DE EEON§MIJN
Door W. O.
314
VRIJDAG 4 AUGUSTUS 1933
No. 10
(P/i doot Jtedeüand
Het oude wachthuisje met de eigenaar
dige dakversiering te Nieuweschans.
Toen viel Carlotta door de mand. Zij had mede
lijden met mijn teleurstelling, toen ik maar steeds
niets vond, en om mij een pleizier te doen, getroost
te zij zich heel veel moeite en kosten ze nam een
mijningenieur in dienst, die een mijn voor me
vervalschte zóó klaarmaakte, dat ik aan 't
ontdekken kon gaan. Ze was zoo onvoorzichtig
geweest, om de stukken van een kapotte bronzen
pendule te gebruiken, waar de naam van den
maker in gegraveerd stond, en daardoor kwam 't
uit. Maar dat is Carlotta's schuld niet. ledereen
zal moeten toegeven, dat zij alles had gedaan,
wat men maar van een liefhebbende vrouw ver
wachten kan, om mij gelukkig te maken, en ik
twijfel er niet aan, of er zijn honderden en duizenden
vrouwen, die graag hetzelfde voor haar man zouden
doen.
Carlotta kon natuurlijk de gevolgen van haar
teedere zorgen niet voorzien maar die gevolgen
kwamen toch. De geleerde genootschappen haalden
op hun ledenlijsten een kras door mijn naam, de
kieskeurige kringen sloten hun deuren, de adel
negeerde me, en de kranten schreven dingen over
me, die ze gewoonlijk voor de politici bewaren.
Er was een maatschappij gevormd, om de mijn
te exploiteeren, maar het gestorte geld kon ik
gelukkig teruggeven, dus in de gevangenis kwam
ik niet. Maar toen ik had uitgerekend, hoe lang
het- zou duren, eer ik de schande overleefd had,
leek het mij wijzer, Italië te verlaten. Anders was
ik er blijven wonen."
Aan het glimlachende gezicht van den gebruin-
den man zou men zeggen, dat hij erg te
vreden over zichzelf was. Nadat hij zich een
paar minuten had laten afdrijven op zijn innerlijke
voldoening, zei hij
„Ik heb zooeven een goeie daad verricht. Er
is hier een jonge man, die wel zou willen trouwen,
maar hij durft niet en ik heb geprobeerd, hem een
beetje moed in te praten. Ik denk, dat hij den angst
heeft gekregen door de waarneming van die half
verblufte, half versufte gezichten, waar zoo'n massa
getrouwde mannen mee rondloopen maar als
hij en al die andere aarzelende vrijgezellen er af
en toe eens een beetje over na wouen denken,
hoe weinig de getrouwde mannen te lijden hebben
in vergelijking met de martelaars van vroeger
eeuwen, dan kregen ze wel een beetje zuiverder
kijk op de dingen. Sinds ik met Carlotta getrouwd
ben, heb ik dingen beleefd, waar mijn haar zoowat
grijs van is geworden maar als ik ongetrouwd
was gebleven, had ik waarschijnlijk dingen door
gemaakt, waar ik heelemóal geen haar van over
had gehouden en grijs haar is altijd nog beter dan
géén haar net als je beter jicht kunt hebben
dan allebei je beenen kwijt te zijn.
Ik heb dien jongen man aan 't verstand gebracht,
dat ongestoord huwelijksgeluk een onbereikbaar
ideaal is enkel prijzen en geen nieten enkel
jam en geen zand enkel zonneschijn en geen mist
enkel maneschijn en geen werkelijkheid. En ik
heb hem verteld, dat de oorzaak zit in de nobele
manier, waarop iedere vrouw altijd alles doet wat
zij kan, om haar man gelukkig te maken. Voor
niets ter wereld staat zij stil, als ze denkt, dat zij
er hem een pleizier mee kan doen, en ik geloof
stellig, dat de hoeveelheid moeite, die zij zich daar
voor getroost, heel aardig opweegt tegen de hoe
veelheid moeite, die een man door moet maken,
als hij met haar getrouwd is.
Ik weet tenminste zeker, dat het bij Carlotta
zoo is. U zoudt verstomd staan, als u maar het
tiende deel wist van al, wat zij al niet gedaan heeft,
om mij genoegen te geven. Ik zal u één ding ver
tellen dat ze gedaan heeft, toen we in Italië woon
den.
Vóór alles moet u dan weten, wat ik daar uit
voerde. U weet zeker wat brons is Het is een
mengsel van koper en tin, en 't eigenaardige is,
dat koper en tin allebei zacht zijn maar brons
is hard je kunt er iemands keel mee afsnijden
daarom was het zooiets aantrekkelijks voor de
voorhistorische wildemannen. Maar hoe kon een
voorhistorische wildeman, die op geen universiteit
of technische school geweest was, dat ontdekken
Hij kon het natuurlijk niét ontdekken. En toch
hadden ze bronzen wapens, en de oude Egyptenaren
hadden bronzen gereedschap, al weten we niet,
waar ze het tin vandaan hebben gehaald.
Nu heb ik een theorie, die alles verklaart. Ik
denk, dat de voorhistorische wildeman ergens
een bronsmijn gevonden heeft en het metaal op
heeft gegraven. Ik neem aan, dat het mengsel
door de natuur gevormd was, door een vulkanische
uitbarsting bijvoorbeeld, in een heel oud tijdperk.
De wildemannen zullen daar wat van gevonden
hebben, toen ze op zoek waren naar koper, en
nadat ze gemerkt hadden, dat het veel geschikter
was voor de keelafsnijderij, zijn ze er naar gaan
graven. Toen zijn de Phoeniciërs gekomen die
hebben 't ze afgezwendeld en 't aan de Egyptenaren
verkocht.
Carlotta komt uit Zuid-Italië dat is een echt
vulkanen-gebied, binnen bereik van alle oude
volkeren, dus ik begon mijn navorschingen natuur
lijk dóar. Het was een aardig vervelend werkje,
aldoor maar oude mijnen open te krabbelen en
alles te onderzoeken, dat iets leek, en toen ik een
heelen tijd geen geluk had gehad, begon ik ont
moedigd te worden.
Toen trof ik op zekeren dag een mijn, die klaar
blijkelijk al ontzettend oud was, en daar vond
«k overvloedig bewijs, niet alleen dat het 'n antieke
bronsmijn was, maar ook dat er nog best een massa
brons in over kon zijn, dat er op moderne manier
uitgehaald kon worden. Koper en tin zijn tegen
woordig nogal duur ik kon best in korten tijd
schatrijk worden. Maar nog heerlijker was de
gedachte aan het opzien, dat mijn ontdekking
zou geven in de wereld der oudheidkundigen en
delfstofkundigen. Ik zou niet alleen rijk, maar ook
beroemd worden 1
Ik zal maar niet uitweiden over den heerlijken
tijd, dien ik toen gehad heb. Ik hield lezingen voor
geleerde genootschappen, ik werd door de meeste
tot lid benoemd, ik werd door den adel gevierd
en door de kranten geïnterviewd en ik werd in de
kieskeurigste kringen uitgenoodigd.
En toen kwam de klap. Een der monsters, die
ik hier en daar tentoonstelde, bleek hol te zijn,
en de woorden „....en zoon, Parijs" werden er
in gevonden.