DE SCHATGRAVERIJ OP ZEE No. 9 „De toren" en iedere Nederlander weet nu wel. wat dat is de toten van de Lutine, de goudtoren van Beckers, is op de plaats aangekomen, waar hij zijn moet: op het stukje Noordzee, waaronder het wrak met zijn schatten ligt. Op Vrijdag 21 Juli werd de zware ijzeren kegel, veilig be dwongen in een bok op twee schuitenmet de overige deelen van den bergingstoren, door de stoere sleepboot „Holland" uit de haven van West-Terschelling gesleept. Van 9 tot 12 duurde de reis naar het Lutine- terrein, laat in den middag was de toren boven de plaats van de schatkamer ge bracht en om half negen werd de kegel in zee neergelaten, waarmede het begin was gemaakt met de eigenlijke poging om het goud van de Lutine te bergen. De toren wordt naar de ondiepte ge sleept, waar het wrak ligt. De „Holland", die wegens zijn diepgang hier niet kan komen, ligt op eenigen afstand voor anker met de cylindervormige gedeelten en het machinehuis van het bergingswerktuig. N Men nadertRechts ziet men den ijzeren paal, die de plaats van de schatkamer aangeeft. Slag voor slag worden de lieren gedraaid, langzaam zakt de kegel dieper in zee. De bemanning van een der motor- vletten. die onophoudelijk tusschen den toren en de vergezellende schepen heen en weer varen, vischte in de gauwig heid een dooden jongen haai uit zee op, een z.g. hondschen haai. Een goed voorteeken, dat men bij bergingspoging geen bot zal vangen

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 11