VRIJDAG 11 AUGUSTUS 1933
341
Zij richtte haar donkere oogen op hem.
„Dus North heeft u met 15.000 gulden naar mij
gestuurd, voorgevend dat ze van Keil kwamen
U moet het geld natuurlijk weer mee terug
nemen. Misschien," voegde ze er aan toe, „heeft
hij u ook wel gezegd om met mij te trouwen.
Nietwaar
De diepst mogelijke blos van verwarring op mr.
Travers' gezicht zei Mary dat het inderdaad zoo
was.
„Bewaar me," riep hij, toeziend hoe zij den
degen met een zijden lapje poetste, alvorens hem
in den stok te steken. „Een vrouw die...."
„Ja," gaf Mary somber toe. „Ik ben een wild
schepsel. Ik wou soms, dat ik 't niet was. Ik mag
u zoo graag, mr. Travers, maar we zouden niet
goed met elkaar opschieten, u en ik."
„Ik.... ik.... werkelijk.... ik.... Wat de
Corregio's betreft," ging hij vlotter door. „Dat
geld hoeft niet terug. Denzelfden dag dat North
ze.kreeg, heeft hij ze aan een vriend verkocht,
voor 15.500 zoodat hij nog 500 gulden verdiend
heeft."
Mary's hart, dat bedrukt was geworden, begon
weer vroolijk te kloppen.
„O, dat is heerlijk riep ze lachend. Ze lachte
nog eens, en voordat mr. Travers er op bedacht
was, had zij de armen om zijn hals geslagen, en hem
een zoen gegeven. Daarna sprong ze weer licht
in den zadel.
De arme mr. Travers keek beduusd, klom een
beetje langzamer op zijn paard. Hij wist niet of
hij blij was of spijt had, dat zij besloten had niet
met hem te trouwen. Het was onaangenaam, dat
hij dat nooit zou weten. Maar je kunt niet we
ten.Zij reden verder naar het landhuis van
Sir George.
Neas-operatie. De Johan de Witt, die de verbrande P. C. Hooft moet ver
vangen op de vaart naar Indiëkrijgt in het dok te Amsterdam een nieuwen
neus, waardoor de snelheid van het mailschip verhoogd zal kunnen worden.
weg naar het hotel om mr. Travers te ontmoeten,
den ingang van een steengroeve passeerde, zag
zij daar een grooten plas olie liggen naast de sporen
van autobanden Versche olie en versche sporen
Mary dacht na. Er passeerden hier wéinig auto's.
Mr. Travers was hier voorbij gekomen. Beteekende
dit dat hij opzettelijk zijn olie had laten wegloopen,
vóór hij bij haar kwam Om een excuus tot blij
ven te hebben Staken er schurkachtige gedachten
in den verlegen mr. Travers? Maar de man had
haar toch 15.000 gulden gebracht 1 Welke nog
grootere prooi dacht hij te vangen
Langzaam reed het meisje verder. Maar toen zij
hem tegenkwam en zijn beschaafd gezicht zag,
viel het haar moeilijk aan^eenige schurkerij te
gelooven. In zijn oogen zag zij denzelfden blik
van den vorigen avond, toen hij afscheid genomen
had. Zij dacht aan den olieplas bij de steengroeve.
Wat wilden Hike Keil en mr. Travers van haar?
„Sir George, waar we nu heen rijden, heeft een
prachtverzameling snuifdoozen," vertelde ze onder
het rijden. „Hij zal ze u wel laten zien, maar laat
mr. Keil er niet op rekenen, dat hij er één van
kan koopen. Sir George is stapelgek op zijn collec
tie. Bovendien is hij schatrijk."
Maar mr. Travers had hoegenaamd geen belang
stelling voor snuifdoozen, zooals bleek uit zijn
conversatie en de manier, waarop hij haar af en
toe aanzag.
„Het wordt hoe langer hoe vreemder," peinsde
Mary, half geamuseerd, half geïrriteerd. Maar
plotseling werd het geval nog vreemder. Zij staken
juist den grooten verkeersweg over, toen om een
hoek een groene auto schoot, die verplicht was
in te houden voor de twee paarden. In dien auto
zat Hike Keil, Keil met zijn goedhartig gezicht.
Mary zag dat mr. Travers den automobilist aan
keek; ook zag zij, dat de jongeman noch zijn
patroon, noch diens auto herkende.
Op dat oogenblik zag mr. Keil het ifieisje hij
verbleekte. Dat vereischte opheldering. Zij dreef
haar paard schuin vóór den auto, zoodat deze niet
verder kon rijden.
„Morgen," zei ze daarop „zijn we niet drie da
gen over het einde van de maand heen
„De cheque is op de post," zei hij vlug.
„Leugenaar," sneed Mary hem zacht af. „Dat
is niet waar." Mr. Keil begon te gesticuleeren. „Ik
begrijp het", ging Mary door. „Na dat artikel over
die collecties in onze streek stroopt u alle huizen
af, nietwaar, om te zien of er meer zulke* dwazen
zijn als ik, die hun kostbaarheden afgeven op uw
smoesjes over „cheque op het einde van de maand".
