No. 16 VRIJDAG 15 SEPTEMBER 1933 493 ingewikkelde instrumenten. Maar het was nu te laat. Michael hief een arm op, als teeken, dat hij klaar was om te starten. Het laatste, dat Jenny te zien kreeg, toen zij over het veld hobbelden, was het ontstelde, verwijtende gezicht van Jake. Zij had hem niet verteld, dat zij van plan was, mee op te stijgen. Zij stegen als vanzelf. Jenny kreeg een gevoel van heerlijke lichtheid zij waren één der oneindig kleine deeltjes goud, die dreven in 'n zee van ruimte. Zij kon de handigheid en de kracht aanvoelen in Michael's grepen, het gemak en de macht en de zekerheid, waarmee hij hen stijgen liet, stijgenAlle vrees en onrust was uit haar geweken. De ruimte was niet bodemloos en schrik wekkend, maar een betrouwbare stof, die opsteeg en hen veilig omvatte. Hooger en hooger. Keeren en stijgen. En er voer iets met hen mee Zij dacht„Ik zal na dezen tocht een heel ander mensch zijn." Zij dacht „Hier, waar twee werelden samenkomen, schijnt men nog een derde wereld aan te voelen er trillen duizenden onverwachte wonderen in de atmosfeer en dingen, die verschillend leken, zijn het nietverdriet en vreugde, gezondheid en ziekte, leven en dood. Er is geen begin van het één en einde van het andere, maar een vloeiing, zooals een lamp, die aangedraaid wordt, de ruimte met licht vult." Zij daalden neer op een wereld, die gedrenkt lag in dauwigen schemer. Het vliegtuig beschreef een sierlijken, wijden boog. Het vliegveld steeg op, om hen te ontvangen. Zij was zich nauwelijks bewust van het moment, dat de wielen de aarde raakten. Zij kwamen tot stilstand op een dertig meter afstand van de hangar. Het was voorbij het was gebeurd en goed Veilig 1 Al haar twijfel en vrees en zorg goot zich uit in een kreetje van blijde verlichting, toen zij opsprong. „O, Michael, wat ging 't prachtig! O, Michael Hij keek naar haar, en op zijn gezicht was een uitdrukking, die Jenny nooit vergeten zou. Léven, teruggekeerd tot een man, die gewanhoopt had. Hij had zijn jeugd weer en zijn werk en zijn mogelijkheden Eén oogenblik van herleefde glorie was het er toen was het weer weg. Jake en de anderen, die toesnelden, vonden hem als een witte roerlooze massa, die in riemen hing. Jenny hoorde de stem van Jake, onvast en ontmoedigd „Voorzichtig, Ongeduldig naar hun maaltijd Een kat en een jonge vos in den Londenschen dierentuin, die als bewijs voor merk waardige dierenvriendschap sinds langen tijd in één hok leven). „Ik breng jé veilig weer beneden, Jenny. Je hoeft heelemaal niet bang te zijn. Ik kan in een vliegtuig net zoo min kwaad als in een kinderwagen, 't Is bijna een stuk van mezelf. Maar hoe je 't gedaan hebt gekregenJenny, ik heb nooit geweten, dat er zulke vrouwen bestonden. Je bent een generaal 1" „Oeneraal1" Jenny lachte, met een herinnering. Hij zou nooit te weten komen, hoe het dien dag gegaan was hoe Jenny en de schimmen van haar voorvaderen (glorieus vastberaden, en totaal on wetend wat betreft het vliegwezen en al wat er toe behoort) van het kastje naar den muur waren getrokken, vroolijkheid en spot uitlokkend. Naar het militair vliegveld, waar officieren een hand voor hun mond hielden, om even te kunnen lachen, en 't uitbrulden, zoodra zij uit de buurt was („Hij wou 't zelf besturen Die dames, die dames Naar de vliegvelden van maat schappijen— twee stuks met heeren, die niet zoo beleefd waren als de officieren. Naar een kleiner veld één machine en een piloot, die voor drie minuten passagiers meenam vijf dollars. Hoe ze daar geredeneerd had. „Nee hoor, geen kwestie van. U begrijpt 't niét. Ja, dat kan wel, maar 't géét niet. Ik heb totaal niets anders dan dit machientje, dus dat moet geld opbrengen." Jenny tastte