No. 10 VRIJDAG 4 AUGUSTUS 1933 317 De eene avond volgde op den anderen. Het getal zijner aanhangers nam steeds toe. Zeer weinig experi menten mislukten, maar natuurlijk konden allen, die hem een opgaaf wilden stellen, niet aan de beurt komen. Dat zette kwaad bloed en ieder, wiens geval niet behandeld kon worden, werd natuurlijk een twijfelaar en vermeer derde het leger van zijn tegenstanders, dat langzaam maar zeker werd gevormd. Daarbij kwam nog een andere oorzaak. Hanussen was, zooals ieder, die ooit zijn openbare avonden bijwoonde zal moeten toegeven, van een- aan brutaliteit grenzende vrijmoedigheid tegenover 't pu bliek. Een dergelijk optreden had nog geen artist .zich durven veroorloven. O wee, wanneer iemand hem interrompeerde. Aanstonds staakte Hanussen zijn expe riment, ontbood den man bij zich op het podium en wist hem dan steeds na enkele oogenblikken voor het heele publiek belachelijk te maken. Hij verstond buiten gewoon goed de kunst om een aanval te zijnen koste te veranderen in een succes voor zichzelf. De aanvallen vanuit de zaal werden evenwel steeds talrijker, ofschoon het cijfer van 't aantal bezoekers nog steeds stijgende was. Ik schreef hem een brief, waarin ik hem uiteenzette, dat hij op slag aan dezen tegenstand, die ongetwijfeld nog zou toenemen, een einde zou kunnen maken, indien hij zich slechts beschikbaar wilde stellen voor een weten schappelijk onderzoek. Hij antwoordde mij, dat ik hem een plezier zou doen, indien ik den volgenden dag bij hem thuis wilde komen. Hij zou mij met zijn wagen komen afhalen. Ik veronderstelde reeds, dat ik het pleit had gewonnen. Maar het zou anders uitkomen. Hij kwam voor met zijn Bugatti, die toen nog een voudig was, met een normale carrosserielater liet hij zijn auto op een protserige manier ombouwen. „Ik chauffeer zelf niet graag," zeide hij mij tijdens het rijden, „maar heb drie wagens." „Daar ligt toch een tegenstelling in, mijnheer Hanussen „Toch niet. Ik heb de auto's namelijk noodig voor het publiek. Of het iemand goed gaat wordt tegenwoor dig naar zijn auto beoordeeld. De menschen moeten zeg gen Dien Hanussen gaat het voor den wind die houdt er drie wagens op na. En des te meer kan ik op mijn spreekuur vragen. Voor mijn beroep is reclame het gewichtigste. Als ik mijn cliënteele bij mij thuis zou ont vangen, zou ik maar weinig kunnen vragen. Maar in mijn deftig hotel betalen zij ieder bedrag." Ik stond versteld over zijn eenvoudige woning, die eigenlijk een schrille tegenstelling vormde tot zijn De fascineerende blik van Erik Jan Hanassen. HANUSSEN ALS TVTu v0'!?*16 het tweede dee' van <*en avond, met die experimenten, welke Hanussen's HELDERZIENDE. faam als helderziende hebben gevestigd. Nadat hij zich zelf in trance-toestand had ge bracht, waarbij hij de „Gomboloy", 'n Ooster- schen ketting, gebruikte om zich beter te kunnen concentreeren, liet hij zich door zijn secretaris tijd en plaats van de door het publiek bedoelde gebeurtenissen toeroepen. Nauwelijks was het eerste afgeroepen, of hij be gon reeds een duidelijke beschrijving van het gebeurde te geven. „Hier heeft men te doen met een inbraak. Als de dader moet beschouwd worden een jongeman van ongeveer achttien jaar, met een bruine overjas. Vroeger was hij in het bedrijf werkzaam. Tot nu toe is hij nog niet verdacht maar de diefstal zal opgehelderd worden." Een oogenblik rust Hanussen uit. De secretaris vraagt luid, naar het publiek gekeerd „Klopt dat?" „Ja, dat van den diefstal klopt. De dader is nog niet gevonden," roept 'n stem