MMi Jkl: [3d „W mM Oft dm Jledetland. Op ïcii dm Jtedeiland. No. 15 VRIJDAG 8 SEPTEMBER 1933 463 Een voorbeeld van de groote boerderijen in het Gro- ningsche landbouwgebied, dat door de langdurige crisis zooveel van de vroegere welvaart heeft verloren. Waartoe men een oude Ford al niet kan verlagen (of bevorderen een rijdende heetwater-winkel in Utrecht. troepen aan het einde van een zwaren dagmarsch. Zij zag hen afsteken tegen den verbleekenden hemel van een ver land, en overal om hen heen straalde de gloed van jeugd en moed en hoog streven. Zoo gingen zij langs haar heen in een optocht van blijde banieren. Telkens als er een figuur naar binnen ging door de verlichte deuropening, volgde hem zijn schaduw en de figuren zelf waren nog even kranig en glorieus, maar de schaduwen bewogen zich moeizaam, alsof ze zwaarte hadden. Nacht. Jenny draalde op de trap. De wind koelde haar heet voorhoofd af. Zij zag op tegen het uur, dat zij weer naar de kamer van Michael Fort zou moeten. Zij was er nog niet geweest, sinds het lucht-eskader in snelle vlucht naar het Zuiden was gewiekt. Als de andere jongens het al zoo zwaar hadden opgenomen, hoe moest het dan Michael met zijn gebroken hart aandoen? Zij vouwde haar handen om haar knieën en keek op naar de gezichten der sterren. Zij wou maar, dat ze er niet meer heen hoefde. Maar het zou toch gauw moeten. Jenny dacht aan al die menschen buiten het hospitaal, die zoo luchtig en makkelijk hun gang gingen. Daar waren er natuurlijk bij, die hun lot hard vonden, en hun werk eentonig en saai, en die mopperden en tobden over de kleine hinderlijkheidjes van alledag. Omdat zij de onzichtbare vleugels niet kenden, die aan hun schouders sloegen de groote mogelijkheden niet zagen, die iedere nieuwe dag hun bood en het buitengewone voorrecht niet beseften van stevige armen en soepele, tintelende spieren. Al die kostbare tooverkracht bezaten zij en ze wisten het niet In het Oosten scheen de stad als een dageraad aan den hemel. Haar lichten waren zeer helder vanavond, en door haar gouden lanen dreven weelde en schoonheid en leven en lach. Maar ook hier in die stille vertrekken was leven. Pop Knute waagde er zijn zeven-en-negentigsten verjaardag aan, om een kameraad te helpen, die al niet meer te helpen waskleine vriend schapsdiensten, heldhaftigheid, moed. En plotseling was alles veranderd voor Jenny, en zag zij dit als Leven vaak bitter en verschrikkelijk, maar altijd kranig. En de stad daar die vlammende dageraad was niets dan een scheut weerschijn tegen een zomerhemel. Kleinigheden hielpen Jenny deze gedachte, die juist in haar opgekomen was verheffend en verhelderend, en evenwicht brengend tusschen de schalen der rechtvaardigheid deze gedachte ook, dat er hier onder haar lieve flinke jongens nog schoonheid was, en avontuur, en romantiek LEVEN geschreven met stralende hoofdletters. Aldus gesterkt stond zij op, en zij ging naar de kamer van Michael Fort. Zoodra zij over zijn drempel was, voelde zij een ver; ndering. Het licht uit de gang drong maar uiterst spaarzaam het vertrek bini en, maar er kwam uit die duisternis iets op Jenny af. Haar hart hield op met kloppen. „Zou hij al.... gegaan zijn?" Zij wou het licht niet aandraaien, cmdat Michael een hekel had aan licht. Zij bewoog zich voort, tot haar hand een stoel aanraakte, en Jenny ging zitten zij viel met een plomp neer, omdat haar knieën haar eenvoudig niet meer hielden. „Michael 1" zei ze met een bang, benepen stemmetje. Michael Fort bewoog zich. Hij deed nog veel meer. Hij tastte naar boven, greep de ijzeren stangen van zijn bed en trok zich, voorzichtig en pijnlijk, op tot een zittende houding. Maar doordat het open raam achter hem was, had het Jenny toegeschenen, dat hij zijn handen in de sterren doopte en zijn schouders tegen den hemel zette. „Jenny" een stem, die zij niet kende, sprak tot