EEN ENGEL ONDER OORLOGIWRAKKEH door NORMA PATTERSON
A.--
Jenny leunde tegen den steenen pilaar, en zag hem weghinken naar het
rijtje auto's.
„We hebben hem niet kunnen helpen, 't Lukt me nooit bij de jon
gens.... bij die 't het hardste noodig hebben."
Toen zij weer binnen 't hospitaal was, kreeg zij geen tijd om te piekeren.
„We hebben een nieuwen klant, in cel 15, juffrouw Jenny." (De jongens
noemden alle kamers cellen.) „Een echte stakker."
De hoofdverpleegster kwam naar haar toe, met een gejaagd gezicht.
„Ga jij even naar boven, Jenny, en breng hem een beetje op zijn gemak.
We schijnen nog geen narigheid genoeg gehad te hebben van de week."
De nieuwe klant in cel 15 hij heette Parker lag hard en onafge
broken te praten.
„Wat is 't hier voor 'n pan ze hebben me een bed zonder matras
gegeven Ik lig zoo op de planken. In 't veldhospitaal in Frankrijk heb ik
nog niet eens zoo beroerd gelegen. Kan de regeering niet zorgen, dat we een
ordentelijk bed krijgen Ik schrijf morgen direct aan 't hoofdbureau."
„Brul toch niet zoo," riep een veteraan op krukken. „Zal ik je eens wat
vertellen, broer? We hebben hier een paar jongens, die nog sterk genoeg
zijn, om je op te tillen, en de matras onder je vandaan te halen. Dan kun je
eens voélen, hoe 't ligt op de enkele planken. We zouden er lol in hebben,
om 't te doen."
„Daar heb je een sigaret. Hebben ze jou soms zoo netjes behandeld
Je weet wel beter. Ze hebben je uit je betrekking gehaald, en naar Frankrijk
gestuurd en je in de lucht laten vliegen en toen kon je zonder beenen
naar huis. En toen? Wat hebben ze voor je gedaan? De regeering heeft toch
zeker verplichting aan je Neem mij nou ik verdiende vijfhonderd dollar
per maand vijfhonderd en dat moest ik afgeven voor 'n gewoon sol-
daten-tractement. Waar zijn mijn sterretjes Die zou ik gehad hebben, als
er niet een massa idioot geschrijf van ambtenaren en een tweeden luitenant
tusschen was gekomen. En in Frankrijk had ik 't Kruis moeten hebben, maar
'n ander ging er mee schoot. Zie je die wond Weet
je, hoe ik daar aan kom Dat heeft 'n laf stuk zwijn
me met opzet gelapt. Hij zag een vrachtje granaten
onzen kant op komen, en toen is ie achter me
gekropen om zich te dekken, en mij heeft ie er
recht tegenin geduwd. Ik had 't te pakken en
waar is hij 't Leven aan 't genieten verdient
geld wordt rijk.... en dan moet je naar mij
kijken."
Gemompel uit den troep.
„Ik hoop, dat we niet lang naar je hoeven te
kijken."
„D'as vast zoo'n vloek-sergeant geweest."
De officier van den dag hield Jenny staande.
„Gekken heb je overal in 't hospitaal ook.
Er mankeert hem niet veel we hebben hem er
gauw weer uit."
Jenny was makkelijk te imponeeren, en daar
trok Parker partij van. Hij hield haar maar aan
den gang, klaagde over alles, beschuldigde Jenny
van partijdigheid en bracht een rimpel in haar
gladde voorhoofd. Zij kon niets meer met hem be
ginnen dan de anderen, zij had toch den last maar.
Dikwijls, terwijl Jenny zich de volgende dagen
repte aan haar eindelooze taak, dacht zij aan Bunk.
Hij had zijn belofte, gauw te zullen schrijven niet
gehouden, en zij werd ongerust. In den nacht, to n
de eerste „Noorder" een deken van sneeuw over de
aarde spreidde, lag Jenny wakker..... waar was
hij nu
De herfst was voorbijgegaan als één reeks van
gebeurtenissen droevige, grappige en aandoen
lijke. No. 80 had zijn glorieuze oogenblikken en zijn
wanhopige oogenblikken. Jenny, die alleen en
KORTE INHOUD VAN HET VOORAF
GAANDE. Het weesje Jenny Guest wordt buiten
door haar tante opgevoed. Deze komt bij een
brand om het leven en het jonge meisje trekt
alleen naar de stadDaar wordt zij ontroerd door
het zien van een oorlogsinvalide en zij herinnert
zich 'n droom uit vroeger jaren, waarin duizenden
verminkte soldaten voorbijschreden. Zij slaagt er
in haar opleiding tot verpleegster te voltooien en
wordt aangesteld in het veteranenhospitaal, waar
Dr. Huffy directeur is. Jenny maakt kennis met
hem, met de hoofdverpleegster, mc* Amos, den
hospitaalsoldaat, en met haar zaal 17. Zij gaat
spoedig geheel in haar moeilijke taak op. De ver
minkten bewonderen en vereeren haar. Jenny
maakt plannen om de Kerstdagen voor de soldaten
zoo aangenaam mogelijk te doen zijn. De vrouw
van een der verpleegden. Windy, die naar hem toe
zou komen, verongelukte, terwijl zij, in strijd met
haar belofte, op weg was naar een feest. Jenny
weet de redactie van een der groote kranten over
te halen het bericht niet op te nemen, zoodat
Windy gelooft, dat zijn vrouw is verongelukt op
weg naar 't hospitaal. Kort daarop vraagt een der
verminkten haar ten huwelijk. Het wordt Jenny te
machtigzij vraagt verlof. Maar zij keert spoedig
terug naar haar werk. De invalide huwelijkscandi-
daat sterft. Dan wijdt Jenny haar zorgen aan
een gewonden vliegenier. Deze, Michael Fort,
krijgt door Jenny's hulp gedaan, dat hij, hoewel
waar verminkt, wederom kan gaan vliegen.
