„Schitterend! Schitterend!" glunderde mr. John
Whitman. „Je hebt Hamilta absoluut in je macht.
Zij zal zoo stom als een visch moeten zijn."
„U heeft de situatie merkwaardig juist uitge
drukt," zei Evans. „Ik 'ga nu even naar 't bureau
van de krant, om het artikel af te geven."
„Een oogenblikje," viel mr. Whitman in, nieuws
gierig. „Was Herbert Roscoe niet woest toen hij
de details te weten kwam van je plan Misbruik
maken van vriendschap en al dat soort van
dingen „Die goeie, beste George," antwoordde
Stephen Evans, „is wel niet bepaald een jour
nalist, maar hij is toch eenigszins verbonden met
het vak. Als zoodanig kent en respecteert hij het
motto van ons beroep. Hij lachte, toen hij mijn
opzet snapte, en gaf zonder eenige reserve toe,
dat ik het handig toegepast Rad."
„En wat is het motto van de krantenlui, beste
jongen
„Wel, dat alles geoorloofd is in oorlog en liefde
en de journalistiek," Antwoordde Evans.
Ztunaï-lani
(Bloeiende dolle kervel aan den weg
tasschen Adorp en Saawerd. Gr.)