No. 7 VRIJDAG 14 JULI 1933 223
„Zooals u ziet was u dus veiliger dan u dacht, meneer Hendry u kon
veilig uw millioenen verdienen met uw gelukje, terwijl wij honger leden.
Dat is vaak genoeg gebeurd, want na dien avond liep alles verkeerd. Het stuk
viel en mijn moeder heeft nooit meer een andere rol kunnen krijgen. Ze hielp
in een winkel op de Vijfde Avenue, voor ze stierf van haar schoonheid en
haar trots was er niets meer over. Maar o.ik begrijp niet, dat u niet weg
bent gekrompen onder onzen héét
Ralph huiverde en wendde zich af het probleem was hem te machtig.
Hij had beurtelings gesympathiseerd met James en met Madeleine, hij hield
van hen beiden, en had het gevoel, dat hij op de een of andere manier tusschen
hen zou moeten richten.
Maar James zelf vertrok geen spier.
„Dus is de ring tweemaal gestolen," zei hij kalm. „Den eersten keer van
de schuldeischers van uw vader, en den tweeden keer door mij van uw moeder.
We moeten dus nog uit zien te maken, aan wien hij eigenlijk hoort. Ik heb
hem in mijn zak ik heb 't zwak gehad, hem altijd bij me te willen hebben."
En terwijl hij sprak ging zijn hand naar zijn achterzak en haalde er een klein
leeren etui uithij opende het en bracht een ring met een zeldzaam
mooien steen te voorschijn, een rose diamant die door eigen licht scheen
te fonkelen.
Ralph had zich omgekeerd, terwijl zijn broer sprak, en opeens leek de
oplossing van het probleem hem eenvoudig.
„Die ongelukkige ring doet niets ter zake, James," zei hij. ,,'t Gaat niet
om een bezit juweelen of dollars of wat 't is 't gaat om onszelf, Madeleine
en jou en mij levenLeven en liefde onze liefde, van ons alle drie.
Want jij begrijpt 't leven nietje hebt 't geen haar beter begrepen dan wij,
is 't wel
„Als je bedoelt...." begon James.
„Ik bedoel," viel Ralph hem in de rede, „dat je voor mij niet meer be
staat, als je niet wat kunt opofferen, je trots of wat 't is, om Madeleine schade
loos te stellen voor al de ellende, die je haar hebt aangedaan."
Madeleine, aan het eind van haar krachten, was teruggevallen op de
sofa, en James' eerste antwoord op de uitdaging van zijn broer was, haar den
ring in den schoot te werpen.
„Dat ben ik haar in ieder geval schuldig," zei hij, en zijn oogen knipper
den onder haar beschuldigenden blik.
„Dat ding kunt u me teruggeven, maar mijn moeder niet," zei ze. „U
bent niet alleen een dief, maar ook een moordenaar."
„O! Nee, Madeleine, nee!" riep Ralph hartstochtelijk. „Hij is niets dan
een mensch met een groot hart, die een ontzaglijken misstap begaan heeft en
éénmaal gestolen heeft, om mij, zooals jouw vader gestolen heeft om jou."
Toen zweeg hij, en hij zag, dat beiden hem aankeken, wachtten, tot hij
doorsprak tot hij iets zeggen zou, dat één van beiden in staat stelde, te
vergeven, en den ander, om terug te komen op zijn te snel genomen
beslissing.
„Kijk eens ik voel nu, dat we met dit heele geval in handen zijn ge
weest van iets grooters, dan wij zelf zijn," sprak hij met eenige aarzeling. „Het
kan niet allemaal blind toeval geweest zijn dat James dien ring stal en
Seaton Paul tegen 't lijf liep, en dat wij drieën hier vanavond bij elkaar zijn.
Jij bent de eenige van ons, die heeft moeten lijden, en James voelt nu, dat
hij en ik verplicht zijn, voortaan al het mogelijke te doen om dat goed te
maken om je gelukkig te maken. Is 't niet zoo, James?"
James schraapte zijn keel, maar toen hij probeerde te spreken was zijn
stem schor.
„Je hebt gelijk, jongen," was al wat hij uit kon brengen toen ging hij
naar de deur, opende die en ging het bordes op.
„Je ziet, dat'ik gelijk had, Madeleine," zei Ralph, toen hij naast haar
neerknielde. „Er bestaat geen lot of geluk of ongeluk of toeval."
voor er iemand achter me aankwam. En op den hoek van 't tweede blok
liep ik Seaton Paul tegen 't lijf.
Dat was mijn geluk. Seaton nam me bij den arm en we liepen samen terug,
den kant op, waar ik vandaan was gekomen. We ontmoetten een troepje men-
schen dat mij achterna zat, maar ze keken ons niet eens aan. Ze zochten
één man, die hard wegliep, en geen twee, die hun kalm tegemoet
kwamen.
