DE PATIËNTEN VAN DOKTER SYLVIA Uitslag prijsvraag, voorkomende in 't premieboek „De Schipbreuk" O O O H MCC In een klein, vredig dorp waar de tijd niet al te haastig voortschrijdt verschijnt op een gegeven dag een jonge, vrouwelijke dokter, uitgerust met een groote dosis fonkelnieuwe wetenschap en bezield met vele, zeer vele goede voornemens, plannen en idealen. Maar reeds zeer spoedig moet zij er= varen dat haar hier 'n strijd, 'n harde strijd te wachten staat tegen een vooringenomenheid, voor» oordeel, wantrouwen welke de bevolking haar over 't algemeen betoont, om niet eens te spreken van den vijandigen afkeer welken de oude dokter uit 't dorp tegen zijn nieuwe, jonge en charmante rivale aan den dag legt. Het is dan ook van zijn kant dat de strijd met groote verbittering gevoerd wordt, totdat ten slotte, nadat het gansche dorp van lieverlede tot de erkenning gekomen is dat dokter Sylvia een zeer kundige vrouw is aan wie velen hun redding te danken hebben, ook hij z'n trotsch, weerbarstig hoofd moet buigen 1 Maar eer het zoover is, heeft er zeer veel plaats ge vonden, is er veel geleden ook door eenige men» schen die uiteindelijk door een alles overwinnende liefde worden tezamengebracht. Peinzend staarde Maury Parrish, lang uitge strekt in het gras onder een hoogen eik, naar het groene gebladerte boven zijn hoofd. In deze oogenblikken klonk uit de verte het geluid van 'n snel naderenden auto. Plotseling was boven het geronk van den motor een harde knal hoor baar. Keps, zijn witte terrier, sprong snel over eind en toonde de grootste ongerustheid, toen de wagen aan de andere zijde van den weg tot stilstand kwam. „Blijf toch liggen," gromde Maury vermoeid. „Er is een band gesprongen niets anders. Het lijkt mij het beste, dat je je er niets van aantrekt." Maar Keps' scherpe ooren bleven naar den weg gewend, waar de auto had stilgehouden. Met een bijna onbedwingbare nieuwsgierigheid keek hij door een kleine opening in het groen. Hij was blijkbaar van meening, dat zijn baas zich wel met het geval zou bemoeien, want hij wilde zich ver wijderen. Maury greep den hond bij den halsband en door deze beweging werd hij in de gelegenheid gesteld, eveneens een blik te werpen door de opening in het groen. „Ahamompelde hij zachtjes voor zich heen, terwijl hij ondertusschen den rukkenden Keps stevig bleef vasthouden. Op den straatweg stond een helgele twee persoonswagen met een stoffigen koffer achterop een auto met een lekken achterband. Deze détails verdwenen echter geheel in het niet bij een enkelen blik op de bestuurster van den onfortuinlijken kleinen wagen. Zij had haar plaats achter het stuur verlaten en keek mismoedig naar den leeggeloopen band. De nieuwaangekomene was een meisje een meisje in een grijs sportcostuum, dat haar buiten gewoon goed stond. Bovendien vormden de blonde krullen, die onder haar muts uit kwamen, een zeer bijzondere aantrekkelijkheid. Zij scheen met een peinzende uitdrukking op haar gezicht den weg af te zien. Keek ze uit naar hulp, vroeg de heer Pprrish zich af Welnu, die was hier veel dichter bij dan zij wel vermoedde. Niemand kon er eenig bezwaar tegen hebben, dat hij een derge lijke goede daad op dezen dag volbracht. Hij kroop een beetje dichter bij en bemerkte plotseling, dat de opening in de heg tevens uitstekend geschikt was als luisterpost. JHet meisje sprak pamelijk in zichzelf 1 De gele wagen had juist op den top van een heuvef zijn arbeid gestaakt, en op een afstand was Penny Mill zichtbaar