uwen
iSTAMINET VEEMARXI
leder mensch werpt op de straten
een verdonkerd schaduwbeeld.
Al het mooie heeft zijn schaduw,
elke vreugd een druppel leed
Dapper hij, die donk're zijden
aan iets moois op slag vergeet,
leder mensch volgt zwart een schaduw
door den lichten, blijden dag
Als een donker menetekel,
dat verdriet volgt op een lach.
leder mensch werpt op de straten
een verdonkerd schaduwbeeld
En hij kan zoo druk niet praten,
kruipe' in hoeken of in gaten,
of het blijft hem toebedeeld.
En zooals de mensch zijn schaduw,
heeft ook schaduw ieder ding
lang of rond, en groot en dreigend,
als een zwarte huivering.
Zie hoe 't leven al zijn vormen
in dit grillig spel vergrooft
Hoe het kleur en licht en leven
van zijn zuiv'ren glans berooft.
Hoe het, zielloos en verstorven,
kleeft op muren en asfalt
ln portieken, in de huizen,
zwaar en somber binnenvalt.
Hoe het flanst op wind en water,
Al het mooie heeft zijn schaduw, elke vreugd een druppel leed
Hulst)
Ieder mensch volgt zwart een schaduw
door den lichten blijden dag.
waar het echte beeld beweegt
Hoe het, een brutale schater,
langs de zonne-wegen veegt.
Schaduw, vormloos en veelvormig
tegelijk, arglistig kleed
van verbeten zwartheid, giftig
als een heimelijke beet.
En toch prijzen wij je wezen
als je koel en streelend valt
op een weg waar ons de zon de
vreugde van het gaan vergalt.
Ook jij hebt als alle dingen,
goed en kwaad in je bezit
Soms ben je zoo onbehaaglijk,
dat een ieder op je vit.
Maar dan kom je neergeslagen
in de hitte van den dag
En zooals de mensch zijn schaduw,
heeft ook schaduw ieder
ding