A'
DOOR OCTAVUS ROY COHEN
%ITTEtE.
ltijd nog twintig dollars, Aian."
„Jawel, maar't gesloot 1 Mijn vierhonderd dollars per week zijn
nog maar een druppeltje in den emmer die twintig van jou zijn
niet waard, dat je er slavin voor speelt. Geloof me, schat, als 't wat
opleverde, zou ik zeggen ga door...."
„Ik gó door, Alan. Als ik niets ujtvoerde al is 't nog zoo'n jammerlijk
beetje zou ik gek worden. Over vier maandenO Vier maanden is zoo'n
korte tijd 1"
„Er kan altijd een wonder gebeuren. Als ik naar North ga, en ik laat hem
zien, wat ik bereikt heb, en wat ik waarschijnlijk in de toekomst nog zal kun
nen bereiken?.
„North geeft niet toe." Haar stem klonk vast. „Dat begrijp je toch zelf
ook, is 't niet
En Alan, die oprecht wou zijn, knikte.
„Ik ben er ook bang voor, Beverly."
ZESENTWINTIGSTE HOOFDSTUK
Er was minstens nog één persoon, die een levendige belangstelling be
toonde voor Alan's succes.
Schele Scoggins was verbaasd, versteld. Maanden lang had hij het zonder
linge komen en gaan van Alan gevolgd met diepen ernst, en niet geringe
lichamelijke ongemakken. De Schele kende zoo zoetjesaan iedere laan en
ieder pad en ieder grassprietje in den prachtigen Boschdel. En hij had er een
hartgrondigen haat tegen opgevat. Hoe meer hij den Boschdel te zien kreeg,
des te aantrekkelijker werden de burgerwijken der stad voor zijn verzadigde
oogen. En eindelijk, in Augustus, wou hij er beslist over spreken met zijn
vriend en toekomstig slachtoffer.
„Meneer Beckwith," begon hij klaaglijk, „wat zit er nu eigenlijk achter
Waar achter, Schele
„Al dat geloop en die grond-verkooperij en zoo."
Alan glimlachte. „Ik werk, Schele."
„Werken U Lieve grootje Ik werk. Ik moet u eerlijk zeggen, dat ik
er een paar maal over gedacht heb, om mijn baantje er bij neer te gooien,
zooals u me laat hollen en draven. Ik geloof nooit, dat Andrew North gesnapt
heeft, wat u beginnen wou, toen hij een mannetje achter u aan stuurde.
Zooals u rondtolt mocht hij er de heele recherche van de stad wel aan zetten."
,,'t Is een heel karwei voor je ten minste. Maar 't is noodig. Ik probeer
geld te verdienen veel geld, en gauw."
„Waarvoor vroeg de heer Scoggins achterdochtig.
„Eerlijk gezegd, Schele, omdat ik 't erg prettig zou, vinden, om te
blijven leven."
„Zoozooi Daar hebt u me nooit wat van verteld."
„Ik dacht, dat je 't vanzelf wel zou begrijpen."
„Begrijpen Ik O ja.Maar hoe dacht u in 'n paar maanden honderd
duizend dollar bij elkaar te krijgen, met stukjes
grond verkoopen, waar geeneens huizen op
staan
„Ik denk 't ook niet bij elkaar te krijgen.
Maar ik kan 't probeeren."
„En hoe gaat t
„Prachtig maar lang niet prachtig genoeg.
Er zou een wonder moeten gebeuren, om me te
redden."
„Dus u bedoelt, dat u bot vangt
„Waarschijnlijk."
„En dan
„Dat zul jij beter weten dan ik, Schele. Meneer
North zal je genoeg gezegd hebben
„Hoor eens," begon Scoggins ijverig te betoogen,
„ik wensch u geen spiertje kwaad en ik mag u
heel graag maar ik moet om mijn carrière ook
denken en ik dacht zoo'n mooie kans te hebben,
als 't uw tijd was om uit te stappen. Niet dat ik 't
een pretje zou vinden, maar ik dacht zoo als u
dan tóch van kant gemaakt moest worden, dan kon
ik 't net zoo goed wezen als een ander. Als u me nou
maar niet verkeerd begrijpt ik en Ellen zullen er
weet genoeg van hebben, en rekent u maar gerust,
dat we een prachtig bloemstuk zullen sturen bij de
begrafenis en als u er iets op vinden kon, dat u
er niét tusschenuit hoefde, dan zou geenmensch zoo
blij zijn als wij, maar als er dan tóch iemand met
de eer schoot moet gaan, als 't uw tijd is enfin,
meneer Beckwith, ik vind, dat ik 't wel een beetje
verdiend heb."
Alan grijnsde breed. „Dat heb je zeker, Schele.
Je wenscht me 't beste maar je hoopt, dat North
KORTE INHOUD VAN HET VOOR
AFGAANDE.