in haar tasch. „Ik heb vierhonderd dollar 1" „Och, juf mijn kist is duizenden waard 1" „Meer heb ik niet," zei Jenny, en dringend toonde zij hem het geld, en het schokkende vertrouwen van haar oogen. Hij gooide zijn hoed op dèn grond, omdat zij niet weg wou gaan, haar mond niet wou houden, zich niet wou laten ontmoedigen (Dat kon Jenny niet. Dit was haar laatste kans, en zij moést Michael helpen). „Waarom komt u bij mij vroeg de radelooze man. „Waarom gaat u niet naar de rijke maatschappijen, of naar 't militair vliegveld „Omdat ik daar al geweest ben," zei Jenny, „maar die willen niet naar rede luisteren." „Naar rede luisteren 1 Nee maar, dié is goed 1" Jenny's oogen bliksemden. „Hij heeft meer verstand van vliegen, dan u ooit krijgen kunt, al studeert u uw heele leven. Hij is in den oorlog beroemd geworden hij heeft medailles en eervolle vermeldingen de generaals kwamen bij hem om raad te vragen ze aten uit zijn hand..'.." Al opspelende en stampvoe tende haalde zij de generaals en de vliegtuigen door elkaar. „Hij is een van de grootste vliegers van 't land op 't oogenblik, en dat vliegmachientje van u is meteen beroemd, als hij het aanraakt 1 Hier hebt u 't geld. We komen morgenmiddag om 'n uur of zes." Dit vuurwerk verblindde hem hij scheen bij te draaien. „Wat geeft u me voor waarborg, dat hij de machine weer heel beneden brengt?" Jenny keek hem aan. „Daar sta ik persoonlijk voor in. Ik stijg met hem op. Is dat niet genoeg „Hmu lijkt me in ieder gevai lang niet gekJ-ja, dan zal 't wel vertrouwd zijnEn nu nog iets - ik ben geen dief. Ik hoef er zooveel geld niet voor te hebben. Maar ik riskeer mijn heele hebben en houden met die malligheid. Ik reken vijftig dollar, als hij heelhuids weer beneden komt. Maar als hij den boel vernielt, houd ik alles." En Jenny was niet bang, maar zij had een eigenaardig licht in haar oogen. De bekende voorwerpen in het hospitaal leken haar plotseling innig dierbaar de leuning van de trap, die haar zoo menigen keer op en af had geholpen, als ze er zonder leu ning nooit was gekomen een verwaarloosd varentje in een potjeze wou, dat ze het een beetje vaker water had gegeven. Zij moest hulp zoeken. Zij ging Jake opzoeken, den bestuur der van zieken- en vracht-auto's. Jake was voor Jenny tot alles bereid, zelfs hiertoe. Maar hij had er een erg hard hoofd in. „U moest er maar met dr. Huffy over spreken, juffrouw Jenny. Als 't er mee door kan, zal hij zeggen, ga je gang." „Maar, Jake, ik kan 't er niet op wagen, dat hij neen zegt 1 En trouwens, als er iets zou gebeuren, moet hij de verant woording niet hebben." „Als iemand anders het me gevraagd had, juffrouw Jenny.... maar ik kan me nooit indenken, dat u een van de jongens 'n ongeluk zou laten krijgen." „Dank je wel hoor, Jake. Ik zal zorgen, dat hij tegen half zes met 't wagentje beneden is. Kom jij met den wagen aan de Oostpoort die kunnen ze uit 't gebouw niet zien. Binnen 't uur zijn we netjes terug, en er komt niemand achter." Maar 's nachts, met haar gezicht in 't kussendeed ze goed of verkeerd Was het een dwaasheid, zooals die piloot had gezegd, of een wonderbare kans Hoe kan een mensch dat weten En Jenny lag zich te verbazen, of de mensch dan zijn leven uit moest leven, en eindelijk weer in de aarde terecht komen, zonder te weten, of hij den goeden of den verkeerden weg bewandeld had. De zon was aan 't dalen. Loodrechte bundels geel licht liepen over den Westelijken hemel, werden breeder, en ver vloeiden weer in het blauw. Jenny, die gedacht had aan een stuurrad, een koppeling, een versnelling en eèn rem, voelde zich koud worden bij den aanblik van 'n griezelige hoeveelheid

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 13