No. 16 VRIJDAG 15 SEPTEMBER 1933 495 (9ft tak doet Jledatland. Het stadhuis van Zeist. jongens," en zij voelde als een ontzettenden schok zijn volgende woorden „Hij heeft een gebroken rug." Op een baar werd Michael Fort naar huis gereden. Jenny zat naast hem, met de knokkels van haar eene hand stijf tegen haar mond geperst. O, gauw toch, gauw Voorbij de benzine-pomp, en het bord met het lichtje, dat waar schuwde Langzaam Rijden, en de houten brug over en die scherpe bocht om. Goddank, dat Jake aan 't stuur zat, Jake die hard kon rijden, en hen toch meteen voorzichtig over kuilen en bobbels heen kon helpen. Zij rook etenslucht iemand die kalm spek bakte voor zijn avondboterham. Een kalme koe bij een kalm schuurtje. Twee veulens, die verbaasd keken en wegsprongen. Duisternis. O gauw toch 1 „Als hij dood is.als ik hem vermoord heb. Zij dacht er niet aan, om hem ongemerkt binnen te zien krijgen zij dacht aan geen poging om te verhelen, wat zij gedaan had alleen aan het noodige spoed. Goddank dat er licht brandde in het hospitaal, dat er voeten kwamen toegesneld, dat handen zich uitstrekten en hem grepen. Uitroepensnau werige bevelenvragende verbazingwekkende woorden van -Jake (Jenny was niet tot spreken in staat)..„Ze heeft hem een toertje laten maken in een vliegtuig." Een golvende lijn van ontstelde gezichten ging langs haar heen. „Jenny, 't is toch niet waar Geef dan toch antwoord." De koude woede van de hoofdverpleegster„Als hij sterft, heb jij hem vermoord. Ik ben er altijd op tegen geweest, dat je hier was. Ik heb je gehouden tegen beter weten in. Daar moeten we nu voor boeten." Jenny ging tegen den muur staan en strekte haar armen uit, om niet te vallen. De ontstelde gezichten trokken langs haar heen. Dr. Huffy. In zijn oogen stond eindelooze bezorgdheid, en iets anders was er uithet geloof in iemand, die hij vertrouwd had. Dien dag, drie maanden geleden, toen hij haar op zijn bureau riep, had hij gezegd „Ik vertrouw hem aan jou toe, Jenny. Als iémand hem helpen kan, ben jij het." Nu zei hij droevig „Er volgt uit, dat ik je mijn jongens nooit meer toe kan vertrouwen." En ook hij vesliet haar. En het licht, dat uit de deuropening kwam, wierp hun schaduwen om haar heen, terwijl zij roerloos tegen den witten muur stond, met de oogen dicht, de armen uitgestrekt, de donkere vorm van een kruis. „Ziet u 'm vroeg de man met het grijze pak aan een groep bezoekers op het vliegveld, „ziet u die blauw-met-zilveren vliegmachine Weet u wie dat is Da's Michael Fort, de beroemde piloot uit den oorlog. Ze zeggen, dat hij vijftien vijandelijke vliegtuigen neer heeft gehaald, en hij heeft 'n rijtje medailles en decoraties, zoo lang als van hier tot aan dat hek. Hij is een keer getuimeld en hij kwam thuis met een gebroken ruggegraat. Die had afgedaan, zou je zoo zeggen. Maar daar gaat ie. De wereld zal wel gauw meer van hem hooren. Hij is op 't oogenblik een uitvinding aan !t probeeren. Mirakel Zegt u dat wel en ik heb er ook wat aan gedaan. Ik heb hem voor 't eerst weer laten vliegen. Ik riskeerde mijn machine maar 't is de grootste mazzel geweest, die ik ooit had kunnen hebben. Ik werk nou met Michael samen. Ja, 't is een reuzenventje. Je hebt niet veel ruggegraat noodig om te vliegen, zegt hij." In het Veteranen-Hospitaal No. 80 was het hek van den dam. Zoo'n feest was er sinds den wapenstilstand nog niet geweest. De Infanterie en de Artillerie waren buiten, op de terreinen, tot den laatsten man. De Provoost (het bataljon levenslang) had de gunstigste waarnemingsposten voor de ramen ingenomen. En overal vlaggen 1 Jenny had er letterlijk duizenden gekocht. Vlaggen, vlaggen, vlaggen, klapperend en flapperend en dansend want het hospitaal had réden om te klapperen en te flapperen en te dansen. „Is 't niet reusachtig? Jongens, als Michael Fort er zoo handig bovenop kan wippen, dan moet je eens zien, wat ik kan, die niets mankeer dan zoo'n brok voet." De rijen mannen op de terreinen juichten vlaggetjes wuifden uit de ramen. Hoog en helder hoorden zij den motor van Michael's machine een blauw met-zilveren lied zingen, terwijl het vliegtuig passeerde, om zwaaide, laag vliegend terugkwam err weer verdween. Terwijl dr. Huffy keek naar die prachtige vlucht, dacht hij aan iemand en hij keerde zich om, om naar haar te kijken. Zij stond alleen, met haar tengeren jongen arm om een pilaar, en haar blik hing aan het blauw-met-zilveren vliegtuig. Een meisje met een hart, dat streed. Hij herinnerde zich de woor den, die hij tot haar gesproken had dien avond, toen zij Michael weg had gesmokkeld om hem zijn eerste vlucht te laten maken, en toen Michael van pure vreugde in zwijm was gevallen. Zij had hem teruggegeven aan den hemel. Wist Jenny dat Wist zij, dat zij iederen patiënt in de zalen nieuwen moed gegeven had? Ook aan hemzèlf, die 't nog meer noodig had dan de anderen, dacht dr. Huffy. Er kwam iemand naar buiten die kwam bij Jenny staan, en sioeg een arm om Jenny's middel. De hoofdverpleegster. Maar de oude dokter kon hen niet meer zien. De figuren waren ver vaagd tot een wazige vlek. HOOFDSTUK V HERFST Dit was de verhuistijd Jenny voelde het, want toen zij zich voortrepte door den frisschen herfst, merkte zij een beroering in de lucht en hoorde zij geluid boven haar hoofd een vlucht vogels, die naar het Zuiden trok, en een smalle, lichte luchtstrooming meetrok, door hun voortgang veroorzaakt. Het was Jenny, alsof dit de gevederde vlucht van den tijd was. Jenny was jong, en haar hart stokte bij de teekenen der wisselende seizoenen, bij het overspringen van het jaar, en bij het levendige begin of het levendige einde van een maand. Zelfs de avond, die neerdaalde en de menschen naar bed bracht, kon indruk maken, opwinding veroorzaken. Zij dacht, terwijl zij opkeek naar die onverschrokken reizigers wat moest het een genot zijn, met zijn droomen naar het Zuiden te trekken, naar zonneschijn en blauwe zeeën. En een deel van Jenny ging met de vogels mee naar het Zuiden, en een ander deel beklom de stoep van No. 80. Jake, de chauffeur, kwam juist naar buiten, en Jenny keek hem aan, onder het keurige witte mutsje uit, met een verblindend lachje. ,,'t Leven is mooi, Jake." „Hoezoo, juffrouw Jenny vroeg Jake, en hij bleef in redeneerhouding staan. (Wordt vervolgd) Ofi tok doet Jledatland. Doesburg.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 15