in de stralen van de namiddag zon. Het meisje strekte haar slanken arm uit in de richting van het dorp. Haar stem drong tot den luisteraar door helder en welluidend. „Wat jammer, zoo vlak bij mijn doel!" „Wat zegt ze mompelde de verbaasde luiste raar. „Zou ze hier in de buurt moeten zijn Begrijp jij er wat van, Keps Het meisje liet haar arm weer zakken. Gedurende eenige oogenblikken bleef ze nog rondzien, maar toen wendde ze zich om en liep naar de andere zijde van den wagen, zoodat ze aan het oog was onttrokken. Toen ze weer te voorschijn kwam, droeg ze een kleine dommekracht en een aantal bandenlichters. Terwijl zij zachtjes voor zich heen floot, zette ze aan de achterzijde van den wagen het eerstgenoemde voorwerp onder de as. Maury achtte het voor hem gunstige oogenblik gekomen. Hij ging staan en liet tegelijkertijd den hond los. Keps haastte zich met een dolzinnige snelheid door de hegopening en begon een waren vreugdedans rondom den stilstaanden auto. Na den eersten kreet van schrik greep het meisje het dier bij den halsband en poogde lachend de uit bundige begroeting af te weren. „Och, wat ben jij een aardig beest 1" riep ze uit. „Waar kom jij zoo plotseling vandaan? Ik hoop maar, dat iedereen zoo blij is, wanneer ik...." Haar blauwe oogen werden groot van verjbazing, toen ze een slanken jongeman -boven de heg zag verschijnen. „U moet 't Keps maar niet kwalijk nemen," klonk zijn begroeting, terwijl hij over de heg sprong en naderbij kwam. „Hij zal u geen kwaad doen. Hier Keps Het meisje wierp een snellen blik naar den vreemdeling en begon toen opnieuw aan haar taak; „Ik ben niet bang voor hem," merkte ze. op. „Ik houd veel van honden." Maury, die onmiddellijk had begre pen, dat tusschén haar en Keps reeds vriendschap was gesloten, besloot het zelfde resultaat ten opzichte van zijn persoon te bereiken en zei zoo voorko mend mogelijk „Ik heb uit uw woorden van daar straks opgemaakt, dat het u erg spijt door 't lek worden van uw achterband te worden opgehouden. Kan ik u van dienst zijn? Ik ben nogal handig in die dingen," voegde hij haar toe. Het meisje kleurde lichtelijk. „O, hebt u het gehoord Ik heb de slechte gewoonte om in mijzelf te spreken." „Dat is niets erg maar kan ik u met dien band helpen „Neen, dank ti. Ik kan er zelf ook mee over weg." „Waarom zou ik u niet van dienst zijn drong hij aan, terwijl hij naast haar op zijn knieën ging liggen. „Laat ik nu eens net doen alsof ik een behulpzame padvinder of iets van dien aard ben. Bovendien stelt iedere bewoner van Penny Mill zich ten doel, het den toeristen zóó aangenaam te maken, dat zij in elk geval weer terugkomen. Laat u mij maar even mijn gang gaan Hij had zijn hand reeds aan de dommekracht gebracht. Met een knikje stond het meisje op en ging bij het open portier van haar wagen staan. Van dit verheven punt keek zij neer op haar assistent met duidelijke teekenen van goedkeuring in haar blauwe oogen. Zij bewonderde de gemakkelijkheid in zijn bewegingen, waaraan een lichte zorgeloos heid een aantrekkelijk karakter gaf. Toen hij de zijkanten van den band van de velg begon los te maken, waagde zij het te vragen „Uit hetgeen u zoo juist heeft gezegd, meen ik te mogen afleiden, dat u daar woont." Ze knikte in de richting van het dorp. „Dat is inderdaad zoo," gaf de jongeman toe, die op dat oogenblik een vrij verwoeden strijd voerde met een weerspannige moer. „En met mij is het eveneens het geval." Een bandenlichter kletterde op de steenen en met een ruk wendde