Alan Beckwith. door honger gedreven, wil zelf
moord plegen. Hij wendt zich tot den bendeleider
Andrew North om op zijn naam een levensver
zekering af te sluiten. Met de gelden van de polis
zullen dan na zijn dood z'n schulden betaald moe
ten worden. North wijst dit voorstel af. Hij biedt
Beckwith echter aan een levensverzekering voor
hem te sluiten van 100.000 dollar. Alan Beckwith
krijgt dan 20.000 dollar contanten, maar moet
na dertien maanden uit het leven verdwijnen. Het
resteerende bedrag valt dan aan North toe. De
polis komt te staan op naam van een vrouw,
Beverly Ames, met wie Alan Beckwith op aan
wijzing van North moet trouwen. Beckwith stemt
toe. Hij maakt met zijn aanstaande vrouw, die op
een onverklaarbare wijze in de macht van North
is geraakt, kennis. Het huwelijk wordt voltrokken
en het jonge paar betrekt de flatwoning, welke
North voor hen heeft gehuurd. Na eenigen tijd
ontwaakt in Beckwith het verlangen om te kunnen
blijven leven, want hij moet zich bekennen Be
verly lief te hebben. En het meisje bemint ook
hem. Beckwith maakt kennis met May Deshler.
de verloofde van Johnny Ames, den broer van zijn
vrouw, die voor North drank moet smokkelen.
Het blijkt nu. dat het leven van Johnny ook door
North wordt bedreigd en dat Beverly gijzelaarster
voor hem is. Alan besluit, nu hij zonder Beverly
niet leven kan en het bestaan weer waarde voor
hem heeft gekregen. North te gaan vragen hem
genadig te zijn. Dit mislukt echter en Alan bestuit
door hard werken te trachten het verzekerings
bedrag bijeen te krijgen.
KcLk
de taak, om me uit den weg te ruimen, aan niemand anders jjJ
overdraagt, hè
„HmU snapt me ten minste. Daarom probeer ik uit te visschen, hoe
u opschiet. Als u 't klaarspeelt, om te blijven leven dan vraag ik u wat kan
een revolvergast beginnen, als hij niemand krijgt, om zich te oefenen
„Hij is gelijk aan een roos, waar niemand aan wil komen ruiken 1 Je staat
er niet erg prettig voor, Schele maar ik geloof, dat 't nog best naaf jouw
zin zal afloopen. Je hebt de voorkeur verdiend, en ik zal zelf aan meneer
North vragen, of jij 't baantje hebben moogt."
„Da's ontzettend aardig van u, meneer Beckwith. Ik heb nog nooit iemand
uit de voeten geholpen, ziet u, en misschien twijfelt meneer North er nog aan,
of ik er wel 't fut voor heb. Want den eenigen keer, dat ik ooit een kans heb
gekregen enfin, toen kon ik dien knul maar amper een kras geven, of de
politie kreeg me te grazen. En toen zijn ze gaan zeggen, dat ik een groote prutser
was."
„Ja ja. En nu zou je graag eens laten zien, dat ze dat mis hadden
„Precies. U begrijpt me ten minste. En als ik soms eens iets voor u doen
kan
„Dan zal ik 't je heusch zeggen."
Het kleine mannetje scheen zich zeer opgelucht te gevoelen door de belofte,
dat hij niet beroofd zou worden van de vrucht zijner inspanning. En Alan
zette grimmig zijn strijd voort tegen de klaarblijkelijk onoverkomelijke tegen-
heden.
De tijd bleef maar slinken. De laatste heete adem van Augustus was
verkild door de koelte van begin September. Zakenmenschen kwamen terug
van vacantie, maar de grondverkoop in Boschdel maakte geen opzienbarende
vorderingen.
Toch was Alan de kampioen van den grondhandel in zijn stad. Zelfs in
de schroeiende zomermaanden had hij nog gemiddeld twee perceelen per week
weten te slijten, een ontzaglijke, bijna ongeloofelijke prestatie. Hij was er
magerder bij geworden en er stonden diepe groeven in zijn gezicht. Hij werkte
van vroeg in den morgen tot lang na zonsondergang, werkte zonder verslapping
van zijn fiere, wanhopige energie.
De menschen bleven naar hem luisteren menschen, die er niet aan
denken konden, grond in den Boschdel te koopen
menschen, die al een eigen huis bezaten menschen,
die zich geen bouwkosten permitteeren konden.
Alan behield dien wanhopigen ernst, die aandacht
afdwong en dag aan dag verkocht hij grond aan
menschen, die zich later zelf verbaasden, om wat zij
gedaan hadden.
Maar het was een vooruit-verloren, hopelooze
strijd, en dat wist Alan. De Gruwel was nu weer
zooveel dichterbij, en de dagen sleten onverbiddelijk
weg. Ook Beverly zag er slecht uit, en al een langen
tijd hadden zij het drama niet meer durven aan
roeren, dat zijn schaduw door hun woning wierp.
Het was nu te laat voor het wonder. Alan
worstelde eerlijk door, om North een argument te
kunnen voorleggen, dat niet te geringschatten was
hij werkte, om North te overtuigen, dat het nog
zoo'n kwade belegging niet voor hem was de
honderdduizend dollars over een aantal jaren te
ontvangen. Nog geloofde hij, dat de man iets in zich
moest hebben van menschelijke welwillendheid
als hij hem twintigduizend dollar contant kon
brengen, met een aannemelijke zekerheid voor de
toekomst. Hij kón niet zoo absoluut harteloos zijn,
als hij scheen.
Er waren anderen, die met hopen en vreezen
Alan's strijd om 't leven gadesloegen. May Deshler
bijvoorbeeld. May had een groot deel van haar
rumoerige luchtigheid verloren het leven had een
ernst verkregen, die zwaar drukte op haar schouders.
En Johnny Ames. Johnny was de laatste maan
den jaren ouder geworden. De spanning stond in
zijn oogen te lezen en als hij van zijn smokkelreizen