IN VIER-EN-TWINTIG UUR
R. MARCELLE
-V"
212 VRIJDAG 14 JULI 1933 No. 7
Ssssst fluisterde de bediende van Maison
Pateau, eensklaps een gesprek onderbrekend.
„Daar komen menschen."
Mijnheer Argus Pateau, die op deze wijze de ver
dere vertelling van zijn daverende anecdote onmo
gelijk zag gemaakt, keerde zich met een ruk om
en zag hoe twee dames de winkeldeur achter zich
sloten, en naar voren kwamen. Oogenblikkelijk
deed hij zijn vriendelijk bol gezicht een verande
ring ondergaan. Zijn mondhoeken trokken naar
beneden, zijn oogen sloten zich tot op de helft en
er kwam een flauwe aanwijzing van plooien in zijn
bolle wangen. Zijn houding kreeg iets van een knot
wilg, dien men gewelddadig tot treurwilg had ge
promoveerd.
Toen zijn geheele uiterlijk in overeenstemming
was met het sierlijke zwart-witte bordje Rouw-
costuum binnen 24 uur, dat voor de etalage hing,
naderde hij meer gedecideerd de beide dames en
vroeg „Waarmede kan ik de dames van dienst
zijn
De oudste der twee haalde plotseling een zak
doekje, met zwart monogram in de hoeken, voor
den dag en bette haar oogen, terwijl de jongste
antwoord gaf op de vraag.
„Een rouwtoilet alstublieft, mijnheer."
„Ach, voor een vriendin waarschijnlijk?" sug
gereerde mijnheer Argus Pateau heel delicaat.
„Maar natuurlijk niet, mijnheer riep de jongste
verbaasd. „Hoe komt u daarbij
„De gewoonte, alleen de gewoonte," verklaarde
Pateau. „Het is de gewoonte, dat een vriendin of
een dochter de toebereidselen voor een dergelijk
toilet maakt, terwijl de onmiddellijk nabestaande
thuis blijft. Wij
kunnen, zooals u
wel begrijpt, ver
schillende model
len op zicht zen
den dan kan de
dame in kwestie
zelf haar keus ma
ken."
„Nee, mijnheer,
dat is heelemaal
niet noodig," pro
testeerde de jonge
dame energiek, 't
Is voor deze dame
hier."
Mijnheer Argus
Pateau keek zijn
nieuwe cliënten met
oprechte verbazing
aan.
„Het is voor mijn
man," steunde de
oudste thans van
onder haar zak
doekje.
De oogen van
den rouw-fabrikant
werden grooter.Het
scheen hem toe dat
die twee aardige,
blonde en betrekke
lijk jonge dames
zusters waren; hij
meende althans een
zekere gelijkenis in
het onderste ge
deelte van haar ge
zichten op te mer
ken. Toen hij dit
constateerde zucht
te hij diep. Het
kwam hem voor dat
hij eerst nu het ge
zicht ontdekt had,
dat hij graag voor
zijn geheele leven
tegenover zich zou
willen hebben aan
Jlood bmhtuxttifi,
door
de kassa. Het was het eenige, dat nog in zijn leven
ontbroken had een liefhebbende vrouw, die zelf
meewerkte in de zaak en ook geheel in zijn beroep
zou opgaan. Voor zoo'n zeer speciale zaak was
echter niet ieder gezicht geschikt, en daarom
had hij na lang zoeken zijn pogingen maar opge
geven. Geheel onverwacht stond hij thans voor
degene, die zoo goed bij zijn rouw-uitrustingen en
dus ook bij hem zou passen. Ze geleken zoo spre
kend op elkaar dat het niet veel verschil maakte,
welke van de twee de gelukkige zijn zou.
„Helaas, mevrouw," treurde mijnheer Pateau,
bij de gedachte aan den armen man. Hij zocht
de geschikte woorden van troostdat hoorde bij
zijn beroep, een beroep, dat hij zelf heel mooi
vond. Want jarenlange ervaring had hem zoo
veranderd, dat hij iederen keer alleen aan zijn zaak
dacht en aan de beurs van de klanten, zonder te
beseffen, dat de diepste smart en het zwaarste
verlies de klanten in zijn winkel bracht. Deze
klant was er echter niet van gediend.
„Maar, mijnheer, ik kom hier niet om getroost
te worden
„Dat weet ik dame, maar...."
„Maar, Pauline, ik vind de troostwoorden heel
kiesch van mijnheer Pateau."
„Zoo, Celeste, ik vind van niet," meende de
jonge weduwe met een lichte beweging van haar
schouder. Mijnheer Argus Pateau, bang dat er een
onaangename discussie tusschen de twee zusters
zou ontstaan, brak vriendelijk doch zakelijk het
gesprek af en zei
„Laten we er niet meer over spreken, mevrouw.
Wat voor rouw wenscht u?"
„Dat staat aan u om mij te adviseeren, mijn
heer. Ik ben nog nooit in den rouw geweest."
„Ha juist," riep mijnheer Pateau. Hij dacht even
na en keek in een boek met modellen.
„Mevrouw," zei hij toen, „ik zou u een japon
van zwart crêpe de chine willen aanraden met
breede volants langs de zijkanten. De hoed ge
maakt van dezelfde stof, overtrokken met een
geplooide voile, die dan van alle kanten naar
beneden afhangt. Dat staat buitengewoon chique.
Evenals voor mejuffrouw.... eh.... mejuffrouw
moet toch ook eh iets in dien geest hebben
Het jonge meisje sloot haar oogen en boog haar
hoofd in een beweging.
„Juist evenals voor de juffrouw," ging mijn
heer Pateau voort. „Alleen zoudt u het iets minder
geprononceerd zwaar kunnen hebben, ja, een
beetje lichter u begrijpt me wel laten we
zeggen een mantelcostuum met een zwart hoedje
en een klein voiletje. Later kunt u dan het voiletje
eraf nemen, en dan heeft u een eenvoudig, maar
gedistingueerd hoedje. Met een paar witte veertjes
of een eenvoudig ornamentje is het dan uitstekend
geschikt voor halven rouw. Ik kan u dat zeer aan
bevelen."
„En hebt u ook alle andere bijkomstige dingen
vroeg de dame met het zakdoekje.
„Zeker, dame, behalve schoenen hebben we
alles," zei mijnheer Pateau vriendelijk.