Saamhoorigheidsgevoel. No. 4 VRIJDAG 23 JUNI 1933 109 jongen. En ik ben 't, die profiteer bij daGellendige zaakje! Da's een aller ongelukkigst idee voor me. Ik voel me zoo'n echten vunzen lafaard. Als je wilt probeeren, om weg te komen...." „Dat doe ik niet," „Stom genoeg van je. 't Is gewoon idioot, kalm te blijven zitten, tot ze je afmaken. Je zou je best met Beverly uit de voeten kunnen maken. Zou best meevallen, als we 't voorzichtig aanpakten. Tijd heb je in overvloed „Nee. 't Lijkt je misschien overdreven, maar ik wil 't niet." „Dan ben je een groote ezel complimenten van mij. Is 't waar of niet, Bev'?" „Ik weet het niet." Haar antwoord kwam langzaam. „Ik heb er respect voor voor de bedoeling.al weet ik niet, of 't wel juist is. 't Is heelemaal zoo'n onmogelijk geval, we zitten zoo leelijk in de klem...." Zij trok haar lippen tot een strakke roode lijn en haar oogen schitterden strijdlustig. „Je zult die honderdduizend dollar moeten zien te krijgen." Johnny snoof spottend en zag met verbazing, dat Alan Beverly ernstig aankeek. „Ja. Ik moet 't in ieder geval probeeren." „Laat eens zien 't Lijkt onmogelijk, maar. „Ik heb ooit gedacht, dat niets onmogelijk is. Misschien is 't zoo met 't doel, dat ik nu heb." Zij scheen na te denken over een idee. „Hoe staan we er financieel voor, Alan „Hm Ruw geschat hebben we nog twaalfduizend dollar. Dat is waar schijnlijk lang niet genoeg, om er iets mee te bereiken. Of we zouden 't moeten wagen met speculeeren „Nee. Dat gaat niet." Beverly wendde zich naar haar broer. „Ga jij uit vanavond, John. Ik wil met Alan praten." De jonge man nam zijn hoed en ging. Toen de voordeur dichtsloeg, liep Beverly de kamer door, en legde een kussen op den vloer bij Alan's voeten. Daar ging zij op zitten," en zij steunde met haar armen op zijn knieën. Zijn lange, dunne vingers strekten zich uit en gingen gretig door haar haar. Hij boog zich eerbiedig neer, en raakte met zijn lippen de kruin van haar hoofd, .en toen luisterde hij naar haar ernstig, opgewonden betoog. „Alan, we moeten het onmogelijke volbrengen. Het kan niet en toch moét het. Het wil te veel zeggen voor ons allebei. Je moet gaan werken, en hoe 't ook loopt, je moet je geen tijd gunnen om je af te vragen, of je hard genoeg vooruitkomt. Dat zou ge vaarlijk zijn, want wonderen gebeuren er niet; en als je de winst gaat vergelijken met het totaal, dat je noo- dig hebt, tob je je gek." „We moeten samen hard aan 't werk gaan, liefste; koppig werken, tot 't allerlaatste oogenblik toe. We kunnen deze woning houden, want North heeft de huur betaald en Ellen ook, omdat ze in dienst van North staat. Maar we gaan allebei werken je moogt geen neen zeggen Ik wil helpen al is 't op nóg zoo'n nietige, onnoozele manier." „Zou 't te doen zijn, Beverly „Neen. Maar dat moeten we onszelf nooit meer toegeven. We moeten samen aanpakken, en doorzetten, en er nooit bij denken, dat 't niet kan. En jij moet wer ken, zooals je nooit gedacht hebt, dat je ooit werken zou, Alan ochtend en middag en avond. Beleg je geld in jezelf." „Wat voor werk „Dat weet ik niet. Maar misschien zou je een baantje kunnen krijgen als agent voor zoo'n groote grondmaat- schappij, die nieuwe terreinen begint te exploiteeren ik zou zeggen, dat een man daar zooveel kan verdienen, als zijn talenten maar toelaten. Dat wil natuurlijk zeg gen, dat je op provisie zult moeten werken, 't Is een hopelooze, onmogelijke tóak, Alan, maar toch