uit het parket. Een dof gemurmel van verwondering golfde door de rangen. „Buiten gewoon," hoort men van alle kanten. „Hoe kan zooiets mogelijk zijn Ook de andere gevallen, die hem opgegeven werden, verklaarde Hanussen op verrassende wijze. En toen hij bij de weergave van een brand en van een daarbij op het laatste oogenblik geslaagde redding van een kind in zijn opwin ding haast z'n eigen woorden niet kon bijhouden en uitgeput den zwarten doek voor zijn oogen wegrukte, toen kenden het gejubel en de bijval geen grenzen meer. Hanussen had Berlijn veroverd. Nadenkend gingen de verblufte twijfe laars naar huis. Zou Hanussen zich, sinds ik hem in Weeneh had gezien, verbeterd en verdiept hebben Ik ging naar de artistenkamer, ik moest hem spreken. Vele dames en heeren verdrongen zich voor de deur. Zij wilden allen naar hem toe maar nu wilde hij niemand ontvangen, niet voor morgen, dan hield hij spreek uur in zijn hotel. Maar door zijn secretaris laat hij zeggen, dat hij wel tijd voor mij heeft. Een moede man ontvangt mij en strekt mij de hand toe: „Nu, wat zegt u ervan, doctor Thoma Dat zoudt u niet hebben geloofd, dat ik ooit nog helderziende zou worden „Neen," moest ik bekennen, „ik kan het niet begrijpen. Zeg mij nu eens eerlijk, wij zijn nu onder ons: had u werkelijk geen helpers in de zaal?" „Vraagt u dat gerust aan de menschen, die ik bij mijn experimenten heb gebruikt." „Dat heb ik al gedaan. Ik heb ook de dame ondervraagd, wier dochtertje uit het brandende huis gered is. Zij is zelf zoo onthutst door uwe weergave van het gebeurde, dat ik het voor uitgesloten houd, dat zij met u op een of andere manier in verbinding heeft gestaan. Wanneer u echter, jnijnheer Hanussen, werkelijk over de gave van helderziendheid beschikt, dan moet u zich beschik baar stellen om in een kleinen kring van geleerden op te treden. Ik zal dat dan wel voor elkaar brengen, en dan is uw naam bovendien voor goed gevestigd." Hij werd boos. „Houdt u alstublieft op met uw wetenschap. Ik wil geld verdienen. De bonzen kan men toch nooit overtuigen." Het gelukte mij niet zijn toestemming te verwerven. Toen niet en evenmin later, toen ons contact nog veel nauwer was geworden. Het geld had voor hem meer waarde dan de wetenschap. Den volgenden dag stonden de kranten vol over Hanussen. Zijn geluks- ster was opgegaan. De telefoon ging aanhoudend. „Kan ik mijnheer Hanussen spreken „Waarover gaat het?" „Over een privé advies." „Dan moet ik u eerst met zijn secretaris verbinden." „Wat kost het, wanneer men mijnheer Hanussen in een privé aangele genheid om advies vraagt „Vijftig mark per vraag." Desondanks was zijn spreekkamer hij had aanstonds een chique con- ferentievertrek in Hotel Esplanade gehuurd den heelen dag vol. De men schen betaalden grif honderd tot tweehonderd. Mark voor een voor hen ge wichtige mededeeling of beslissing. Bij eenvoudige vragen antwoordde Hanussen aanstonds, wanneer men hem een schriftelijk stuk of een ander document kon overleggen. Hij'ant woordde zonder nadenken, zonder theatraal zijn gezicht te vertrekken, maar direct en intuïtief. Bij moeilijke vraagstukken verklaarde hij, zich eerst in trance te moeten brengen, hetgeen hij bij zich zelf deed, door zich een zwarten doek voor de oogen te binden. In trance sprak hij met een iets veranderde stem en gaf aldus zijn antwoord, daarbij dan dikwijls nog waardevolle bijzonderheden eraan toevoegend. De menschen zaten soms uren lang te wachten vóór zij aan de beurt kwamen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 29