DE ZEEUWSCHE LANGS - r mm - r •- Strandspel Wij in Zeeland hebben meer kustlengte dan eenige andere provin cie van ons land. In zeker opzicht is dit een groot nadeel, want een kust vraagt dijken, en dijken kosten geld. En wat staat er tegenover? De waardeerenden van schoonheid zullen jui chen over zooveel mooie kustgezichten, maar we leven in 'n tijd van practischen zin, en voor schoon heid koopt men in cri sistijd.... niets. Een zwaar onderhoud dus, vooral merkbaar voor de landbouwers, die gebukt gaan onder hooge polderlasten. Maar, zooals bij alle dingen er is een don kere en een lichte kant. KUST De kuststrook, in vele opzichten een blok aan het been, opent mogelijkheden voor vreemdelingen verkeer als nergens. Het moge zijn, dat bosch en hei voor velen een bekoring vormen, nummer één staat toch altijd de zee Zee en strand zijn de meest noodzakelijke elementen, waaruit men aantrekkingskracht voor vacantiegangers put. Toen er, nog maar een goede tien jaar geleden, in Zeeland door ver vooruitzienden gesproken werd over de groote mogelijkheden op dit gebied, werden vrijwel eenparig de schouders opgehaald, en slechts door actieven pioniersarbeid werd de eerste jaren met groote inspanning iets tot stand gebracht. Wij willen in dit artikel de vreemdelingenkwestie niet naar voren brengen als een amusementszaak, maar als een economische mogelijkheid, welke in dezen moeilijken tijd ernstige overweging verdient. Een overweging, die wij in vele gemeenten niet aantreffen. Het is nu eenmaal zoo, dat het platte land de stroomingen van de groote stad eerst later in het gezichtsveld krijgt, en er dan nog af wijzend of twijfelachtig tegenover staat. Vandaar, Aan de Zeeuwsche Riviera: Domburg, het gecultiveerde Kurort. dat men het vreemdelingenverkeer, dat de laatste twee jaren is toegenomen, alleen wil zien als een gevolg van de crisis, die het reizen naar het buiten land voor velen onmogelijk heeft gemaakt. Toch is dit niet juist. De geheele jongere generatie stelt zich meer en meer in op het ontvluchten van het stadsleven, waar dit mogelijk is. Steeds meer groeit in velen het verlangen naar een rustig buitenleven. En vandaar, dat we voortdurend een stroom van vacantie-gangers naar het platteland zien gaan, een stroom, die steeds toeneemt. Vele gemeenten in ons land schatten deze be weging op de juiste waarde, en trekken er profijt i i i Natuurlijke van. En de min of meer mis deelde gemeenten, waar de nood zakelijke voorwaarden voor de ontwikkeling als vacantie-oord niet aanwezig zijn, grijpen naar kunstmiddelen, en zoo zien we, dat overal natuurbaden ont staan, zoo laatstelijk te Edam en Winterswijk beide een groot en aangekweekte schoonheid van de Zeeuwsche kust.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 8