uwen iSTAMINET VEEMARXI leder mensch werpt op de straten een verdonkerd schaduwbeeld. Al het mooie heeft zijn schaduw, elke vreugd een druppel leed Dapper hij, die donk're zijden aan iets moois op slag vergeet, leder mensch volgt zwart een schaduw door den lichten, blijden dag Als een donker menetekel, dat verdriet volgt op een lach. leder mensch werpt op de straten een verdonkerd schaduwbeeld En hij kan zoo druk niet praten, kruipe' in hoeken of in gaten, of het blijft hem toebedeeld. En zooals de mensch zijn schaduw, heeft ook schaduw ieder ding lang of rond, en groot en dreigend, als een zwarte huivering. Zie hoe 't leven al zijn vormen in dit grillig spel vergrooft Hoe het kleur en licht en leven van zijn zuiv'ren glans berooft. Hoe het, zielloos en verstorven, kleeft op muren en asfalt ln portieken, in de huizen, zwaar en somber binnenvalt. Hoe het flanst op wind en water, Al het mooie heeft zijn schaduw, elke vreugd een druppel leed Hulst) Ieder mensch volgt zwart een schaduw door den lichten blijden dag. waar het echte beeld beweegt Hoe het, een brutale schater, langs de zonne-wegen veegt. Schaduw, vormloos en veelvormig tegelijk, arglistig kleed van verbeten zwartheid, giftig als een heimelijke beet. En toch prijzen wij je wezen als je koel en streelend valt op een weg waar ons de zon de vreugde van het gaan vergalt. Ook jij hebt als alle dingen, goed en kwaad in je bezit Soms ben je zoo onbehaaglijk, dat een ieder op je vit. Maar dan kom je neergeslagen in de hitte van den dag En zooals de mensch zijn schaduw, heeft ook schaduw ieder ding

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 8