HOE
?HUN
ZEEUWEN MET
DIEREN OMGAAN
Dierenvrienden. De hondendressuurclub (Vlissingen).
Het dier heeft een rechtspositie gekregen, die
het voor een groot deel beschermt tegen afbeu
ling en mishandeling. Beide worden wettelijk
gestraft, en dat is goed. Wij achten de mishande
ling van een dier een grooter vergrijp dan de mis
handeling van een mensch. Niet alleen omdat
het dier zich meestal niet kan verdedigen, maar
vooral ook, omdat het dier zich in een blind ver
trouwen overlevert aan zijn baas.
Verschillende vereenigingen hebben er veel
toe bijgedragen, de publieke opinie in dit opzicht
te veranderen.
Men is den laatsten tijd het dier meer en meer
gaan beschouwen als een wezen, dat recht heeft
op de bescherming van den mensch.
Hoe gaan de Zeeuwen met hun dieren om
Over hét algemeen goed. De boer voelt voor
zijn beesten, schat ze naar waarde, en behandelt
ze daarnaar.
Alleen vele honden hebben op hofsteden een
minder prettig leven. Het bedrijf brengt mee, dat
de hónd veeial aan den ketting moet. Wanneer
meri bedenkt, dat de levensvreugde van een hond
alleen bestaat in een vrij rondloopen, kan men
begrijpen, dat honden aan den ketting valsch
worden. Maar over het algemeen is de behandeling
der dieren in Zeeland goed, en komt werkelijke
mishandeling zelden voor. De enkele malen, dat het
gebeurt, volgt gelukkig een streng rechterlijk in
grijpen.
Het plattelandsleven brengt in Zeeland een
steeds toenemend aantal huisdieren mee. Onge-
De tijd, die het menschelijk verstand uitriep als den heer-
scher over de geheele aarde, een tijd, die voorbij is, maakte
de positie van 't dier niet benijdenswaardig. De mensch stond
nummer een in zijn eigen waardeering alles werd ondergeschikt
gemaakt aan zijn verlangens, en wat niet in de sfeer van zijn
belangen lag, werd verwaarloosd. Dat is hef voornaamste levens
principe van de 18e eeuw.
Het dier alleen beschouwd als een kracht die men moest be
nutten, zonder te vragen, zonder eenige liefde, zonder goede ver
zorging veelal. Een gebruiksvoorwerp, dat zijn diensten deed,
tot het versleten was.
Als wij dan nu de positie van 't dier zien in onze maatschappij,
moet de grootste pessimist erkennen, dat er in onzen tijd toch
veel is veranderd.
Zware arbeid.
(St. Joostland).
Dat de verhouding van
mensch en dier in onze
provincie goed is, bewijst
het feit, dat de Zeeuw
graag met zijn dieren op
de kiek wil. (Nisse).
Dierenacrobatiek (Axel).