haar, een stem, die overkropt was met bedwongen opwinding „Jenny, zou je denken, dat je een vliegtuig voor me zou kunnen krijgen, om 't nog eens te probeeren (Wordt vervolgd) Hij wou maar, dat Jenny wegging, en nooit terugkwam. Hij had wel wil len vragen, of hij een andere zuster kon krijgen, maar zij was altijd nog beter dan de rest die probeerden je maar „op te halen". Hij klemde zich dus koppig vast aan zijn besluit en zijn wezenloosheid, maar soms was 't een saaie boel op sterven na dood. En nu stonden de jongens onder zijn raam te praten. En ze zongen vroolijk „Vive la, vive la, vive la, Vive la compagnie." Er keek geen mensch en Michael Fort boog zijn hoofd neer in zijn handen en snikte. Maar toen de jongste zaaldokter weer kwam, was Michael bleek en stil en onverschillig. En de jonge dokter voelde, dat die jonge vlam gebluscht kon worden door 't eerste het beste tochtje, en hij ging weg met pijn en ver driet en verslagenheid, omdat hij niet geslaagd was. En Jenny stopte haar gezicht weg in een donkeren hoek, en had een zenuwaanvalletje, omdat zij niet geslaagd was. En in zijn bureau liep de oude dr. Huffy wiens grijze haar zoo snel wit werd heen en weer, omdat hij niet geslaagd was. Dr. Huffy was in de opleiding bij de jongens geweest. Hij was in Frankrijk bij hen geweest. En nu doorleefde hij met hen den schrikkelijken nasleep van den oorlog. Er was het moeilijkste te vechten, zoo had hij geleerd, tegen iets, waar je geen vat op kon krijgen. Hij had mannen, die geen kans meer hadden, beter zien worden, en mannen, die Alle kansen hadden, zien sterven. Dit ontastbare hield Michael buiten hun aller bereik. Boven, in zaal 17, gaven ze Jimmy op, en spanden ze zich in op het restantje leven in Pop Knute. Een zenuwachtige, hoopvolle gedaante spookte door de gangen. „Als hij bijkomt," stond de opgewonden kok te smeeken, „zullen we zeggen, dat hij jarig is, en dan brengen we de taart." „Ja, dat zal hij niet snappen 1 Je kunt iedereen er tusschen nemen, maar Pop Knute vast niet En tegen het einde van dien allerheetsten, allerlangsten, allerdrukkend- sten middag van een lang, heet seizoen gebeurde er het ergste, wat er had kunnen gebeuren. Een militair lucht-eskader van achtentwintig vliegtuigen, in gevechts-formatie, ronkte over het hospitaal, op weg naar het Zuiden. Het was nooit te voorzien, welke uitwerking zooiets op de mannen zou hebben. Het gezicht van de legervliegtuigen had een anderen keer een op wekking kunnen zijn maar dat was het nu niet. Het dompelde de heele bevolking in een vloed van somberheid. Buiten op het terrein stonden neer slachtige groepen mannen in de schaduw te hangen en met de druk kende hitte te vechten. Het dorstige gras lag verschroeid en verslapt neer. De late zomerbloemen kwijnden. De muren van de gebouwen sloegen de hitte van den dag terug in golven sissenden rook. Eindelijk daalde de zon. Nu moest de hitte gauw breken de nachten waren altijd koel. Er woei een onzekere wind, die den koelen geur van beschaduwde oevers, groene wateren en rottend hout aandroeg, wie weet waar vandaan. In het Veteranen- Hospitaal No. 80 was er wéér een dag om. De schemering bracht verandering van tooneel. De kleine, welkende bloemen frischten op, en lieten zegepralend haar kleuren door het halfdonker stralen. Het gras werd weer helder. De ge voelige lucht werd een instrument, dat ook de teerste geuren vasthield en versterkte, alsof er noten op muziekpapier een wazige wijs lieten hooren. In de hoogte gleden zachtzinnige sterren naar hun plaats aan een donker firmament. Er begonnen zich figuren te bewegen naar de verlichte deur opening. in het oog van Jenny, die toekeek, ondergingen ook die een verandering. Het waren geen verminktefsoldaten meer, die lang zaam voortkwamen op krukken en in wagentjes, maar vermoeide

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 15