Toen ze merkten, dat ze verkeerd waren, zaten Seaton en ik al op zijn
kamer in 't hotel over ons compagnonschap te spreken. Hij had geld en een
idee, maar hij was een beetje te makkelijk om zelf flink aan te pakken. We
waren vijf jaar tevoren dikke vrienden geweest, maar ik had hem uit het oog
verloren. Hij was den meesten tijd in Europa geweest, en hij zou den
volgenden dag terug zijn gegaan, als ik hem niet ontmoet had. Van dien
tijd af
Hij had nóch zijn verhaal voltooid nóch de vraag van juffrouw Olivier
beantwoord, toen hij werd losgerukt uit zijn herinneringen door den klank
van haar stem, die zich met sterke ontroering verhief.
„Maar u had veel meer gestolen dan een ring, James Hendry. U stal
het leven van een vrouw."
Zij stond rechtop, keek hem aan, over de breedte van den schoorsteen
mantel, met oogen die gloeiden van toorn.
„Wat zegt u 7" stotterde James. Hij was plotseling uit 't veld geslagen
bijna zooals die jongeman van elf jaar geleden gekeken zou hebben, als
op den avond van den diefstal onverwachts een hand op zijn schouder was
neergekomen.
„En is uw heele vermogen voortgekomen uit de opbrengst van uw dief
stal vroeg ze, zonder op zijn vraag te letten.
„Ehnee," zei James, met een poging om zijn gewone kalmte te
herwinnen. „Heelemaa! niet. Ik heb dien ring nooit verkocht. Nooit gepro
beerd. Als ik geweten had, van wie hij was, had ik hem teruggestuurd. Ik
heb een poosje in de kranten gekeken, maar er geen woord over gezien. Ik
denk, dat die vrouw zoo rijk was, dat ze er zich niets van aantrok."
„Of zoo arm, dat niemand haar geloofde," wierp Madeleine tegen. „Hebt
u daar nooit aan gedacht
„Eh nee, nooit," zei James.
„Maar Madeleine, ik begrijp je niet," zei Ralph, bezorgd van den een
naar den ander kijkend. Hij voelde zich diep getroffen door James' verhaal.
Beter dan een vreemde kon hij alles aanvoelen, wat er achter het verhaal
van die elf-jaar-oude gebeurtenis lag.
Madeleine sloeg geen acht op den uitroep van haar verloofde. Haar
oogen fonkelden nog.
„Nee, u dacht nergens aan," antwoordde ze, „behalve den eersten tijd
aan uw eigen gevaar. U hebt geen oogenblik gedacht, dat u 't laatste gestolen
had, wat twee vrouwen van broodsgebrek afhield. U hebt nooit geprobeerd
uw fout te herstellen. Als u den ring toch niet verkocht hebt, had u ten minste
kunnen probeeren, of u de eigenares kon vinden."
James haalde diep adem. Hij had. het gezicht van Madeleine Olivier met
scherpe aandacht bestudeerd, terwijl zij sprak, en hij keek haar nog in de
oogen, toen hij sprak: „Neen, dat is waar. Ik dorst niet. Als ik den ring terug
had kunnen sturen, had ik 't gedaan, maar zoeken dorst ik niet. Ik had aardig
dicht bij 't randje gestaan, en daar wou ik verder maar liefst vandaan
blijven."
,,'t Is een wonder, dat u niet weggekrompen bent onder onzen vloek, dien
van mijn moeder en mij," was Madeleine's antwoord. „Ik heb u van mijn
twaalfde jaar af beschouwd als den grootsten lafaard en het grootste beest
van-de heele wereld."
„Madeleine protesteerde Ralph. „Als je wist, wat James voor Kathe-
rine en mij gedaan heeft
„En als jij wist, wat hij mijn moeder en mij gedaan
heeft 1" kaatste Madeleine terug, hem aanziende met
dien gloed van rechtvaardigen toorn nog in haar oogen.
„Luister 1 Toen mijn vader op zijn sterfbed lag en wist,
dat er een half millioen dollar te kort was, gaf hij mijn
moeder dien ring. Die kwam uit Perzië, zei hij. Hij vroeg
haar, hem voorloopig niet te dragen, en ze heeft eerst later
begrepen, dat hij iets voor moeder en mij apart had willen
houden, toen hij zijn einde voelde aankomen. En ze heeft
hem gehouden, hoewel ze altijd bang was, dat ze iets deed,
dat niet mocht.
„Hij had haar verteld, dat de ring veertigduizend
dollar waard was. Ze voelde, dat ze hém af moest geven
aan de crediteurs, maar om mij heeft ze 't niet gedaan en
vóór hij gestolen was, heeft ze hem nooit noodig gehad. Ze
was een knappe actrice en had dien heelen tijd engage
menten drie of vier jaar was 't. Ze sprak met een Fransch
accent, maar ze was heel mooi en vond altijd geschikte
rollen. Tot.. tot u haar ring stal, James Hendry.
„Het was de eerste keer, dat zij hem droegde
eerste avond van een nieuw stuk, waarin zij de rol van
een handige avonturierster moest spelen, en ze had graag
één echt juweel tusschen al die namaaksels. En ze dorst
niet veel moeite te doen, om den ring terug te krijgen.
Ze heeft het aangegeven, maar de politie vertrouwde het
niet erg, omdat ze een buitenlandsche was, en omdat 't
onwaarschijnlijk leek, dat zij zoo'n kostbaar sieraad zou
bezitten.
Zomer in het bosch.