1 No. 7 VRIJDAG 14 JULI 1933 213 tr ..in Toen de beide klanten alles hadden uitgezocht en de maat was genomen, maakte de heer Pateau zijn berekening. „Laat eens kijken," zeide hij,,'t Is net mooi nog geen tien uur. De eerste pas kan dan al vanmiddag om twee uur bij u aan huis zijn, en om zeven uur vanavond de laatste. Dan hebt u de heele uitrusting morgenochtend om negen uur thuis." „O, mijnheer," klonk het van de lippen der oudste cliënte, die mijnheer Pateau nu kende als mevrouw Poullu. „Er is niet zoo'n haast bij." „Maar natuurlijk wel, mevrouw," verbeterde mijnheer Pateau haar vriendelijk. „Er is altijd haast bij dergelijke gevallen. Het is juist onze spe cialiteit om het in vierentwintig uur af te leveren." „Dat kan men wel zien," merkte mevrouw Pouliu droogjes op. „Hoe bedoelt u dat, mevrouw?" „Op de begrafenissen waar ik bij was, kon men oogenbiikkelijk aan de kleeding der dames zien, dat ze maar een beetje in eltfkar geflanst was." „Maar dat is te begrijpen, mevrouw," zei mijn heer Pateau, die oogenbiikkelijk voor zijn rouw- collega's in de bres sprong, „vergeet u niet dat een gewone dameskleermaker dagen en weken over een enkele japon of mantel kan doen." „O, is het dat! Nou, laat ik u dan zeggen.dat ik er niet z,oo'n erge haast mee heb." „Mevrouw bedoelt „Ik bedoel, dat mijn man nog niet dood is." „Nog niet dood herhaalde mijnheer Pateau verslagen. Men kan geen jaren door brengen in een zaak als de zijne, zonder onver schillig tegenover leven en dood te staan. De droefheid van den dood bracht de klanten in zijn winkel. Dat was nu eenmaal zoo, en het kon ook niet anders zijn. Een weduwe moest rouw dragen, en hij had het graag zoo, dat de weduwe bij hem het rouwcostuum kocht, maar dit was zelfs voor den eigenaar van een rouwzaak te erg. Men moest al heel weinig gevoel hebben, om alleen te denken aan een chique rouwcostuum, als de echtgenoot nog leefde Madame Poullu had wederom haar violette oogen in haar zakdoekje verborgen. „Helaas, mijnheer. Er is geen hoop meer." „Maar, mevrouw, binnen hoeveel tijd wilt u dan, dat ik de toiletten aflever „Och, het is slechts een kwestie van eenige dagen misschien van een paar weken." „Zoo lang nog riep mijnheer Pateau geërgerd. „Mijnheer. „Pardon neemt u me niet kwalijk, mevrouw maar eh het is niet gebruikelijk, dat het zoo lang duurt ik bedoel, dat men zoo lang van te voren „Ik zal het u uitleggen, mijnheer. Mijn man heeft altijd van chique gehouden. Ik moest er altijd chique en elegant uitzien niet kostbaar, maar toch echt chique, begrijpt u? Nu hij dood gaat, wat kan ik nu nog voor hem doen ik, die zooveel van hem gehouden heb Ik kan alleen nog zorgen, dat ik tot in de puntjes gekleed op zijn begrafenis verschijn. En daarom was het noodig, dat ik reeds eenige dagen van te voren dé noodige maatregelen nam." Mijnheer Pateau had rustig naar die speech geluisterd. Hij wist niet wat hij hierop moest antwoorden, en dus zei hij niets. Hij ging liever over tot het zakelijke gedeelte. „Heel goed/me vrouw, ik garandeer u dat u de elegantste van alle Parijsche weduwen zult zijn. Twee weken is een heele tijd, mevrouw.... het is ruim voldoende. Al zou uw echtgenoot vroeger overlijden, mevrouw, dan zal er zelfs niets aan mankeeren, dat verzeker ik u." Celeste hing aan mijnheer Pateau's lippen. Naar haar meening was hij buitengewoon tactisch op getreden zij had groote bewondering voor zijn redenaarstalent. Merkwaardig was ook, dat mijn- neer Pateau's half omfloerste oogen herhaaldelijk naar het meisje keken, iets wat door de oudere zuster gelukkig niet gezien werd, daar zij haar oogen nog steeds in het zakdoekje verborgen hield. Er was afgesproken dat de dames over drie dagen zouden komen passen, doch reeds den anderen morgen kwam Celeste alleen terug, zoogenaamd om een kleine verandering in de bestelling te laten maken. Toen zij een vol uur later den winkel ver liet, bleef alles bij het oude alleen had zij een uit- noodiging voor de Opera in haar taschje, terwijl mijnheer Pateau fluitend en zingend door zijn winkel danste, wat hij vroeger nooit zou hebben gedaan. Even snel en serieus als er aan de rouwtoiletten gewerkt werd, even snel vorderde ook de liefde van mijnheer Pateau en Celeste alleen was er een klein verschil in het resultaat, want na vier weken herstelde de arme Pierre tegen alle verwachting in, en werden Celeste Poullu en Argus Pateau man en vrouw. Argus Pateau en zijn zwager Pierre werden de allerbeste vrienden, ofschoon de laatste door zijn onverwacht herstel Pateau met twee prachtige rouwtoiletten had opgescheept. Het waren pracht stukken geworden en het zou een schitterende re clame voor zijn zaak geweest zijn. Nu waren zij hoogstens geschikt om in de etalage te zetten, met het opschrift „Extra koopje". Dat het weinig of niets zou geven, wist hij maar al te goed, want niemand zou er aan denken in den rouw te gaan, omdat men van een „koopje" kon profiteeren. Er ging geen dag voorbij of hij bekeek die twee pronkstukken, met misnoegen en vreugde, omdat ze toch een schadepost waren geworden, maar hem ook het geluk van zijn leven hadden ver schaft. Onverwacht kwam aan dezen toestand een einde, toen pre cies drie maanden na de bruiloft Ar gus Pateau meer dood dan levend zijn woning werd binnengedragen, als slachtoffer van een verkeersongeluk. Men had hem naar het ziekenhuis wil len brengen, doch hij had er op ge staan, naar zijn woning te worden gebracht. Hij was er erg aan toe toen Celeste doods bleek naast den brancard stond, zag zij, dat hij haar iets met zijn handen trachtte duidelijk te maken. Zij moest het rouwtoilet dra gen, en hoewel dik ke tranen over haar wangen stroomden, knikte zij van ja. Direct daarop gaf hij den geest. Op de begrafenis droegen de beide zusters een in vier en twintig uur klaargestoomd rouwcostuum, want de beide andere waren op den mor gen van het onge luk juist verkocht. en 'n lekke* Beetje melk wettigt wel den noodmaattocfel om een jletck te Bleken.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 21