Ofi idi dooi Jiedeüand. Deventer in de schemering. Ofi ids dooi Jiedeïland. Coevorden. Hij bukte zich en kuste haar, sussend, zacht, lang. „Ik ga naar North, Beverly, 't Gaat er niet om, wat het prettigste voor ons zou zijn. Ik ga, omdat ik moet." De deur viel achter hem dicht. Toen zij alleen waren, keken de twee vrouwen, afgemarteld van verdriet en angst, elkaar aan. En toen, omdat zij allebei vrouwen waren, en omdat zij allebei lief hadden en leden toen begrepen zij elkaar. Zij kwamen dicht naar elkaar toe. Hun armen strekten zich uit en zij snikten hun harten uit op elkanders schouders. EENENDERTIGSTE HOOFDSTUK Alan zag geen taxi, toen hij buiten kwam, en zijn eigen wagen stond in een garage twee straten verder, dus besloot hij, te voet naar het gebouw Koningswapen te gaan. Het was niet zoo ver en hij mat den afstand met groote, snelle passen. Het draaide en woelde in zijn hoofd een dolle warboel van gedachten, schijnbaar onsamenhangende invallen, die kwamen en verdwenen in een reeks van scherpe beelden North doodDe avond bij Markstein, een jaar te vorenWat had Beverly hem lief ze had haar broer vergeten in haar heftig verlangen, dat hij, Alan, leven mocht..Wat zou de Schele wel denken, als Johnny North vermoord had Gek, je kon je North haast niet dood voorstellen... Beverly had net een kind geleken met dat tengere figuurtje en dat korte haar.Eén slachtoffer was er al door dat misdadige contract Nick Webb. Alan had een beetje medelijden met Nick. Hoefde hij zich natuurlijk niets van aan te trekken, maar wat een vrouw, die May Deshler Johnny bofte... Bedoelde Dan Watkins, dat hij compagnon zou worden?.... Als North dood was, kon er zooveel gebeurenGek, dat hij vroeger nooit wat uit zichzelf had kunnen halen de gelegenheid misschien. Nee, de gelegenheid had hij gemaakt. De noodzakelijkheid, dat was hetnoodzakelijkheid, om voor iemand anders te zorgenVeronderstel, dat die sleutel niets met de woning van North had uit te staanNorth dood Hij was bij het Koningswapen, voor hij het goed wist. Hij ging de weelde rige vestibule door. De lift was er nietAlan ging de marmeren trap op, twee treden tegelijk.... Hier was 't, ja, dit was de flat van North. Voor de deur bleef hij staan er liep hem een koude rilling over den rug. Hij voelde weerzin, die niet geheel vrii was van vrees. Wat ging hij aantreffen Een lijk Was er iets gebeurd? Zoo neen, wat moest hij ook weer voorkomen en hoe Hij was gekomen om den moord te verijdelen op den man, wiens bestaan zijn eigen dood beteekende. Hij strekte de hand met den sleutel uit naar het slot, trok haar toen weer terug. Hij luisterde. Binnen niet 't minste geluid. Gedachten renden door zijn brein. Er was nu meer samenhang tusschen zij trommelden rhythmisch en dat getrommel was niets dan de raad, af te zien van deze dwaze onderneming, die zijn eigen ondergang bezegelen kon. Johnny Ames was per saldo zijn broer niet. En Johnny was het op zijn eigen houtje begonnen. Waarom zou hij er zich mee bemoeien Met den dood van North was het stuitende contract vanzelf ontbondenNiemand had er iets bij te winnen dan North, en als North niet meer leefdeOf als Johnny er nog niet was, dan hoefde hij den jongen alleen maar vóór te laten gaan. Leelijk voor Johnny..maar er was best kans, dat ze hem er nooit voor kregen. Alan schrok van zijn eigen gedachten. Hij begon zich te schamen, dat hij zoo'n handelwijze ook maar in overweging kon nemen. Maar het was menschelijk hij begreep nu beter de Beverly van eenige minuten geleden. Er waren oogenblikken in het leven van een mensch, dat het instinct van zelfbehoud al het andere overstemde -*• bij Beverly was 't het instinct geweest, om hèm te behouden, al was het tegen den prijs van het grootste gevaar voor den persoon, van wien zij op-één-na-het-meeste hield. En May May had een zelfden drang ondergaan, en May dacht aan niemand dan aan den man, dien zij liefhad. Zóó waren hun aller levens verdraaid en verwrongen door zijn misdadige slapheid van een jaar geleden. Maar Als Johnny North al gedood had, en netjes weg had kunnen komen De sleutel paste keurig in het slot. Geruisch- loos ging hij rond. Alan stapte den drempel over. Hij tuurde de schemerige hall in, hij keek naar het zachte licht, dat uit een der kamers stroomde. Stilte. Werktuiglijk deed hij de halldeur dicht. Het klikken van het slot priemde door de stilte, en Alan schrok. Nog geen geluid binnen. Hij begon zich te bewegen, zijn voetstappen maakten geen geluid op het dikke vloerkleed. Alan voelde, dat er iets gebeurd was. Ondanks zichzelf huiverde hij en weerstond een aandrang, om terug te gaan. Er hing iets onvatbaar geheimzin nigs in de atmosfeer, in de kerkhofstilte om hem heen. Hij beheerschte zijn stemming zijn voeten bewogen zich weerhij keek vóór zich uit, steeds voor zich uit, naar de flauw verlichte kamer. Hij ging den drempel over. „Niet verder 1" Hij keek naar de grimmige, onverzoenlijke ge daante in den leunstoel. North's gezicht stond effen, zonder uitdrukkingde glans van zijn oogen was koud en strak. De man was niet opgewonden dat scheen hij niet te kónnen zijn. En toen merkte Alan op, dat North een revolver in de hand hield. Hij hield die stevig vast, met de zekerheid der gewoonte, en de loop wees recht naar Alan. Diens eerste gevoel was verwondering, en toen, onbegrijpelijkerwijze, werd hij een groote opluchting gewaar. Even dacht hij, of May zich soms vergist zou hebben. Maar dat kon niet. De sleutel had inderdaad toegang gegeven tot de woning van North. Dus hij was alleen maar eerder gekomen dan Johnny Ames. Hij begreep zelf niet, waarom hij daar blij om was. Hij hoorde de stem van North, mat en onverschillig. „Wel Alan kreeg een nieuwen indruk North was méér dan menschelijk. Het leek hem niet mogelijk, dat die man meer vatbaar was voor de gevolgen van menschelijke kwaadwilligheid, dan hij het was voor menschelijke gevoelens. Hij leefde. Waarschijnlijk zou hij altijd leven. „Wat doe je hier North's stem kraakte scherp. Alan kwam tot zichzelf. „Ik ben hier gekomen...." „Dat is duidelijk. Waarom „U was in gevaar." „Was ja. Ik ben het nu niet meer." „Groote hemel! U denkt toch niet...." „Ik had 't van jou niet verwacht, Beckwith. Maar ik heb me er natuurlijk op voorbereid." „Maar, meneer North.... Denkt u, dat ik hier gekomen ben om u te vermoorden North boog zich spottend. „Wat zou ik anders denken Langzaam ging er een glimlach over Alan's gezicht. In een oogenblik was hij zich den meerdere gaan voelen. Zijn blik was een beetje minachtend. „Natuurlijk," zei hij langzaam, „wat zou u anders denken." „Kón ik wat anders denken Aian haalde de schouders op. „Ik geloof niet, dat 't nut heeft, om het uit te leggen." „N-nee.Ik vind juist een uitleg zeer gewenscht. Begrijp je wel, jonge man, dat je in mijn woning bent binnengeslopen, en dat ik je zou kunnen dooden wat ik waarschijnlijk ook doen zal zonder 't minste gevaar voor mijzelf Het gaf Alan een kouden toorn, dat die man hem zoo verkeerd beoor deelde. „Doe voor mijn part wat u wilt; ik heb spijt, dat ik me de moeite gegeven heb, hier te komen." Hun blikken ontmoetten elkaar, hielden elkaar vast. North sprak, kalm en langzaam. „Ik wacht." (Slot volgt.)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 15