Jenny zelf stijgt met hem op. Dr Huffy en de
hoofdverpleegster zijn woedend op haar, maar
als Michael alléén een vlucht maakt boven het
hospitaal, bewonderen zij 'tjonge verpleegstertje
des te meer.
zonder aanstelling de vermakelijkheids-commissie vormde, TVT.-. 1 (A
bracht de jongens handig langs al die mijlpalen, die het 1
najaarsseizoen zoo begeerd en gevreesd maakten. Eerst het jaarlijksch
feest van het Amerikaansch Legioener waren er velen, die van
't jaar mee dachten te doen, en zoo weinig, die 't werkelijk konden. En
die zouden er nog voor moeten boeten maar dr. Huffy vond het, alles
goed bekeken, de moeite wel waard drie dagen opwinding massa's menschen
bekenden weerzien het oude stel de oude uniform groote meeting eten
in een restaurant de groote mannen even zien speechen de oude liedjes
parade; de muziek.... „Aan den overkant"! Wat voelden ze dat in hun
keel 1 Het gewapper van vlaggen de afgemeten tred van voeten die
massieve massa khaki, en het leger trekt voorbij 1 Tranen. Waarom moest
je er eigenlijk bij huilen Soldaten en nog eens soldaten (die nu zooveel ouder
waren) waren uitgetrokken in de schaduw van een nieuwe Arke naar de vrij
heid.... lang geleden.... Een kleine groep helden, door velen omstuwd,
nam afscheid van de buitenstaanders: „Wij zullen nooit wijken.".... Het
gaf waardigheid, soldaat te zijn iets, dat je niet beschrijven kon, maar dat
blééf. Naties hadden ze gesticht. En wij waren soldaten
In No. 80 hadden ze hun radio-toestellen plaatsen in de voorste rij
stalles, bijna Zij hadden den weerschijn. Zij marcheerden, als de muziek
speelde zij zongen, als de menigte zong zij bogen voor het bewonderende,
aanbiddende publiek (Jenny was het publiek) en zij kusten de dames (Jenny
was de dames). Enfin dat hadden ze alweer gehad.
Jenny bracht hen vroolijk den nationalen Dankdag door en toen
bracht zij hen naar Kerstmis, en daar voorbij. En nu ging ze met hen op weg
naar Nieuwjaarsdag, met een beetje strakkeren glimlach, maar met onwankel-
baren moed.
Zij had een idee voor oudejaarsavond. Zij wou den jongens hun deel
geven in een lichtstraal, die tot haar gekomen was.
Iedere man heeft binnen in zich een vonk van geheime eerzucht den
een of anderen droom, die begraven is geraakt onder
de dringende noodzakelijkheid, om de boterham te
verdienen voor zichzelf en voor degenen, voor wie
hij aansprakelijk is. Weinigen slechts beoefenen het
vak, waartoe zij de meeste neiging gevoelen. Zij
pakken iets aan, nemen het dankbaar, en houden
er koppig aan vast. Een positie daar komt het
in 't leven op aan, en wat heb je aan een droom
Misschien later, als de rijpere leeftijd welverdiende
rust brengt
De oorlog had hen weggerukt uit hun posi
ties had hun den noodigen leegen tijd gegeven';
en de noodige wanhoophad hen teruggegooid
naar het eenige, dat hun overbleef hun aanleg
en neiging. Alsjeblieft 1
Zoo bekeek Jenny het, en zij wou, dat de
jongens het ook zoo bekeken. Zij gaf dus kennis
van een Groote Fuif op oudejaarsavond, op zaal
11, en iedereen moest het ding meebrengen, waar
hij dat jaar aan gewerkt had. De staf had zijn
ondubbelzinnigen steun verleend, en de helft van
de gasten, die niet op eigen kracht konden stoomen,
kwamen op baren. Hun schatten meevoerend.
Het was verbazingwekkend. Een boek. „Mijn
heele leven heb ik dat boek willen schrijven
en nu is 't af." Een uitvinding, die al op de markt
was, en een tweede, die aardig opschoot. Een
verzameling poppetjes van klei en hout cowboys,
die scheef op hun paard hingen, levende, ademende
figuren, beweging, in klei gevangen. „Ik ben er als
kind mee bezig geweest, maar later had ik 't er te
druk voor." Een verrekijker hij had naar de
sterren zitten kijken en toen had hij er meer van
willen weten. „Geef eens door laat ons ook