moeten we 't doen. Dat leegloopen kunnen we niet volhouden. De maanden slinken maar steeds we moeten iets dóen, al is 't nog zoo nietig en nutteloos." Zijn armen gingen om haar schouders, heel, heel teeder. Hij bracht zijn lippen bij haar oor. „Je bent een wonder, lieveling. Je geeft me een gevoel, alsof zelfs die onmogelijkheid mogelijk is. Ik zal er morgen op uit gaan, om te zoeken. Ik heb een paar ideeën. Mis schien wie weet Zij keek hem in 't gezichthaar oogen straalden. „Alan, zou 't je een beetje helpen als je me in je armen nam Als je me kuste Hij trok haar tot zich met een kracht, die haar verwonderde. Zij beantwoordde zijn kussen met een in nigheid, die de zijne evenaarde en toen liet hij haar los, en stond naar haar te kijken met brandende oogen. „Ik zal slagen, Beverly." „Je moet," antwoordde ze rustig. Toen zij den volgenden morgen naar zijn bed kwam, was hij weg. Er zat een briefje op zijn kussen gespeld „Lieveling, Ik wou je niet wakker maken. Maar ik ben uitgetrokken, om het gulden vlies te zoeken en o 1 wat zal 't een zuiver goud zijn 1 Alan." Den heelen dag zat zij te luisteren naar de telefoon, maar zij hoorde niets van hem vóór 's middags vier uur. De voordeur ging open en hij kwam naar binnen gestormd, met een gezicht, dat gloeide van geestdrift. „Ik héb 't, schat. Precies wat ik hebben moest 't is een kans geen groote kans, maar wie weet als ik echt zoo'n bovenmenschelijke kracht héb, als jij me hebt laten gelooven.. „Waar Wat is 't, Alan „Grond. Bij Starr en Watkins voor 't villapark Boschdel Zij klapte in de handen van blijdschap. Zij wist, dat Starr en Watkins de grootste grond-speculanten van de stad waren en Boschdel wap de grootste en mooiste onderneming, die zij ooit hadden gehad de ontwikkeling van een uitgestrekt villapark, aansluitend bij de deftigste woonwijk der stad. „Ik heb "een heelen tijd met Dan Watkins zitten praten. Hij scheen nogal in me te vallen. Eerst bood hij me een positie met salaris aan, maar 't scheen hem pleizier te doen, dat ik daarvoor bedankte. Die perceelen gaan natuurlijk zoowat vanzelf niet alleen, omdat die firma er achter zit, maar omdat 't heele plan zeker een succes wordt. En hij zal me vijf procent provisie geven. Ik weet niet waarom. Hij zei zelf, dat de gewone commissie op zulke eerste klas-eigendommen haast nooit boven de drie procent gaat; maar hij wou mij nu eens goed aan den gang hebben zei hij. Je ziet, dat 't nu maar van mij afhangt, Beverly. De perceelen moeten gemiddeld vierduizend dollar op brengen. Dus ik krijg tweehonderd dollar per verkocht perceel. Een grens is er niet hoe meer ik verkoop, hoe meer ik verdien. En ik ben van plan, alle records te slaan. Ik geloof, dat ik 't kan." „Je kunt 't, Alan. Ik weet, dat 't je lukken zal. Het moet „Maar hij heeft me gewaarschuwd, dat 't misschien niet mee zal vallen. De meeste agenten zijn al jaren bij dat werk, ze hebben heele lijsten van menschen, die in aanmerking komen. Ik begin heelemaal vooraan met niets. Ik moet heelemaal op eigen kracht werken." Zij keek in zijn gloeiend gezichtzij nam zijn hand tusschen haar beide handen. „We zullen 't heel gelukkig krijgen, Alan." Hij wierp het hoofd naar achter en lachte. „Gelukkig en druk. En wat zal alles er heel anders uitzien, alleen al, door iets te doèn, door te vechten al is 't tegen nóg zoo'n overmacht." „En denk aan de belooning," fluisterde zij.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 11