Maury het hoofd naar haar toe. „Woont u in Penny Mill Sinds wanneer Zij lachte vroolijk om zijn verbazing. „Sinds dit oogenblik. Wacht u maar even, dan zal ik het u laten zien." Zij haalde een handkoffertje te voorschijn en gaf een moment later een wit kaartje aan haar helper. „Kijkt u maar." Maury nam het stukje bordpapier voorzichtig tusschen duim 'en vinger. Zijn oogen werden nog grooter van verbazing, toen hij de kleine, artistiek uitgevoerde drukletters las. DR. SYLVIA DALE. In den linkerbenedenhoek stond bovendien nog klein gedrukt „Penny Mill". „Begrijpt u," verklaarde het meisje vriendelijk, „ik kom weliswaar juist aan, maar hier is mijn woonplaats van nu af aan." „O...." mompelde de jongeman. „Ik begrijp het." Deze laatste woorden konden nauwelijks waar heid inhouden, aangezien zijn overigens scherpe geest bijna niet in staat was de belangrijkheid van deze mededeeling te omvatten. Hij herstelde zich zoo goed mogelijk van zijn verwondering en voegde er aan toe „Het is* mij zeer aangenaam met u kennis te makendokter Dale." Dit jonge, aan trekkelijke meisje dokter Een prachtige roman, uitstekend geschreven, waar! de verschillende karakters meesterlijk zijn nltgebeei Een boek dat ieders vacantie, bij regen ol zonnesch en waar ook doorgebracht, veel zal veraangename: IN DIT BOEK BEVINDT ZICH OOK EEN PRIJSVRAA Zooals u weet, het kost u slechts 17% ct. Ingenaa ol 70 cent In prachtband, te verkrijgen bij onze b« zorgers ol agenten ol na ontvangst van postwiss groot resp. 221/, of 80 cent. „Dank u," zei de jonge vrouw plichtmatig. „Dus wij kunnen elkaar beschouwen als medeburgers." „O ja, natuurlijk. Mijn naam is.ik ben John Loraine." Maury had nooit kunnen zeggen, hoe hij tot deze leugen was gekomen. Hij betreurde haar, zoodra zij over zijn lippen was gekomen. Toch wist hij instinctmatig, dat zijn werkelijke naam iets zou beteekenen voor deze nieuwelinge iets dat misschien zijn hoop om zich bij haar populair te maken, definitief den bodem zou inslaan. Mocht Sylvia ook hebben bemerkt, dat hij bij het noemen van zijn naam lichtelijk aarzelde, zij liet dit dóór niets blijken. Op verzoek van de Administratie der Hollandsche Bibliotheek declen wij hiei den uitslag mede van de prijsvraag, voorkomende in het boek „De Schipbreuk". De gevraagde woorden zijn Horizontaal 1. Klok 4 AA 5 Garnecren; 10. Pol 12. Nu 13. Dupe 14. Trente-et-un 16. O. A. 17. N. T. Verticaal 1. Kan 2. La 3. Krop 6. Auto 7. Nee 8. Ent 9. Ede 10. Punt 11. Le 13. Dun 15. Ra. De hoofdprijs, zijnde een prachfige verstelbare fauteuil met kussens, viel ten deel aan C. Krug, Dijkstr. 83, Vlissingen. Ue overige prijzen, ieder f2.50, aan Mej. N. Conrads, Zijdewindstraat Rotterdam; G. W. Kiamer, Vrolikstraat 132 III, Amsterdam A. J. Broeren, Boekei N-Br. T. Francken, B 81, Bunde L.; W. H. Lcmpersz, Hengelo; A. v. Lonkhuyzen, Weimarstraat 420, Dén Haag; M. A. J. Opdam, Stationsweg 2, Bussum H. Steup, Vossenlaan' 213, Vreeland T. v. d. Veen, Harkstede J. W. v. Raalte, P. W. Janssen 'Ziekenhuis, Alrnen (Gld.) E. J. Takkenbcrg, Schöolkadc 68, Mussélkanaal D. Vijf huizen, Julianalaan 750, Dirksland L. Huekfeidt, Dorpstraat 135, Ren- kum J. v. Herksen, Wilhelininastraat 77, Emnien (Dr.) W. v.d. Linden, H. d. S. Hoog-Blokland J. M. Hal'stein, Stationsweg 2)5, Drachten G. H. Schasfoort, A Kade 1 a, Mussélkanaal G. Reijnders, Avenhórti C. Trimbos, Groenenweg F 189, Stampersgat; A. Veerstra, Grindweg 55, Winschoten.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 26