Mr. Keil werd rood, niet wijl zijn geweten hem
plaagde daar had hij nooit last van maar
omdat in Mary's stem een vreemde onheilspellende
klank lag. Mr. Travers had stom verbaasd toege-
toegezien hij begreep er niets van. Wellicht had
hij iets begrepen, als Mary den naam van mr.
Keil had genoemd. Maar dit had zij vermeden.
Wat nu volgde, was eenigszins dramatisch. Opeens
glinsterde het staal van den getrokken degenstok
in haar hand, gericht op mr. Kell's keel. „Wat
begon mr. Travers.
„Houd je mond," beet Mary. Tot Keil „D'r
uit D'r uit Gauw
Mr. Hike Keil tuimelde uit zijn auto. „U kunt
mij niet bang maken," stotterde hij.
„Mogelijk," gaf Mary toe. Het staal glinsterde,
Hike Keil gilde dook. Toen hij weer stond,
zat er een roode streep op zijn wang, die druppelde.
May Dough was een goed schermster.
„ik wil ze terug hebben," zei Mary, met kalme
vastberadenheid. „En dat gebeurt ook."
„Ik heb ze niet 1"
Weer glinsterde de degen van Sir George Caister.
Weer gilde mr. Hike Keil. In panischen schrik
holde hij den weg af. Mary draafde kalm achter
hem aan, gevolgd door den totaal verbluften mr.
Travers. Nu en dan prikte Mary den vluchteling,
tot hij stopte en zich op den weg liet vallen.
„Ik heb ze niet huilde hij. „Ze zijn gestolen 1
't Is waar Ze zijn gestolen
„Leugenaar 1" zei Mary zij sprong van haar
paard om hem beter te kunnen bereiken.
„Ik zweer dat het waar is Au Help Je ver
moordt me 1"
De geoefende schermster had hem in vlugge
opeenvolging drie prikjes toegediend. Nier meer
dan huidschrammen, maar zij bloedden een weinig,
en hadden het gewenschte effect. Mr. Keil kermde
en huilde. Mr. Travers, die geen bloed kon zien,
zei gebroken: „Ik.... ik voel me ziek," en stond
er verder hulpeloos bij.
,,'t Is waar 1" schreeuwde de kunsthandelaar.
„Doe 't niet meer 't Is waar Iemand heeft ze
uit mijn kamer gestolen."
Mary keek hem aan. Iets in zijn stem klonk
als waarheid. Vreemd. Zij wendde zich tot mr.
Travers.
„Wat weet u hiervan
„Waarvan
„Dat verhaal over dien diefstal."
„Gestolen Wat gestolen
„De Corregio-etsen. Dit is uw patroon, mr.
Hike Keil."
Mr. Travers' mond viel open. „Keil!" riep hij.
„Is dat Keil Dat.dat.
„Dat is gek ja," viel Mary in. „U schijnt uw
eigen patroon niet te kennen.
Een gedachte schoot eensklaps door haar hoofd,
die haar deed blozen. „Mr. Travers," zei ze, „weet
Harry North hier niet meer van
In zijn -verrassing antwoordde hij „Ja, ja. 't
Was zijn idee. Hij
„Een oogenblik. Heeft Keil de etsen nog?"
„Neen."
„Wat heb ik gezegd riep Hike Keil, opstaand.
De degenpunt dreef hem weer naar den grond.
„Kalm!" zei Mary. „Hoe zit dat in elkaar?"
vroeg ze den jongeman. „Hoe weet u dat?"
„North huurde een kerel om in te breken...."
„St Blaf dat niet de heele streek over. Ofschoon,
bij een schurk als dat is, komt het er eigenlijk
niet opaan." Ze wees naar mr. Hike Keil. „Hij
was dus niet
van plan te be
stalen
„Neen. Nor.
ik bedoel onze
gemeenschap
pelijke vriend
heeft dat be
wezen. Hij heeft
alles nage
speurd. Het
adres in Londen
was valsch. Zijn
eigenlijke adres
was 'n obscuur
huis in een der
voorsteden."
„Ik begrijp
het," zei Mary.
Zij sprak niet
eerder dan na
dat zij Hike Keil
in zijn auto
gejaagd had.
De man ver
dween zeldzaam
snel, nijdig en
bang.
„Die is na
tuurlijk de heele
streek aan het
afstroopen," zei
ze daarna. „We
zullen alle ver
zamelaars waar
schuwen. Dus
die lieve oude
Harry North
had toch gelijk.
Een bedrieger.
Een gemeene
schurk. Jam
mer, dat ik hem
geen flinkeren
prik gegeven
heb. Maar ik
ben te zacht,
veel te zacht."
„Zacht mom
pelde mr. Tra
vers. „Zacht I"