No. 9
VRIJDAG 28 JULI 1933 261
moeizame tochten door tot nu toe on
betreden streken opleverde, behoorde ook
de ontdekking van de overblijfselen der
Afrikaansche koninkrijken, welke eens
geweldige machtfactoren waren, maar
die thans grootendeels zijn verdwenen.
Zelden treft men nog koningen van be-
teekenis aan, de meesten zijn geen heer
scher meer in hun gebied, en zij roepen
slechts flauwe herinneringen wakker aan
de grootheid, die eens hun voorvaderen
moeten hebben bezeten.
Op het eiland Pecites stootte de expe
ditie op een oud koningspaleis, dat door
een voornaam heerscher werd bewoond.
Een krijger uit het Balanten-gebied.
Toen voor enkele jaren zijn voorgangerstierf, offerde men bij diens
dood vier jonge meisjes, ten teeken van zijn koninklijke waardigheid.
In tegenstelling tot dezen machtigen heerscher een der weini
gen van die er nog zijn maakte de laatste koning der Kassanga's
een bijna beklagenswaardigen indruk. Zijn volk van dertig duizend
onderdanen stierf binnen twee honderd jaren uit. Thans be-
hooren tot zijn land, waar hij niets meer te zeggen heeft, nog
honderd zes en twintig menschen, welgeteld. Malaria, tuberculose
en alcohol hebben zijn volk ten onder doen gaan.
Vrouwen uit het Kobianarijk. De last op het
hoofd en het kind op den rug, zoo loopen de
vrouwen iederen dag 10 K.M. naar de rijstvelden.
De laatste koning der Kassanga's.""^*
Kassanga-kinderen.